33 529 Gaswinning

Nr. 1229 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 maart 2024

Ik heb op 15 juli 2022 het Versnellingsplan gaswinning Noordzee naar uw Kamer gestuurd (Kamerstuk 33 529, nr. 1058). Hierin stond de inschatting dat de versnelling van gaswinning kan leiden tot additionele productie van 2 tot 4 miljard m3 per jaar over een periode van 10 jaar. Binnen een tot drie jaar was een versnelling van 1 miljard m3 verwacht. Het kabinet vindt deze versnelling wenselijk omdat gaswinning op de Noordzee niet alleen Nederland minder afhankelijk maakt van buitenlands gas, maar ook beter is voor het klimaat. De uitstoot van broeikasgassen tijdens de aardgasproductie en het transport uit Nederlandse velden is namelijk veel lager dan de uitstoot van geïmporteerd gas. Om dit te realiseren is de exploratie en ontwikkeling van zowel reeds aangetoonde als nieuwe gasvelden op de Noordzee nodig.

Uit het jaarverslag 2022 van TNO blijkt dat de gewenste productieversnelling nog niet is gerealiseerd. Een toename van exploratie- en productieactiviteiten bleef uit (Kamerstuk 33 529, nr. 1174). Op basis van deze cijfers heb ik tijdens het Wetgevingsoverleg van 16 oktober 2023 (Kamerstuk 36 410 XIII, nr. 84) toegezegd om in gesprek te gaan met operators, te identificeren waarom de projecten niet van de grond komen en uw Kamer te informeren over de uitkomsten van het gesprek (TZ202310–129). Dit gesprek heb ik 29 januari jl. gevoerd met de leden van Element NL.

Vanuit de sector en EBN zijn er een drietal hoofdredenen naar voren gekomen voor de terughoudendheid van operators om in Nederland te investeren. Zij zien obstakels in de voorspelbaarheid van het vergunningentraject, het politieke draagvlak, en de aanvaarbaarheid van de investeringsrisico’s. Op basis hiervan heeft Element NL enkele maatregelen met mij gedeeld om een aantrekkelijker investeringsklimaat tot stand te brengen door onder andere samenwerking en kennisdeling te versterken, gezamenlijke exploratiecampagnes te coördineren en met efficiëntieverbeteringen de operationele kosten te verlagen. Een deel van deze maatregelen zullen door de sector zelf aangepakt moeten worden.

Om de bovengenoemde belemmeringen weg te nemen is een versterkte samenwerking tussen het ministerie, Element NL en EBN nodig om de gewenste versnelling te realiseren die bijdraagt aan een succesvolle energietransitie. Daarom heb ik tijdens het overleg met Element NL de toezegging gedaan deze samenwerking op korte termijn vorm te geven door periodieke overleggen, een gezamenlijke projectgroep en kennisdeling, om hiermee de benodigde maatregelen verder uit te werken conform de motie Van Wijngaarden (Kamerstuk 33 529, nr. 1193) ingediend op 16 oktober 2023 over het versneld mogelijk maken van gaswinning op de Noordzee. Conform de motie Peter de Groot (Kamerstuk 33 529, nr. 1225) ingediend op 6 maart 2024 zal ik voor het zomerreces delen welke additionele maatregelen getroffen zullen worden om de gewenste versnelling te realiseren.

Ik blijf prioriteit geven aan een voorspelbaarder vergunningenproces. Inmiddels heb ik de capaciteit binnen mijn ministerie vergroot, waardoor er achterstanden zijn ingehaald bij onder andere de marktordeningsvergunningen. Deze vergunningen worden sneller verleend, met inachtneming van alle veiligheidsvereisten. Factoren buiten mijn invloedssfeer, zoals beroepsprocedures, kan ik echter niet geheel wegnemen om vertragingen te voorkomen. Daarnaast blijft elke vergunning maatwerk.

Tot slot leg ik de focus op de randvoorwaarden die nodig zijn om het aantal exploratieboringen te verhogen. Samen met EBN wordt onderzocht welke investeringsrisico’s er zijn en hoe deze kunnen worden verkleind. Daarnaast werkt EBN met de sector uit waar gaswinning de komende jaren het meest kansrijk is en of er (kosten)efficiënter gewerkt kan worden. De gaswinning op de Noordzee bevindt zich in een nieuw stadium. Er vindt minder exploratie plaats dan in het verleden, er zijn minder velden in productie, en een deel van de infrastructuur wordt niet volledig benut. Om de kosten voor exploratie en winning zoveel mogelijk te beperken, is het nodig dat de sector in gezamenlijkheid voorstellen uitwerkt om werkzaamheden te bundelen en te coördineren. Dit vergt een andere aanpak. Ik zal u op de hoogte houden van de voortgang van de maatregelen wanneer ik u de jaarcijfers over 2023, opgesteld door TNO-AGE, in het najaar toestuur.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief

Naar boven