Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juli 2023
In het ontwerpvaststellingsbesluit Groningenveld 2023–2024 staat dat de gaswinning
wordt beëindigd en dat alleen bij zeer koude omstandigheden in combinatie met bijvoorbeeld
uitval van een ander productiemiddel het nodig kan zijn om in beperkte mate gas te
winnen uit het Groningenveld. Het gaat dan om het tijdelijk opregelen tot waakvlamniveau
als zeer strenge kou aanstaande is, zodat snel gereageerd kan worden als in die omstandigheden
belangrijke productiemiddelen uitvallen.
In de Kamerbrief ontwerpvaststellingsbesluit Groningenveld 2023–2024 en het ontwerpvaststellingsbesluit
heb ik aangegeven dat het naar het waakvlamniveau brengen van productielocaties deze
zomer wordt getest.1 De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) zal de test uitvoeren. Ook Gasunie Transport
Services (GTS) en het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) zijn hierbij betrokken.
Ten behoeve hiervan geef ik NAM via een wijzigingsbesluit2 de opdracht om deze zomer een test te doen met één productielocatie die sinds 1 april
stilstaat. Het doel van de test is operationele ervaring op te doen met het opstarten
van een productielocatie vanuit de nul-stand naar het waakvlamniveau, met een locatie
die langdurig uitstaat. De testlocatie wordt vanuit de nul-stand opgestart tot het
waakvlamniveau. Zodra een stabiel waakvlamniveau is bereikt, wordt de winning gestaakt
en wordt de testlocatie weer op de nul-stand gezet.
De test op één locatie gaat gepaard met een zeer beperkte hoeveelheid extra gasproductie
van maximaal 10 miljoen Nm3. Vanwege de milde winter komt het totale minimumflowvolume over het gasjaar 2022–2023
lager uit dan de 2,8 miljard Nm3 die is vastgesteld (uitgaande van 40 vorstdagen) en waarop de seismische dreigings-
en risicoanalyse is uitgevoerd. Ondanks deze extra productie door de test blijft de
gaswinning ruim onder dit niveau.
Met deze test kan kennis van en ervaring met het opstarten vanuit de nul-stand worden
opgedaan die ik zal betrekken bij het definitieve vaststellingsbesluit dat ik voor
1 oktober 2023 neem. Hierbij ben ik mij ervan bewust dat de test niet volledig de
situatie nabootst zoals die in de winter van het gasjaar 2023–2024 kan voorkomen.
Met dit wijzigingsbesluit geef ik NAM opdracht om in de zomer een test te doen. Ik
acht de test noodzakelijk om in het volgende gasjaar de gaswinning op nul vast te
kunnen stellen.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
J.A. Vijlbrief