33 529 Gaswinning

32 849 Mijnbouw

Nr. 1143 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 april 2023

Met deze brief geef ik invulling aan de toezegging tijdens het Commissiedebat van 23 maart 2023. Daar heb ik toegezegd de Kamer meer informatie te geven over de varianten van productiewaterverwerking bij de oliewinning in Schoonebeek. Ik zal in deze brief een korte toelichting geven op deze varianten, ingaan op de voortgang van het gebiedsproces in Schoonebeek en stilstaan bij de uitvoering van de motie-Mulder inzake schoner proces en verscherpt toezicht door de SodM in deze casus.

Vier mogelijke varianten productiewaterverwerking

Op 31 januari 2023 heb ik uw Kamer geïnformeerd1 over de voortgang van het gebiedsproces in Schoonebeek. In deze brief worden de vier meest kansrijke varianten voor productiewaterverwerking in Drenthe benoemd. Dit zijn a) geen injectie van productiewater en de verwerking bovengronds, b) deels zuiveren van productiewater en injectie van de reststroom in olieveld (op 800 meter diepte), c) deels zuiveren van productiewater en injectie van de reststroom in gasveld (op 3 km diepte) of d) al het productiewater injecteren in gasveld (op 3 km diepte).Voor de varianten a, b en c moet een zuiveringsinstallatie worden gebouwd.

De initiatiefnemer geeft zelf zijn initiatief vorm. Het voornemen van de NAM ziet op variant d. Circulariteit wordt nagestreefd door het meegeproduceerde water uit de biosfeer te houden en weer terug te brengen in de diepe ondergrond. Zo komen de stoffen afkomstig uit de diepe ondergrond daar uiteindelijk weer terug. Hierbij wordt gebruik gemaakt van andere, diepere formaties in de ondergrond dan waaruit de winning heeft plaatsgevonden.

Royal HaskoningDHV (RHDHV) heeft op verzoek van NAM het rapport Onderzoek Oliewinning Schoonebeek opgesteld. Doel van het onderzoek is achtergrondinformatie te verschaffen voor bestuurders en belanghebbenden ten aanzien van de toekomst van de oliewinning Schoonebeek en de keuzes ten aanzien van de verwerking van het productiewater. Op verzoek van de regionale overheden heeft TNO, in samenwerking met het onafhankelijke kennisinstituut KWR, een review uitgevoerd op deze rapportage, met de vraag of de juiste conclusies uit de beschikbare informatie worden getrokken.

TNO/KWR komt tot de conclusie dat RHDHV de juiste set van mogelijke verwerkingsopties in het vizier heeft en dat RHDHV haar conclusies goed heeft onderbouwd. Van de varianten die RHDHV nader heeft onderzocht, meent TNO/KWR dat RHDHV te optimistisch is over gehele of gedeeltelijke waterzuivering (varianten a, b, en c). De zuiveringstechnieken zijn nog niet beschikbaar op industriële schaal. TNO/KWR zijn behoedzaam over de bestaande zuiveringstechnieken en het tempo van de doorontwikkeling om te komen tot de benodigde schaal. TNO/KWR hebben twijfels of de benodigde ontzoutings- en zuiveringsinstallaties uiteindelijk naar behoren zullen functioneren. Beide rapporten zijn als bijlage bij de brief gevoegd.

Schoner en beter proces

De inzet van het gebiedsproces in Schoonebeek is om te komen tot een schoner en beter proces in dialoog met de omgeving. Daarom zijn bewoners en regionale overheden vroegtijdig betrokken bij het voornemen van de NAM. De gesprekken aan de zogenaamde ontzorgtafel (onderdeel van gebiedsproces) hebben ertoe geleid dat de NAM haar project naar aanleiding van deze gesprekken heeft aangepast. Zo heeft de NAM het voornemen om nieuwe putten aan te leggen met nieuwe materialen. Hierdoor wordt het het risico op lekkages kleiner en zijn er minder mijnbouwhulpstoffen nodig. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de zorgen die bewoners hebben als het gaat om lekkages en het gebruik van mijnbouwhulpstoffen. Bewoners hebben weliswaar geen beslissingsbevoegheden, maar ik constateer dat het gebiedproces wel leidt tot betere betrokkenheid van bewoners en een schoner proces, met oog voor circulariteit. Op deze wijze geef ik uitvoering aan het eerste deel van de motie van het lid Agnes Mulder.2

Zeggenschap bewoners en gebiedsproces

Het gebiedsproces bestaat uit drie pijlers, te weten ontzorgen, bijdragen en vergunnen. Binnen het ontzorgspoor staat het luisteren naar de zorgen van de bewoners en het informeren van deze bewoners centraal. Ik hecht aan de inbreng van de bewoners aan de zogenaamde ontzorgtafel. Zo is geborgd dat binnen het ontzorgspoor het gesprek kan gaan over zorgen en wensen voor de regio Schoonebeek. Los van de vraag of je voor of tegen oliewinning bent. Ik ben zelf aanwezig geweest bij de aftrap van dit gebiedsproces en en heb daar verteld dat er draagvlak moet zijn. Daarmee bedoel ik dat het belangrijk is dat er goed naar bewoners geluisterd wordt, dat zij alle ruimte krijgen om hun zorgen te delen en vragen te stellen. Dat betekent ook dat zorgen of ideeën een plek moeten krijgen in het proces. Dat betekent niet dat iedereen het ermee eens moet zijn, maar wel dat bestuurders en bewoners voldoende betrokken worden bij de vergunningverlening en dat de (proces)stappen helder zijn.

Bij de start van de ontzorgtafel en tijdens de bijeenkomsten zijn de zorgen die bewoners hebben bij de doorgang van dit initiatief genoteerd en geadresseerd via een presentatie en de Q&A-lijst. Al deze informatie is gepubliceerd op de website3. Op basis van de genoemde zorgen zijn informatieve sessies georganiseerd, zodat bewoners dieper konden ingaan op de zorgen die ze hadden, vragen konden stellen en meer informatie konden krijgen. Het resultaat van deze dialoog is vertaald in een zogenaamd afsprakenkader4. Het met elkaar vast te stellen afsprakenkader gaat over voorwaarden en wensen van bewoners, waar de NAM zoveel mogelijk invulling aan geeft.

Reflectieverzoek regionale overheden

Ik heb de regionale en lokale overheden gevraagd om een tussentijdse reflectie op het gebiedsproces in het algemeen en het ontzorgspoor in het bijzonder. Van het waterschap heb ik een positieve reactie terug ontvangen. De gemeenten hebben hierover op respectievelijk 7 en 13 maart gesproken in de raadscommissievergadering. Ik heb de reactie van de gemeente Emmen ontvangen en verwacht binnenkort ook de reacties van de gemeente Coevorden en provincie Drenthe te ontvangen. De gemeente Emmen steunt de opzet van het gebiedsproces maar constateert daarbij dat dit niet automatisch leidt of heeft geleid tot bekendheid, het wegnemen van zorgen en het creëren van draagvlak onder alle betrokkenen. De gemeente doet een aantal aanbevelingen die ik meeneem in het lopende proces. Zo beveelt de gemeente Emmen bijvoorbeeld aan om meer te investeren in de bekendheid van de ontzorgtafel en het vast te stellen afsprakenkader. Daarnaastverzoeken zij om de afspraken zoveel mogelijk onderdeel te maken van de diverse vergunningen. Ook ik hecht er belang aan dat we komen tot een vorm waarin borging van deze afspraken en continuïteit is gewaarborgd.

Vergunningen

Binnenkort zal de NAM de eerste vergunning aanvragen. In deze vergunningaanvraag maakt de NAM de variant voor de verwerking van het productiewater kenbaar. Als Staatssecretaris moet ik alle belangen van de verschillende partijen afwegen en ik geef alleen een vergunning af als het veilig en verantwoord kan plaatsvinden. Zodra NAM een vergunningsaanvraag indient bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat vraag ik aan TNO, het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) en de regionale overheden om advies. Naast de inhoud van die adviezen, kijk ik ook naar andere belangen zoals die van bewoners. Daarbij heb ik uw kamer eerder al toegezegd dat ik daarbij ook de uitkomsten van de enquête die door Dorpsbelangen Schoonebeek wordt georganiseerd, zal betrekken bij mijn beslissing.

Motie van het lid Agnes Mulder over verscherpt toezicht Staatstoezicht op de Mijnen

Het Sodm heeft vanaf het moment dat een vergunning is verleend de toezichthoudende rol. Het SodM is echter onafhankelijk in de inrichting van haar toezicht. Ik zal met het SodM in gesprek gaan over hun rol bij de informatievoorziening tijdens de uitvoering van het te vergunnen project. Doel daarvan is om te kijken op welke wijze monitoringsgegevens en rapportages op een transparante manier kenbaar kunnen worden gemaakt.

Op deze wijze geef ik uitvoering aan het tweede deel van de motie van het lid Agnes Mulder.5

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief

Naar boven