33 529 Gaswinning

Nr. 1138 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 maart 2023

Met deze brief bied ik uw Kamer het rapport Woningmarktontwikkelingen rondom het Groningenveld, eerste kwartaal van 1995 tot en met het tweede kwartaal van 2022 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) aan. Tevens treft u als bijlage bij deze brief de Monitor 2022 en Imagomonitor 2022 aan, die het Nationaal Programma Groningen (NPG) heeft gepubliceerd.

Woningmarktontwikkelingen rondom het Groningenveld

Het CBS onderzoek «Woningmarktontwikkelingen rondom het Groningenveld» (bijlage I) is in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat uitgevoerd. Het CBS onderzoekt sinds 2015 de ontwikkelingen van de woningmarkt rondom het Groningenveld, waarbij het onderzoek sinds 2020 jaarlijks wordt uitgevoerd in plaats van halfjaarlijks. Aanleiding hiervoor waren de aardbevingen rondom het Groningenveld die ontstonden door gaswinning, waardoor de vraag ontstond of, en zo ja welke, invloed deze mogelijk hebben op de omliggende woningmarkt en wat de hieruit voortvloeiende mogelijke beleidswijzigingen zijn.

Het laatste onderzoek toont net als het onderzoek van vorig jaar dat er een krappe woningmarkt is rondom het Groningenveld. Daarmee ontwikkelt de woningmarkt rondom het Groningenveld zich vergelijkbaar met het gebied eromheen. Zo is er in alle gebieden een afname zichtbaar in het aandeel verkochte woningen en vond in alle gebieden een lichte stijging van het aandeel te koop staande woningen plaats. Uitzondering op de vergelijkbare ontwikkelingen is de duur die woningen met een hoge mate van schade te koop staan. De «te koopduur» van deze woningen nam minder sterk af dan in de gebieden buiten het Groningenveld.

Wat opvalt is dat in 2022 meer mensen zijn verhuisd naar gebieden met een hoge mate van schade door aardbevingen dan dat er vertrokken zijn. Dit is pas het geval sinds 2021. Dit kan mogelijk verklaard worden door de krapte op de woningmarkt. Ten slotte is in tegenstelling tot voorgaande onderzoeksrapporten in dit onderzoek geen significant verschil gevonden tussen de gebieden met krimp en zonder krimp.

NPG Monitor 2022 en Imagomonitor 2022

Nationaal Programma Groningen (NPG) wil met haar ambities op het gebied van Economie, Werken en Leren, Leefbaarheid en Natuur en Klimaat een flinke verbetering van het imago van Groningen en de regionale brede welvaart realiseren. De ontwikkelingen op deze terreinen worden jaarlijks in kaart gebracht in de Monitor (bijlage II) en Imagomonitor (bijlage III en IV).

NPG beoogt met haar inzet een positieve bijdrage te leveren aan bovengenoemde aspecten. Er zijn echter ook andere ontwikkelingen die hier invloed op hebben, zoals de nasleep van de Coronacrisis. Zowel in Groningen als op landelijk niveau laat de Monitor 2022 een afname zien van de brede welvaart ten opzichte van de Monitor 2021. De belangrijkste oorzaak hiervoor is de forse afname van de beschikbaarheid van werk in het coronajaar 2020. Op het gebied van onder andere arbeidsparticipatie is echter herstel zichtbaar in 2021. De onderzoekers zijn daarom voorzichtig positief over het herstel na de coronaperiode en de veerkracht van Groningen.

Het onderzoek dat gedaan is naar het imago van Groningen toont een verschil tussen het beeld dat Groningers en niet-Groningers hebben over de regio. Ten opzichte van de nulmeting in 2020 zijn Groningers positiever naar de regio gaan kijken, terwijl het beeld van niet-Groningers iets minder positief is geworden. Hetzelfde beeld komt naar voren bij bedrijven van buiten Groningen. Groningse bedrijven hebben daarentegen een overwegend positief beeld over Groningen. Uit de monitor blijkt dat Groningen nog steeds wordt gewaardeerd als plek om te recreëren, cultuur te beleven en te studeren.

Ten slotte is het belangrijk om op te merken dat het op dit moment nog te vroeg is om de effecten van de inzet van het NPG terug te zien in de beide monitors. Dit komt, omdat het grootste deel van de programmagelden nog niet is uitgegeven en er tot nog toe 33 relatief kleine projecten zijn afgerond. In 2021 is € 47 miljoen uitgegeven en € 110 miljoen toegekend aan projecten. Hoe langer de programmaperiode voortduurt, hoe meer zicht gekregen wordt op de trendmatige ontwikkeling van brede welvaart en imago. Ik zal uw Kamer blijven informeren over deze jaarlijkse onderzoeken.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief

Naar boven