Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 april 2024
Vandaag heeft het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) zijn Jaarverslag over 2023
aan uw Kamer aangeboden. Voor het IMG was 2023 een zeer uitzonderlijk jaar. De conclusie
van de parlementaire enquêtecommissie was dat de schadeafhandeling milder, menselijker
en makkelijker moest worden en het kabinet heeft hiertoe maatregelen aangekondigd
in de kabinetsreactie Nij Begun1. De implementatie van deze maatregelen is een aanzienlijke opgave. Het IMG heeft
hiervoor in 2023 de eerste stappen gezet met de verruiming van de immateriële schadevergoeding,
de start van duurzaam herstel en een ruimhartig aanbod aan ruim 2.600 bezwaarmakers.
Ook komt stap voor stap het nieuwe beleid voor de fysieke schade (zoals aangekondigd
in mijn brief van 6 oktober 20232) beschikbaar voor bewoners. Zo is sinds 18 maart jl. de regeling voor de verhoogde
vaste eenmalige schadevergoeding (VES) van € 10.000 opengesteld en zal vanaf eind
juni daadwerkelijk herstel tot € 60.000 beschikbaar komen.
Dit jaarverslag van het IMG over 2023 is voor mij aanleiding om terug te komen op
de ontwikkeling van de uitvoeringskosten, zoals ik heb toegezegd in het commissiedebat
in de Tweede Kamer van 25 januari 2024. Dat 2023 een uitzonderlijk jaar is geweest,
is ook terug te zien in de financiële verantwoording in het jaarverslag. Na publicatie
van de kabinetsreactie Nij Begun is het IMG gestart met de implementatie van de nieuwe schademaatregelen, en hebben
veel bewoners in 2023 gebruik gemaakt van de mogelijkheid om hun aanvraag voor fysieke
schade aan te houden. Hierdoor is in 2023 een lager bedrag aan schadevergoedingen
uitgekeerd, namelijk € 310 mln, terwijl dit in 2022 nog € 363 mln bedroeg. Tegelijkertijd
hebben de investeringen en ontwikkelkosten die het IMG heeft gedaan ten behoeve van
Nij Begun er mede toe geleid dat de uitvoeringskosten zijn gestegen naar € 240 mln
(2022: € 225 mln).
De toename van de uitvoeringskosten voor fysieke schade wordt voor een belangrijk
deel verklaard door de mogelijkheid die bewoners is geboden om de afhandeling van
hun schademelding aan te houden in afwachting van gunstiger beleid. Zo’n 11.000 bewoners
hebben hiervan gebruik gemaakt. De voorbereidende werkzaamheden om te komen tot een
besluit, zoals uitvoeren van schadeopnames, gingen wel door. Met als logisch gevolg
dat in 2023 minder besluiten zijn genomen, minder schadevergoeding is uitgekeerd maar
wel de reguliere kosten zijn gemaakt. Ook is er relatief gezien vaker gekozen voor
het arbeidsintensieve maatwerk ten opzichte van de VES.
De ontwikkeling van de uitvoeringskosten in komende jaren is onder meer afhankelijk
van de mate waarin aanvragers kiezen voor de nieuwe opties als daadwerkelijk herstel
tot € 60.000, de (verhoogde) VES en de vaste vergoeding bij herhaalschade. In 2023
is het IMG gestart met de implementatie van de nieuwe schademaatregelen uit de kabinetsreactie
Nij Begun. Ik ga ervan uit dat de uitvoeringskosten op termijn gaan dalen omdat bij deze nieuwe
schademaatregelen de kosten lager zullen liggen dan de kosten voor maatwerk. De exacte
uitvoeringskosten zullen duidelijk worden wanneer de nieuwe schadeafhandeling is geïmplementeerd
en er ervaringscijfers bekend zijn. Ik blijf de uitvoeringskosten in het kader van
de uitwerking van de motie Van Wijngaarden en Stoffer monitoren onder andere door
hierover jaarlijks te rapporteren in de Staat van Groningen.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief