33 529 Gaswinning

Nr. 1335 MOTIE VAN HET LID VEDDER C.S.

Voorgesteld 2 september 2025

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de schadeafhandelingsprocedure door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) in het gebied rond de gasopslagen voor onrust zorgt bij inwoners, omdat zij worden geconfronteerd met een protocol waarin het bouwjaar in relatie tot de beving bij Huizinge in 2012 een rol speelt;

constaterende dat de beving bij Huizinge in het gebied rond de gasopslagen net zo relevant is als de uitbarsting van de Vesuvius, omdat schade in de gebieden rond gasopslagen wordt veroorzaakt door cyclische diepe bodembeweging, en niet door bevingen;

overwegende dat het wettelijke bewijsvermoeden inhoudt dat schade in het effectgebied van mijnbouwactiviteiten wordt geacht daardoor veroorzaakt te zijn, tenzij een andere oorzaak kan worden aangetoond;

overwegende dat de zogenoemde «oortjes» van het effectgebied eerder middels een AMvB expliciet zijn toegevoegd naar aanleiding van zorgen over uitsluiting van bewoners in die gebieden;

constaterende dat volgens de toelichting op deze AMvB het gebied waarin het bewijsvermoeden wordt toegepast niet kleiner mag worden dan het in het verleden is geweest;

overwegende dat het IMG momenteel op basis van technische onderbouwingen, zoals het Deltares-onderzoek, opnieuw onderscheid maakt tussen bewoners in de «oortjes», afhankelijk van hun locatie binnen of buiten de twaalf Deltares-gebieden, waarmee sommige bewoners in de «oortjes» feitelijk weer buiten de toepassing van het bewijsvermoeden vallen;

verzoekt de regering ervoor te zorgen dat het IMG in het gehele gebied rond de gasopslagen, inclusief de «oortjes», het wettelijke bewijsvermoeden zo toepast dat schade altijd geacht wordt te zijn veroorzaakt door mijnbouwactiviteiten, tenzij daadwerkelijk een andere oorzaak wordt aangetoond, zoals de AMvB ook beoogt,

en gaat over tot de orde van de dag.

Vedder

Holman

Teunissen

Bamenga

Beckerman

Bikker

Bushoff

Naar boven