33 523 EU-trendrapport 2013

Nr. 8 RAPPORT BIJ DE NATIONALE VERKLARING 2013

Inhoud

 

Samenvatting

2

     

1

Over de Nationale verklaring

6

1.1

Nationale verklaring 2013

6

1.2

Relevantie van de Nationale verklaring

9

1.3

Nieuwe mogelijkheden van de Nationale verklaring

10

     

2

Oordeel Algemene Rekenkamer bij de Nationale verklaring 2013

12

2.1

Oordeel over de totstandkoming

13

2.2

Oordeel over de kwalificatie van beheers- en controlesystemen

14

2.3

Oordeel over de kwalificatie van financiële transacties

16

     

3

Afdrachten aan de Europese Unie

17

3.1

Afdrachten Nederland aan de Europese Unie

17

3.2

Politieke verantwoordelijkheid voor afdrachten en controle

17

3.3

Conclusie

18

     

4

Aanbevelingen

20

     

5

Bestuurlijke reactie en nawoord

21

     
 

Overzicht aanbevelingen voor ministers

28

 

Bijlage 1 Nationale verklaring 2013

34

 

Bijlage 2 Gebruikte afkortingen

64

 

Bijlage 3 Begrippenlijst

65

 

Literatuur

67

SAMENVATTING

Met de Nationale verklaring (NV)1 wil Nederland bijdragen aan een beter beheer, een betere controle en een betere verantwoording van de EU-gelden die Nederland in gedeeld beheer met de Europese Commissie besteedt. De minister van Financiën geeft de Nationale verklaring jaarlijks namens het kabinet af. De NV is gericht aan de Europese Commissie en aan het Nederlandse parlement. De Algemene Rekenkamer geeft jaarlijks aan het parlement een oordeel over de Nationale verklaring.

Vanwege de gelaagde verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden in de Europese Unie, is een Nationale verklaring een onmisbaar instrument voor een goede aansluiting tussen de nationale en de Europese publieke verantwoording. Het vrijwillig uitbrengen van de Nationale verklaring door de minister van Financiën is een goed besluit geweest. Het is belangrijk dat de minister achter het instrument blijft staan en het gebruik ervan door andere lidstaten blijft stimuleren.

Als tweede stap zien wij nieuwe mogelijkheden om het instrument te verbreden en daarmee de toegevoegde waarde te vergroten. Naast toevoeging van de afdrachten aan de Europese Unie kan de NV betrekking hebben op de doeltreffendheid en doelmatigheid van subsidies in de Nationale verklaring. Ook de verantwoording en transparantie over de begrotingsdiscipline en de uitvoering van hervormingsprogramma’s die het gevolg zijn van steunprogramma’s kunnen naar onze mening via een Nationale verklaring plaatsvinden. In ons EU-trendrapport 2013 (Algemene Rekenkamer, 2013) bevelen wij aan om een lidstaatverklaring als een verplicht onderdeel van steunprogramma’s te maken.

Oordeel

Over de Nationale verklaring 2013 zijn we over het geheel genomen positief. De verklaring is over het geheel genomen deugdelijk tot stand gekomen, geeft een goede kwalificatie van het functioneren van de beheers- en controlesystemen en de rechtmatige besteding van gelden van de Europese Unie in Nederland.

Nationale verklaring 2013

De NV 2013 heeft betrekking op een totaal verantwoord subsidiebedrag van € 1.276,4 miljoen, verdeeld over negen fondsen.

Verantwoordelijke minister, Europees fonds en periode waarvoor subsidies zijn ontvangen

Bijdrage uit EU-fonds (in € mln.)

Minister van Economische Zaken

 

1. Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) (16-10-11 t/m 15-10-12)

865,0

2. Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (16-10-11 t/m 15-10-12)

97,1

3. Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) (2011)

158,6

4. Europees Visserijfonds (EVF) (2011)

4,5

Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

 

5. Europees Sociaal Fonds (ESF) (2011)

139,8

6. Europees Integratiefonds (EIF)

 

a. Jaarprogramma 2008 (01-01-08 t/m 30-06-10)

1,3

b. Jaarprogramma 2009 (01-01-09 t/m 30-06-11)

1,9

Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie

 

7. Europees Buitengrenzenfonds (EBF) (01-01-09 t/m 30-06-11)

3,3

8. Europees Terugkeerfonds (ETF) (01-01-09 t/m 30-06-11)

1,7

9. Europees Vluchtelingenfonds (EVLF) (01-01-09 t/m 30-06-11)

3,2

De verantwoordelijke bewindspersonen bieden inzicht en benoemen verbeterpunten voor het beheer, controle en de rechtmatige besteding van de gelden uit het EFRO, het EVF en de Migratiefondsen (EBF, ETF, EVLF en EIF).

Zonder afbreuk te doen aan ons positieve oordeel over de Nationale verklaring 2013, vragen we – in aanvulling op het voorgaande – voor onderstaande onderwerpen aandacht.

ELGF, ELFPO, EFRO en EVF

Van de minister van Economische Zaken (EZ) verwachten we blijvende aandacht voor ingezette verbeteringen en het oplossen van onderstaande tekortkomingen:

  • Het niet-voldoen aan de controle-eisen en het onvoldoende korten van subsidies bij geconstateerde niet-naleving van randvoorwaarden op het gebied van dierenwelzijn, milieu en diergezondheid. Deze tekortkomingen bestaan al sinds het begin van het huidige landbouwprogramma. Hoewel de minister herstelmaatregelen heeft genomen is het gewenste niveau nog niet bereikt.

  • Het vorderingenbeheer, controle op betaalaanvragen, administratieve controle ter voorkoming van onregelmatige dubbele financiering en de informatiebeveiliging bij het ELFPO-beheer van Dienst Landelijk Gebied.

  • De foutpercentages in de betaalaanvragen. Deze zijn in het boekjaar 2011 – ondanks beheersingsmaatregelen – bij twee van de vier EFRO-programma’s (Noord en Zuid) boven de tolerantiegrens uitgekomen van 2% van het totaal aan subsidiabele kosten. Wel zijn de foutpercentages na indiening van de betaalaanvragen conform de EC-systematiek in 2012 tijdig teruggebracht tot onder de 2%.

  • Het beheer en de controle van het EVF. Dit beheer is nog niet op het gewenste niveau: er moesten grote correcties op gedeclareerde uitgaven plaatsvinden om aan de Europese normen te voldoen.

EBF, ETF en EVLF

Van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (VenJ) verwachten we blijvende aandacht voor ingezette verbeteringen en het oplossen van:

  • De bestaande tekortkomingen – zoals al toegezegd in 2012 – in de beheers- en controlesystemen in 2013. De verantwoording van het EBF, het ETF en het EVLF moet tijdig worden opgeleverd. Daarvoor is specifiek aandacht nodig voor het gebruik van een planningstool, het functioneren van het toezicht op de projecten en de vaststelling van subsidies.

  • De onderuitputting van het ETF en EVLF, om te voorkomen dat subsidies van de Europese Commissie niet besteed kunnen worden.

ESF en EIF

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) roepen we op door te gaan op de goede weg voor het beheer en de controle van het ESF. Positief nieuws is dat de Europese Commissie op grond van artikel 73(3) van de Verordening (EG) nr. 1083/2006 haar vertrouwen heeft uitgesproken in het oordeel van de Auditautoriteit, waardoor de auditactiviteiten van de Commissie in Nederland beperkt worden.

Van de bestaande tekortkomingen in het beheer en de controle van het EIF verwachten we dat de minister deze in 2013 oplost, vooral de tijdige oplevering van verantwoordingsstukken. Het is de vorige verantwoordelijke minister (minister voor Immigratie, Integratie en Asiel) niet gelukt om tijdig de financiële verantwoording van het EIF jaarprogramma 2008 op te leveren. Deze ontbrak daardoor vorig jaar in de Nationale verklaring. Inmiddels is dit hersteld, maar ook het jaarverslag betreffende het jaarprogramma 2009 was niet voor 30 april 2012 gereed. Specifiek is verbetering nodig voor het gebruik van een planningstool, het functioneren van het toezicht op de projecten en de vaststelling van subsidies.

Afdrachten aan de Europese Unie

Van de ministers van Financiën, Buitenlandse Zaken (BZ) en EZ vragen wij opnieuw aandacht voor de verantwoording over de afdrachten aan de eigen middelen van de Europese Unie. Omdat de afdrachten niet zijn opgenomen in de Nationale verklaring, kunnen wij deze niet in ons oordeel betrekken. Opname van de afdrachten in de Nationale verklaring achten wij wenselijk om te kunnen beschikken over een integrale EU-verantwoording op lidstaatniveau en aan te sluiten op de door de Europese Rekenkamer gecontroleerde Europese begroting.

Door opname van de afdrachten in de Nationale verklaring verantwoordt het kabinet zich expliciet over:

  • de totstandkoming van de verantwoording;

  • het functioneren van de beheers- en controlesystemen;

  • de juistheid, volledigheid en rechtmatigheid van de afdrachten.

Het Nederlandse en Europese parlement krijgen zo inzicht in de wijze waarop de lidstaat zijn verantwoordelijkheid voor de afdrachten invult. Dit is bovendien een belangrijke verbetering van de publieke verantwoording op nationaal niveau omdat hiermee de diffuse verantwoordelijkheidsverdeling tussen de ministers van BZ, EZ en Financiën kan worden toegelicht en er meer zekerheid wordt verkregen over de verantwoorde afdrachten en het functioneren van de onderliggende systemen.

Reactie kabinet en nawoord Algemene Rekenkamer

In reactie op onze conclusies en aanbevelingen hebben de ministers van Financiën, SZW en de staatssecretarissen van EZ en van VenJ toegezegd zestien van de achttien openstaande aanbevelingen over te nemen. Twee aanbevelingen, die beide betrekking hebben op verdere ontwikkeling van de reikwijdte van de verklaring, nemen de bewindslieden niet over:

  • de herhaalde aanbeveling voor het opnemen van de eigen middelen in de Nationale verklaring;

  • de nieuwe aanbeveling over het toevoegen van informatie in de Nationale verklaring over de doeltreffendheid en doelmatigheid van de Europese fondsen in gedeeld beheer.

Het niet-verplichtend karakter van de Nationale verklaring laat ons geen andere optie open dan onze teleurstelling uit te spreken over het niet opnemen van de afdrachten in de NV. Wij persisteren in de opvatting dat opname van de afdrachten in de Nationale verklaring een belangrijke toegevoegde waarde heeft, omdat de huidige publieke verantwoording onvoldoende inzicht biedt in de onderliggende beheers- en controlesystemen.

Wij zien een integrale verantwoording over de rechtmatigheid en de doeltreffendheid en doelmatigheid in één document als optimale publieke verantwoording. Dit voorkomt dat verschillende documenten moeten worden geraadpleegd om een totaalbeeld te krijgen over de resultaten van de ingezette subsidies. De bestaande evaluaties kunnen gebruikt worden om de doelmatigheid te combineren met de verantwoording over de (rechtmatige) besteding van de EU-subsidies.

1 OVER DE NATIONALE VERKLARING

Dit rapport bevat de uitkomsten van ons onderzoek naar de Nationale verklaring 2013.2 De Nationale verklaring over de verantwoordingscyclus 2012 heeft betrekking op het functioneren van de beheers- en controlesystemen en de rechtmatigheid, juistheid en volledigheid van de verantwoorde financiële transacties, die in de betreffende verantwoordingsperiode bij de Europese Commissie zijn gedeclareerd. Met de Nationale verklaring wil Nederland bijdragen aan een beter beheer, een betere controle en een betere verantwoording van de EU-gelden die Nederland in gedeeld beheer met de Europese Commissie besteedt. De minister van Financiën geeft de Nationale verklaring jaarlijks namens het kabinet af en is gericht aan de Europese Commissie en aan het Nederlandse parlement. De Algemene Rekenkamer geeft jaarlijks voor het parlement een oordeel over de Nationale verklaring.

De minister van Financiën heeft met zijn Nationale verklaring een belangrijk instrument in handen dat een belangrijke bijdrage levert aan de governance van de Europese verantwoordelijkheden van de lidstaat Nederland. Wij prijzen de minister voor het initiatief en het vasthouden aan de Nationale verklaring. De Nationale verklaring inclusief onze controle hierop geeft een beter beeld van de kwaliteit van de beheers- en controlesystemen en de rechtmatigheid van de Europese subsidies die, in gedeeld beheer met de Europese Commissie, in Nederland worden besteed.

In ons EU-trendrapport 2013 (Algemene Rekenkamer, 2013) melden wij dat tot op heden slechts vier lidstaten een nationale publieke verantwoording over de besteding van de Europese subsidies in de lidstaat hebben opgesteld. Ondanks het beperkte Europese draagvlak benadrukken wij dat Nederland aandacht moet blijven geven aan publieke verantwoording en externe controle op het niveau van de lidstaat. Publieke verantwoording en externe controle zijn immers essentiële onderdelen van goed openbaar bestuur.

1.1 Nationale verklaring 2013

In tabel 1 is voor de NV 2013 weergegeven welke fondsen en bedragen het betreft en welke minister hiervoor verantwoordelijk is.

Tabel 1 Overzicht Europese fondsen per verantwoordelijke minister, de subsidieperiode en de bijbehorende subsidiebijdrage die onder de reikwijdte van de Nationale verklaring 2013 vallen

Verantwoordelijke minister, Europees fonds en periode waarvoor subsidies zijn ontvangen

Bijdrage uit EU-fonds

(in € mln.)

Minister van Economische Zaken

 

1. Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF)

(16-10-11 t/m 15-10-12)

865,0

2. Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)

(16-10-11 t/m 15-10-12)

97,1

3. Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO)

(2011)

158,6

4. Europees Visserijfonds (EVF)

(2011)

4,5

Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

 

5. Europees Sociaal Fonds (ESF)

(2011)

139,8

6. Europees Integratiefonds (EIF)

 

a. Jaarprogramma 2008

(01-01-08 t/m 30-06-10)

1,3

b. Jaarprogramma 2009

(01-01-09 t/m 30-06-11)

1,9

Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie

 

7. Europees Buitengrenzenfonds (EBF)

(01-01-09 t/m 30-06-11)

3,3

8. Europees Terugkeerfonds (ETF)

(01-01-09 t/m 30-06-11)

1,7

9. Europees Vluchtelingenfonds (EVLF)

(01-01-09 t/m 30-06-11)

3,2

Subsidiebijdragen uit Europese fondsen verantwoord in Nationale verklaring 2013

1.276,4

De verantwoorde bedragen in de Nationale verklaring 2013 hebben vanwege Europese regelgeving betrekking op diverse periodes.

Zo wordt voor de landbouwfondsen ELGF en ELFPO op jaarbasis afgerekend met de Europese Commissie over de verantwoordingsperiode van 16 oktober 2011 t/m 15 oktober 2012. De Europese Commissie vraagt hiervoor van Nederland verantwoordings- en controle-informatie in januari 2013. Het Directorate-General for Agriculture and Rural Development (DG AGRI) verantwoordt zich vervolgens in de activiteitenverslagen per fonds.

Bij de andere fondsen worden dezelfde stappen doorlopen, maar gelden andere verantwoordingsperioden.

Voor de structuurfondsen (EFRO en ESF) en het EVF is dit het kalenderjaar 2011. De Europese Commissie vraagt hiervoor van Nederland verantwoordingsinformatie in juni 2012 en controle-informatie in december 2012.

Bij de migratiefondsen is de verantwoordingsperiode 1 januari 2009 t/m 30 juni 2011. De Europese Commissie vraagt hiervoor van Nederland verantwoordingsinformatie in april 2012 en controle-informatie in december 2012.

De Nationale verklaring omvat een verantwoording van de negen fondsen gezamenlijk. Wij bieden ons oordeel over de Nationale verklaring aan het parlement aan op de derde woensdag in mei.

Figuur 1 Subsidiebeheer, verantwoording en controle, situatie in Nederland

Figuur 1 Subsidiebeheer, verantwoording en controle, situatie in Nederland

In onderstaand figuur worden de gerealiseerde uitgaven ten opzichte van de toegekende budgetten door de Commissie weergegeven voor de huidige programmaperiode (2007–2013). In de regelgeving en systematiek van Europa loopt de periode waarin uitgaven voor de genoemde programmaperiode gedeclareerd kunnen worden nog enkele jaren door (tot 31 december 2015).

Figuur 2 Uitputting van EU-subsidies (2007–2013)

Figuur 2 Uitputting van EU-subsidies (2007–2013)

Voor de programmaperiode 2007 t/m 2013 heeft de Europese Commissie budgetten gereserveerd. De voor Nederland begrote uitgaven voor de programmaperiode 2007–2013 zijn:

  • voor EFRO en ESF elk € 830 miljoen;

  • voor ELFPO € 593,2 miljoen;

  • voor EVF € 48,6 miljoen;

  • voor de migratiefondsen (EBF, ETF, EVLF en EIF) € 115 miljoen.

In relatie tot de beschikbare budgetten is de realisatie van de bestedingen tot en met de verantwoorde periodes nog beperkt. De beperkte uitputting in de beginjaren werd voornamelijk veroorzaakt door aanloopproblemen betreffende het inrichten van de beheers- en controlesystemen. Verder dient voor het beeld van de uitputting opgemerkt te worden dat dit voor het merendeel van de fondsen geen actueel beeld is. De realisatie heeft namelijk betrekking op oudere jaren. Zo zijn de uitgaven in 2012 voor zeven van de acht fondsen nog niet in het overzicht verwerkt, omdat de verantwoording daarover nog niet beschikbaar is. Bij het Europees Visserijfonds loopt Nederland het risico dat de budgetten niet volledig benut kunnen worden vanwege de correctie die voortkomt uit de «N+2»-regeling.3

1.2 Relevantie van de Nationale verklaring

Voor de ontwikkeling van Europa werken de 27 lidstaten samen waarbij sprake is van een complexe verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden. De politieke verantwoordelijkheden liggen ofwel op Europees dan wel op nationaal niveau of ze worden gedeeld. Voor de uitoefening van democratische controle en openheid naar de Europese burgers toe zal de publieke verantwoording hierop moeten aansluiten. Een belangrijke voorwaarde daarvoor is het afleggen van verantwoording en de daarbij behorende assurance via externe controle op lidstaatniveau.

Het achteraf afleggen van verantwoording en externe controle op het niveau van de (gelaagde politieke) verantwoordelijkheden krijgen in de praktijk vaak onvoldoende aandacht. Publieke verantwoording op het niveau van de lidstaat is van belang in Nederland, maar is ook van belang voor een inhoudelijke en zinvolle verantwoording die bruikbaar is voor de Europese Commissie en het Europees Parlement om richting en sturing aan het beleid te geven. De Nationale verklaring is de enige manier om een goede aansluiting tussen nationale en Europese publieke verantwoording mogelijk te maken.

1.3 Nieuwe mogelijkheden van de Nationale verklaring

Het is belangrijk dat de minister van Financiën achter het instrument Nationale verklaring blijft staan en het gebruik door andere lidstaten waar mogelijk blijft stimuleren. Als tweede stap en ter onderbouwing van de toegevoegde waarde en de relevantie voor publieke verantwoording kan gebruikgemaakt worden van de mogelijkheden en kansen die het instrument Nationale verklaring biedt. Naast toevoeging van de afdrachten aan de Europese Unie in de Nationale verklaring (zie hoofdstuk 3) kan dit betrekking hebben op de doeltreffendheid en doelmatigheid van subsidies, verantwoording over de begrotingsdiscipline en de uitvoering van hervormingsprogramma’s die het gevolg zijn van steunprogramma’s.

Doeltreffendheid en doelmatigheid van subsidies

De Nationale verklaring 2013 bevat de verantwoording van het Nederlandse kabinet over de in Nederland besteedde Europese subsidies in gedeeld beheer. De reikwijdte van de verklaring betreft de getrouwe weergave en de rechtmatigheid van de subsidies. Hiermee is voorzien in verantwoording over een belangrijke basisvoorwaarde voor goed openbaar bestuur. Daarnaast is het echter van belang om te weten of de subsidies ook voldoen aan de criteria die gelden voor doeltreffendheid, 4 efficiency en zuinigheid (Algemene Rekenkamer, 2012).

De Europese evaluatieverplichtingen geven tot op heden echter onvoldoende inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van Europese subsidies (Algemene Rekenkamer, 2013). Meer inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid in de Nationale verklaring kan bijdragen aan inzicht in en draagvlak voor het subsidiebeleid of aan heroverweging van het subsidiebeleid.5 Wij bevelen het kabinet aan na te denken over een periodieke nationale verantwoording volgens de hiervoor genoemde criteria voor doeltreffendheid en doelmatigheid en ook andere lidstaten te stimuleren om verantwoording hierover af te laten leggen.

Verantwoording over de begrotingsdiscipline onder andere in het kader van Europees semester

Vanuit het perspectief van begrotingsdiscipline kan de minister toelichten hoe bewaakt wordt dat aan de Europese vereisten wordt voldaan en welke informatie beschikbaar is om dit te kunnen beoordelen. Hierbij is het van belang te onderkennen dat de Europese Commissie en de EU-lidstaten via de EMU-cijfers volgen in hoeverre de lidstaten zich aan de voorwaarden voor de Europese en Monetaire Unie (EMU) houden. De EMU-realisatiecijfers worden veelal opgesteld door statistische instituten, in Nederland door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Regelgeving van de Europese Commissie met als doel een betere publieke verantwoording, vraagt de verantwoordelijke lidstaat expliciet om inzicht te geven in de getroffen maatregelen om de kwaliteit van de statistieken te waarborgen via jaarlijkse verslagen.6

Uitvoering van hervormingsprogramma’s

Een jaarlijkse Nationale verklaring voor lidstaten die gelden uit noodfondsen7 ontvangen kan een instrument zijn om inzicht te krijgen in uitvoering van hervormingsprogramma’s in de betreffende lidstaten. In het EU-trendrapport 2013 (Algemene Rekenkamer, 2013) hebben we de minister van Financiën de aanbeveling gedaan om in de Ecofin aan de orde te stellen dat EU-lidstaten die gelden uit de noodfondsen ontvangen een jaarlijkse lidstaatverklaring moeten gaan opstellen die niet alleen de besteding van gelden uit de reguliere EU-begroting omvat, maar ook de gelden vanuit de Europese noodfondsen. Verantwoording over de uitvoering van de hervormingsprogramma’s, aangevuld met assurance (door externe controle) over de betrouwbaarheid, draagt bij aan inzicht in de rechtmatige en doelmatige besteding van de financiële steun.

Leeswijzer

In hoofdstuk 2 geven wij ons oordeel over de Nationale verklaring 2013. In hoofdstuk 3 geven wij onze bevindingen van ons onderzoek naar de afdrachten aan de Europese Unie (de eigen middelen), gevolgd door ons nawoord. Dit rapport sluit af met een overzicht van de belangrijkste aanbevelingen en de toezeggingen die de ministers daarop hebben gedaan.

Op www.rekenkamer.nl hebben wij achtergrondinformatie opgenomen over de Nationale verklaring. Naast een meer technische toelichting op de (totstandkoming van de) Nationale verklaring en onze onderzoeksaanpak, gaan we daarin dieper in op onze onderzoeksbevindingen en de onderliggende deelverklaringen.

2 OORDEEL ALGEMENE REKENKAMER BIJ DE NATIONALE VERKLARING 2013

Wij hebben de Nationale verklaring 2013 (inclusief de bijbehorende consolidatiestaten)8 onderzocht en van een oordeel voorzien. De Europese verordeningen stellen per fonds verschillende eisen aan beheer, controle en verantwoording. Dat betekent dat de Nationale verklaring maatwerk vereist.

Ons oordeel bij de Nationale verklaring 2013 richt zich op drie onderdelen:

  • De totstandkoming van de Nationale verklaring en de onderliggende deelverklaringen met bijbehorende consolidatiestaten.

  • De kwalificatie van de systemen en de daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de EU-fondsen.

  • De kwalificatie van de wettigheid, regelmatigheid, juistheid en volledigheid van de verantwoorde financiële transacties tot op het niveau van eindbegunstigde.

Nationale verklaring 2013

De volledige tekst van de door de minister van Financiën namens het kabinet ondertekende Nationale verklaring 2013 is opgenomen in bijlage 1 van dit rapport. In onderstaand kader hebben wij deze samengevat.

Door de Minister van Financiën ondertekende Nationale verklaring 2013

Op 12 maart 2013 heeft de minister van Financiën de Nationale verklaring 2013 ondertekend.

De Nationale verklaring is positief over de beheers- en controlesystemen van vier van de negen betrokken EU-fondsen in Nederland. De verklaringen over de systemen betreffende de vier migratiefondsen (EIF, EBF, ETF, EVLF) en het EVF bevatten voorbehouden wegens tekortkomingen in het functioneren van de beheers- en controlesystemen. Bij EVF zijn de managementverificaties en de informatiebeveiliging van de automatisering niet op orde. Bij de migratiefondsen schieten het gebruik van een goed planningsinstrument, het functioneren van het toezicht op de projecten en de vaststelling van subsidies tekort.

De verklaring is positief over de rechtmatigheid, juistheid en volledigheid van de uitgaven en ontvangsten betreffende de landbouwfondsen (ELGF en ELFPO), het ESF, het EIF, het EBF, het ETF en het EVLF. De verklaring over de uitgaven en ontvangsten voor het EFRO bevat een voorbehoud vanwege geconstateerde onrechtmatigheden, die voor een belangrijk deel zijn gecorrigeerd in een betaalaanvraag voor het volgende verantwoordingsjaar. De verklaring over de uitgaven en ontvangsten voor het EVF bevat een voorbehoud vanwege geconstateerde onzekerheden.

In de bijlage licht de minister van Financiën de in 2012 door de Europese Commissie verrekende financiële correctie van in totaal € 20,7 miljoen toe. Verder heeft de minister een overzicht met de lopende onderzoeken van de Europese Commissie opgenomen met een korte toelichting op de bevindingen en indien bekend de door de Europese Commissie voorgestelde financiële correctie.

In de verantwoordingsperiode waar de Nationale verklaring 2013 betrekking op heeft (zie figuur 1 in de Inleiding), zijn ten laste van alle fondsen door Nederland uitgaven gedeclareerd bij de Europese Commissie. De Nationale verklaring heeft betrekking op de financiële realisatiecijfers in de volgende tabel. De NV 2013 heeft betrekking op een totaal verantwoord subsidiebedrag van € 1.276,4 miljoen, verdeeld over negen fondsen en verschillende verantwoordingsperioden.

Tabel 2 Financiële realisatiecijfers Nationale verklaring 2013

Europees Fonds

verantwoordingsperiode

Bij de Europese Commissie gedeclareerde uitgaven

(in € mln.)

Vorderingen1

(in € mln.)

Landbouwfondsen (ELGF +ELFPO)

16 oktober 2011 t/m 15 oktober 2012

Totaal, waarvan:

• ELGF

• ELFPO

962,12

865,0

97,1

71,7

71,2

0,5

EFRO3

1 januari 2011 t/m 31 december 2011

Subsidiabele kosten

Aandeel uit EFRO

369,4

158,6

0

EVF

1 januari 2011 t/m 31 december 2011

Subsidiabele kosten

Aandeel uit EVF

22,8

4,5

0

ESF

1 januari 2011 t/m 31 december 2011

Subsidiabele kosten

Aandeel uit ESF

338,7

139,8

0

Migratiefondsen EIF, EBF, ETF en EVLF

1 januari 2009 t/m 30 juni 2011

Subsidiabele kosten EIF 2008

Aandeel uit EIF 2008

2,4

1,3

0,3

Subsidiabele kosten EIF 2009

Aandeel uit EIF 2009

3,2

1,9

0,1

Subsidiabele kosten EBF

Aandeel uit EBF

4,9

3,3

0,6

Subsidiabele kosten ETF

Aandeel uit ETF

3,2

1,7

0,3

Subsidiabele kosten EVLF

Aandeel uit EVLF

5,5

3,2

0,1

X Noot
1

Dit betreft foutieve betalingen en/of onrechtmatigheden die bij de eindbegunstigden worden teruggevorderd.

X Noot
2

Saldo van de uitgaven en ontvangsten die zijn verantwoord in de consolidatiestaat.

X Noot
3

De consolidatiestaat voor het EFRO betreft het totaal van de uitgaven van de vier EFRO-programma’s. Voor de structuurfondsen (EFRO, ESF en, EVF) en migratiefondsen geldt dat er sprake is van cofinanciering. De totale subsidiabele kosten worden voor een deel vanuit het Europese fonds betaald en voor het andere deel uit andere financieringsbronnen (ministerie, lagere overheden, bedrijven, instellingen etc.). Op grond van de Europese richtlijnen dienen zowel de totale subsidiabele kosten als het aandeel van het desbetreffende fonds te worden opgenomen in de betaalaanvraag.

2.1 Oordeel over de totstandkoming

Oordeel

Naar ons oordeel is de Nationale verklaring 2013, zoals die door de minister van Financiën namens het kabinet is afgegeven, over het geheel genomen deugdelijk tot stand gekomen.

Zonder afbreuk te doen aan ons positieve oordeel over de totstandkoming van de Nationale verklaring, vragen wij aandacht voor het naleven van de afspraken die zijn vastgelegd in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2013 wat de deadlines voor het opleveren van onderliggende deelverklaringen betreft. Het werken met conceptversies in de audits is soms niet te vermijden, maar daarbij dient wel rekening gehouden te worden met de eis dat de deelverklaringen moeten zijn ondertekend en in de controledossiers van de auditor moeten zitten. Tevens dient er sprake te zijn van een zorgvuldige aansluiting van de financiële cijfers in onderliggende documenten op die van de verantwoordingsstukken. Hiermee kan voorkomen worden dat er correctiebladen met bijbehorende assurance opgesteld moeten worden, zoals het afgelopen jaar bij de migratiefondsen en het EVF het geval was.

2.2 Oordeel over de kwalificatie van beheers- en controlesystemen

Oordeel

Wij zijn van oordeel dat de Nationale verklaring 2013 een deugdelijke kwalificatie geeft van het functioneren van de door Nederland opgezette beheers- en controlesystemen (en de daarin vervatte maatregelen) voor de in de Nationale verklaring 2013 verantwoorde uitgaven en ontvangsten betreffende de Europese fondsen.

Zonder afbreuk te doen aan ons positieve oordeel over de kwalificatie van het functioneren van de systemen in de Nationale verklaring, vragen wij aandacht voor een aantal punten.

EFRO

Het beheer en de controle van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling voor de programma’s Noord en Zuid dient verder verbeterd te worden. De geconstateerde onrechtmatigheden voor het EFRO in de in 2011 ingediende betaalaanvragen van de programma’s Noord en Zuid overschreden de voor de controle gehanteerde materialiteit van 2%. De geconstateerde fouten zijn conform de EC-systematiek in 2012 vervolgens tijdig teruggebracht tot onder de 2% door deze te corrigeren via betaalaanvragen in 2012, zoals ook is toegelicht in de Nationale verklaring 2013.

De onderzochte systemen van beheer en controle van de vier operationele EFRO-programma’s functioneerden in de onderzochte periode 2010–2011 over het geheel genomen voldoende effectief, hoewel nog enkele verbeteringen nodig zijn. De resterende verbeterpunten bij de managementautoriteiten betreffen vooral de managementverificaties (alle managementautoriteiten, behalve EFRO Oost) en ICT (alle managementautoriteiten). Bij de certificeringsautoriteit dient het controlespoor (EFRO Noord en Zuid) en het belangrijke certificeringsproces (EFRO Noord en in het bijzonder EFRO Zuid) verbeterd te worden. De certificeringsautoriteit kreeg wisselende scores voor haar werkzaamheden bij de vier operationele programma’s: tweemaal een score 1 (systeem werkt goed, slechts minimale verbeteringen zijn nodig), eenmaal een score 2 (systeem werkt, maar enkele verbeteringen zijn nodig), en eenmaal een score 3 (systeem werkt gedeeltelijk, substantiële verbeteringen zijn nodig). De certificeringsautoriteit heeft aangegeven de noodzakelijke verbeteringen in 2012 te hebben doorgevoerd.

EVF

De onderzochte systemen van beheer en controle van het operationeel programma EVF functioneerden in de onderzochte periode 2011–2012 onvoldoende effectief. De managementverificaties en ICT voldeden niet aan de daaraan te stellen eisen. De managementautoriteit kreeg de score 3 (systeem functioneert gedeeltelijk, substantiële verbeteringen zijn nodig) en de certificeringsautoriteit score 2 (systeem werkt, maar enkele verbeteringen zijn nodig).

Landbouwfondsen

Het beheer en de controle van de landbouwfondsen is het afgelopen jaar op onderdelen verbeterd. Dit geldt vooral voor het beheer en de controle voor de Dienst Landelijk Gebied (DLG, verantwoordelijk voor het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling) en het beleid van het ministerie om correcties van de Europese Commissie te beperken. DLG moet nog wel verder op de ingeslagen weg wat betreft het vorderingenbeheer, de toepassing van sancties, de informatiebeveiliging en administratieve controle om onregelmatige dubbele financiering te voorkomen.

Een structureel aandachtspunt is het onvoldoende handhaven van de randvoorwaarden wat dierenwelzijn, milieu en diergezondheid betreft. De Europese Commissie heeft hiervoor een financiële correctie opgelegd voor de periode 2006–2008 (€ 14,5 miljoen). Het sanctiebeleid is hierbij een belangrijk aspect: indien de kans op een inspectie laag is en de boete beperkt (nu veelal 3%, was 1%), dan is de kans groot dat boeren dit risico incalculeren. Hoewel de minister herstelmaatregelen heeft genomen, is het gewenste niveau nog niet bereikt (zie verder § 3.3 van de toelichting bij dit rapport).

Migratiefondsen

De met het beheer belaste autoriteiten van de migratiefondsen EIF, ETF, EVLF en EBF kenden personele problemen in de beginperiode. Hierdoor hebben de Verantwoordelijke autoriteit en gedelegeerde instantie monitorbezoeken veelal niet uitgevoerd voor de jaarprogramma’s 2007, 2008 en 2009. Deze bezoeken zijn bedoeld om de opvolging van de Europese subsidievoorwaarden na te gaan. Vervolgens bleek bij de vaststelling door de Verantwoordelijk autoriteit en bij de tweedelijnscontrole door de Auditautoriteit dat bij een substantieel deel van de projecten de Europese subsidievoorwaarden onvoldoende waren opgevolgd. Dit leidde tot terugvordering van eerder verstrekte voorschotten, waarmee de fouten uiteindelijk zijn hersteld.

De conclusie is dat de interne controle door de Verantwoordelijke autoriteit en gedelegeerde instantie (de eerstelijnscontrole) fouten onvoldoende hebben kunnen voorkomen. De Auditautoriteit heeft dit via de externe controle veelal moeten ondervangen. Hiermee wordt niet voldaan aan de normen die gelden voor een adequate eerstelijnscontrole.

Verder zijn alle financiële jaarverslagen van de migratiefondsen door de Verantwoordelijke autoriteit te laat ingeleverd bij de Europese Commissie. Voor ons onderzoek naar de Lidstaatverklaring 2011 konden we in 2012 de cijfers van het jaarprogramma 2008 van het EIF dan ook niet meenemen, aangezien deze cijfers nog niet gereed waren. Dit financieel verslag EIF 2008 hebben we nu wel in de controle betrokken, tegelijk met de cijfers van het jaarprogramma 2009 van de migratiefondsen. Pas in de tweede helft van 2012 is extra personeel ingezet om achterstanden weg te werken. Hoewel we wel verbetering zien, is een tijdige indiening van de jaarverslagen ondanks de toezegging van de minister nog niet gerealiseerd.

Naast de niet tijdige oplevering van de financiële jaarverslagen functioneerde de onderzochte beheers- en controlesystemen in de onderzochte periode onvoldoende wat betreft het gebruik van een planningstool, het functioneren van het toezicht op de projecten en de vaststelling van subsidies zoals ook vermeld in de deelverklaring.

2.3 Oordeel over de kwalificatie van financiële transacties

Oordeel

Naar ons oordeel geeft de Nationale verklaring 2013 een deugdelijke kwalificatie van de financiële transacties tot op het niveau van eindbegunstigden betreffende de Europese fondsen.

De bij de Europese Commissie ingediende betaalaanvragen betreffende het EFRO bevatten te veel onrechtmatigheden. De geconstateerde fouten zijn inmiddels grotendeels door de uitvoerende autoriteiten gecorrigeerd in betaalaanvragen voor het volgende verantwoordingsjaar.

De deelverklaring EVF bevat een voorbehoud bij de rechtmatigheid van de uitgaven. Dit voorbehoud betreft de afwikkeling van een bevinding. Er bestond namelijk onzekerheid over de interpretatie hiervan door de Europese Commissie. Inmiddels heeft de Europese Commissie de rapportages van de Auditautoriteit geaccepteerd en is er niet langer sprake van een onzekerheid.

3 AFDRACHTEN AAN DE EUROPESE UNIE

Wij vinden opname van de afdrachten (eigen middelen) in de Nationale verklaring wenselijk om te kunnen beschikken over een integrale EU-verantwoording op lidstaatniveau. Dit was ook de oorspronkelijke ambitie van het kabinet bij de introductie van de Nationale verklaring in 2006.12 Eigen middelen zijn financieringsbronnen die van rechtswege aan de Europese Unie toevallen, zonder dat nadere besluiten van de nationale autoriteiten nodig zijn.

3.1 Afdrachten Nederland aan de Europese Unie

In 2011 heeft Nederland volgens het financieel jaarverslag 2011 van de Europese Commissie € 5.869 miljoen aan de Europese Commissie afgedragen over 2011 (Europese Commissie, 2012). Hiervan was 72% (€ 4.215 miljoen) berekend op basis van het bruto nationaal inkomen (bni, in 2011 € 608,1 miljard). Nederland ontving aan subsidies € 2.064 miljoen. Over 2011 droeg Nederland netto € 3.805 miljoen, oftewel 0,6% van het bni af aan de Europese Unie. Nederland behoort tot de top vijf EU-landen die meer afdragen dan ontvangen.13 Het totaal van de eigen middelen van de EU wordt bepaald door 1,24% te nemen van de som van de bni’s van alle lidstaten.14

3.2 Politieke verantwoordelijkheid voor afdrachten en controle

De afdrachten aan de eigen middelen van de begroting van de Europese Commissie zijn opgenomen in de verantwoording van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De afdrachten zijn gebaseerd op de invoerrechten, btw-heffingen en het bni. De bni-bijdrage is financieel gezien de belangrijkste en bedraagt nu circa 72% van de afdracht aan de EU.

De verantwoordelijkheidsverdeling voor de afdrachten aan de Europese Unie sluit niet goed aan op de begrotingsverantwoordelijkheid van de minister van BZ, de minister van Financiën en de minister van EZ. Dit blijkt uit de volgende voorwaarden die tussen de bewindslieden zijn afgesproken:

  • 1. Hogere afdrachten uit hoofde van het bni worden niet gecompenseerd ten laste van de begroting van het Ministerie van BZ. De afdracht uit hoofde van het bni heeft geen invloed op het BZ-aandeel bij generale compensatie.15

  • 2. De stukken voor de artikelsgewijze toelichting in de begroting van het Ministerie van BZ over de afdrachten stelt het Ministerie van Financiën op.

  • 3. De Ministeries van Financiën en EZ hebben het voortouw bij de beantwoording van Kamervragen over de EU-afdrachten.

  • 4. De Ministeries van Financiën en EZ zijn verantwoordelijk voor tijdige afdracht en eventuele boetes bij te late afdracht.

  • 5. Het Ministerie van Financiën verzorgt de ramingen en de toelichtingen voor de afdrachten in de begroting van het ministerie van BZ.

De afdrachten staan dus op de begroting van het Ministerie van BZ. De bijbehorende verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn echter bij de Ministeries van Financiën en EZ belegd.

De Auditdienst Rijk (ADR) controleert het Ministerie van BZ. De ADR verstrekt de controleverklaring bij het jaarverslag van de minister van BZ. Hiervoor gebruikt de auditdienst mede de onderliggende werkzaamheden en uitkomsten van auditors van dezelfde ADR die controles verrichten in opdracht van de minister van Financiën. Dit betreft de controle op de omzetbelasting en de rechten bij invoer. Er wordt geen onderlinge review uitgevoerd om te beoordelen in hoeverre de uitkomsten kunnen worden overgenomen voor de controleverklaring bij de verantwoording van het Ministerie van BZ.

De achtergrond hiervan is dat het dezelfde auditdienst betreft met één kwaliteitszorgsysteem. Dit is vanuit doelmatigheidsoverwegingen begrijpelijk, maar niet geheel zonder risico voor de af te geven controleverklaring. Hoewel is gewaarborgd dat de vastgestelde heffingen juist en volledig zijn (en daarmee ook de afdracht aan de Europese Unie), blijft er onduidelijkheid bestaan over de vraag of de controledichtheid wel strookt met Europese normen. Zo geldt voor het totaal van de belastingopbrengsten een ruime tolerantiegrens die mogelijk niet past bij de afdrachtencomponenten afzonderlijk. Een ander aspect betreft de volledigheid van de invoerrechten.

Een belangrijke rechtmatigheidsvraag is ook of er voldoende waarborgen zijn om het risico van misbruik en oneigenlijk gebruik af te dekken. Wordt alle invoer wel geregistreerd en vinden hierop ook heffingen plaats?

3.3 Conclusie

Vorig jaar hebben wij de uitkomsten van onze inventarisatie naar de totstandkoming van de afdrachten aan de Europese Unie beschreven en gemotiveerd waarom naar onze opvatting opname van de afdrachten in de Nationale verklaring een logische vervolgstap is.16 Als bevinding rapporteerden wij over de complicerende factoren om te komen tot betrouwbare uitkomsten van het gerealiseerde bni. Het kabinet heeft vorig jaar echter beargumenteerd waarom zij de afdrachten niet wil opnemen in de Nationale verklaring:

  • De EU-afdrachten voor eigen middelen zijn op orde, zoals jaarlijks wordt bevestigd door de Europese Rekenkamer.

  • Het beheers- en controlesysteem zijn volledig ingericht onder de verantwoordelijkheid van de Commissie en conform de eisen die zij stelt. Het nemen van politieke verantwoordelijkheid door Nederland past hier niet bij. De onafhankelijkheid van het CBS waarborgt de objectieve bepaling van de cijfers die als basis dienen voor de berekening van de afdracht. Door het opnemen van de eigen middelen in de Nationale verklaring zou het kabinet hierover een oordeel moeten geven op basis van eigen controles. Een dergelijke politieke inmenging acht het kabinet niet wenselijk vanwege de onafhankelijke positie van het CBS. Gezien de controle die EU-instituties, zoals Eurostat, het BNI-comité en andere instanties uitvoeren, valt niet goed in te zien wat daarvan de toegevoegde waarde is. Het kabinet acht dit dan ook onnodig.

  • Als Nederland zo'n verklaring geheel vrijwillig zou afgeven, zou Nederland de enige EU-lidstaat zijn. Als het doel met zo’n verklaring zou zijn andere landen te stimuleren het Nederlandse voorbeeld te volgen, dan is het kabinet, gezien de huidige ervaringen met de Nationale verklaring over de uitgaven in gedeeld beheer, daar somber over. Als er een verklaring over de eigen middelen zou moeten komen, dan zou eerst een wettelijke verplichting daartoe op Europees niveau verankerd moeten worden.

In onze reactie hebben wij aangegeven dat het argument betreffende de controle van de Europese Rekenkamer feitelijk niet juist is. De controle van de Europese Rekenkamer dekt de controle van de basisgegevens voor de statistieken juist niet af. De Europese Rekenkamer kan onderliggende verrichtingen die van belang zijn voor de macro-economische statistieken niet rechtstreeks controleren. Dit betekent dat een sluitende controleketen ontbreekt. Dit kan worden aangepakt door nationaal aandacht te besteden aan de kwaliteit van de gegevens die als input dienen voor de statistieken. Bovendien ontwikkelt de Europese Commissie regelgeving om de kwaliteit van de statistieken te verbeteren. Daarbij wordt expliciet aandacht gegeven aan de kwaliteit van interne controle en onafhankelijke audits op de basisgegevens. Dit impliceert dat de controle van de basisgegevens moet zijn afgedekt met interne controle en onafhankelijke audits.

Het expliciet afleggen van verantwoording over de eigen middelen en assurance door onafhankelijke controle op lidstaatniveau, maakt dat de ketens van de verantwoording en controle op nationaal en Europees niveau op elkaar aansluiten.

Net zoals voor de Europese subsidies geldt, draagt opname van de afdrachten in de Nationale verklaring bij aan verbeteringen in beheer, controle en publieke verantwoording. Hierdoor wordt expliciet verantwoording afgelegd over de totstandkoming van de verantwoording over de afdrachten, het functioneren van de beheers- en controlesystemen en de rechtmatigheid. Dit is een belangrijke verbetering van de publieke verantwoording, omdat hiermee de diffuse verantwoordelijkheidsverdeling tussen de ministers van BZ, EZ en Financiën kan worden toegelicht en er meer zekerheid wordt verkregen over de verantwoorde afdrachten en het functioneren van de onderliggende systemen.

Ten slotte is het juist dat de Europese Rekenkamer in haar oordeel concludeert dat de toezicht- en controlesystemen doeltreffend zijn. Voor de essentiële interne controles in gecontroleerde lidstaten is de conclusie echter gedeeltelijk doeltreffend.

4 AANBEVELINGEN

In dit hoofdstuk lichten wij toe welke verbeteringen wij mogelijk achten. We gaan daarbij eerst in op de aanbevelingen die wij vorig jaar deden en dit jaar nog van toepassing zijn. Vervolgens doen wij nieuwe aanbevelingen. Aan dit rapport is een lijst toegevoegd met daarin 20 aanbevelingen.

Hiervan zijn afgelopen jaar twee openstaande aanbevelingen toereikend opgevolgd. Dit betrof het borgen van de EU-conformiteit bij het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het geven van assurance over het fondsaandeel in de controleverklaring door de ADR. Bij zeven van de vorig jaar nog openstaande aanbevelingen is weliswaar vooruitgang geboekt, maar nog niet in die mate dat de aanbevelingen volledig zijn opgevolgd.

De lijst bevat vier nieuwe aanbevelingen. We vragen wederom speciale aandacht voor de afdrachten aan de Europese Unie en andere opties om publieke verantwoording te versterken in het kader van de nationale verantwoordelijkheid betreffende Europa.

Algemeen

  • 1. Wij bevelen het kabinet aan het gebruik van het instrument Nationale verklaring te blijven stimuleren. Hierbij kan ter onderbouwing en als tweede stap gebruikgemaakt worden van de mogelijkheden die het instrument Nationale verklaring biedt. Wij bevelen aan om informatie op te nemen in de Nationale verklaring over de doeltreffendheid en doelmatigheid van de Europese fondsen in gedeeld beheer. Naast rechtmatigheid zijn doeltreffendheid en doelmatigheid een essentieel onderdeel van goed openbaar bestuur.

Landbouwfondsen

  • 2. We bevelen de minister van EZ aan de provincies een actief terugvorderingsbeleid te laten voeren bij het niet-voldoen van de EU-conformiteit van de ELFPO-gelden. Het niet-instellen van vorderingen ondermijnt de effectiviteit van het sanctiebeleid.

  • 3. We bevelen de minister van EZ aan om het sanctiebeleid bij het niet-voldoen van de randvoorwaarden-criteria in overeenstemming te brengen met de eisen van de Europese Commissie. De huidige inspectie-inspanning gecombineerd met een relatief laag kortingspercentage hebben onvoldoende preventieve werking.

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

  • 4. Wij bevelen de minister van EZ en de managementautoriteiten in samenspraak met de certificeringsautoriteit en de Auditautoriteit aan, de normatiek hoe om te gaan met het beoordelen van de mate waarin gedeclareerde kosten noodzakelijk (proportioneel en doelmatig) zijn aan te scherpen. Doel is een consistente en uniforme werkwijze voor alle operationele programma’s te realiseren.

5 BESTUURLIJKE REACTIE EN NAWOORD

Op 1 mei 2013 ontvingen wij een reactie op ons conceptrapport van de minister van Financiën. Hij reageert daarmee mede namens de minister van EZ, SZW en de staatssecretaris van VenJ. In dit hoofdstuk is de volledige tekst van de brief opgenomen (§ 5.1) en van een nawoord voorzien (§ 5.2).

De minister van Financiën heeft bij de brief ook een bijlage opgenomen met een verwijzing naar informatie over de evaluaties van EU-subsidies voor de verschillende fondsen. Daarnaast heeft de minister een bijlage opgenomen met daarin een reactie op de aanbevelingen voor de ministers die wij hebben opgenomen in de tabel aan het eind van dit deel van het rapport. De volledige reactie van de ministers is ook te vinden op onze website www.rekenkamer.nl .

5.1 Reactie ministers

«Hierbij bied ik u, namens het kabinet, de reactie op uw concept Rapport bij de Nationale Verklaring 2013 (hierna: de NV) aan.

Namens het kabinet wil ik waardering uitspreken voor de inzet die de Algemene Rekenkamer ieder jaar doet om tijdig op verantwoordingsdag haar oordeel gereed te hebben. Met uw rapport wordt extra zekerheid gegeven bij het financieel beheer van, en de rechtmatigheid over EU-uitgaven in Nederland, zoals opgenomen in de NV. Deze zekerheid vergroot de waarde van de NV.

Het kabinet is blij met het oordeel van de Algemene Rekenkamer over de NV 2013 dat over het geheel genomen positief is. U geeft daarbij wel verbeterpunten en aandachtspunten. Hierna wordt ingegaan op uw hoofdconclusies en de daaruit voortgekomen aanbevelingen tot een verdere verbetering van de Nationale Verklaring 2013 en het financieel beheer van EU subsidies in gedeeld beheer.

Oordeel bij de Nationale Verklaring 2013

Algemeen

Uw oordeel luidt samenvattend:

  • de NV en de deelverklaringen zijn over het geheel genomen deugdelijk tot stand gekomen;

  • de AR kwalificeert het functioneren van de door Nederland opgezette beheers- en controlesystemen als deugdelijk met uitzondering van tekortkomingen bij het Europees Visserijfonds en de Migratiefondsen;

  • de AR kwalificeert de wettigheid en regelmatigheid van de verantwoorde financiële transacties tot op het niveau van eindbegunstigden als deugdelijk.

U rapporteert daarnaast zonder afbreuk te doen aan uw positieve oordeel een aantal aandachtspunten en doet aanbevelingen bij de onderstaande fondsen:

EFRO

De door u geconstateerde onrechtmatigheden voor het EFRO in de in 2011 ingediende betaalaanvragen zijn, zoals u aangeeft, conform de EU methodiek in 2012 tijdig teruggebracht tot onder de 2%. De NV vermeldt transparant het foutpercentage in de ingediende betaalaanvragen vóór en na deze correcties. De foutenoverschrijdingen in de betaalaanvragen voor correctie zijn voor de minister van Economische Zaken (hierna: EZ) reden om een verklaring met beperking af te geven. Ter zake herhaalt u een aantal aanbevelingen waaronder verbetering van de controle op betaalaanvragen door de management autoriteiten EFRO Noord en Zuid en het certificeringsproces door de Certificeringsautoriteit.

De staatssecretaris van EZ is met u van mening dat het beheer van het EFRO continue aandacht vraagt. Naar aanleiding van de tijdelijke betalingsonderbreking door de Europese Commissie hebben de Managementautoriteiten Noord en Zuid verbeteringen doorgevoerd. De werking daarvan kan, zoals u aangeeft, in 2013 pas goed worden beoordeeld. Met betrekking tot de verbeteringen voor de Certificeringsautoriteit merkt de staatssecretaris van EZ op dat uw aanbevelingen inmiddels zijn overgenomen en grotendeels zijn geïmplementeerd in 2012. De Audit Autoriteit zal deze bij de komende systeemaudits beoordelen. Met de Audit Autoriteit zijn ook goede afspraken zijn gemaakt over de tijdige uitvoering van de audits, zodat in een vroeg stadium zichtbaar is of de doorgevoerde verbeteringen bij de Managementautoriteiten en de Certificeringsautoriteit in 2013 het gewenste resultaat opleveren en zodat eventueel nog in 2013 kan worden bijgestuurd.

EVF

U herhaalt uw aanbeveling uit 2011 om de controle op betaalaanvragen te verbeteren teneinde onrechtmatigheden in de betaalaanvragen te voorkomen.

Naar aanleiding van deze aanbeveling zijn in 2012 al maatregelen genomen. Vorig jaar heeft de Europese Commissie een actieplan opgesteld met een aantal verbetermaatregelen. Deze zijn grotendeels in 2012 in gang gezet en door de Europese Commissie als voldoende aangemerkt. De rest wordt in 2013 geïmplementeerd. De Audit Autoriteit verricht in de eerste helft van 2013 systeemaudits waaruit moet blijken of de werking van de in 2012 genomen maatregelen ook voldoende zijn en adequaat invulling geven aan uw herhaalde aanbeveling.

Landbouwfondsen

Al sinds de aanvang van de programmaperiode wordt volgens u niet (geheel) voldaan aan de controle-eisen van de zogenoemde randvoorwaarden. Dit geldt ook voor het onvoldoende toepassen van kortingen op subsidiebetalingen bij niet naleving van de randvoorwaarden. Hoewel volgens u herstelmaatregelen zijn genomen en ook vooruitgang is geboekt, is het gewenste niveau nog niet bereikt. De staatssecretaris van EZ is positief over uw constatering dat tekortkomingen in het beheer van het Europees Plattelandsontwikkelingsfonds door de Dienst Landelijk Gebied zijn afgenomen.

Inzake de randvoorwaarden constateert de staatssecretaris van EZ met u dat in alle gevallen het minimale percentage controles door medehandhavers helaas nog niet is bereikt. Hij zal zich blijven inspannen om hier verbetering in aan te brengen. Hieraan wordt nu al invulling gegeven door het aanschrijven van medehandhavers door de NVWA en het geven van voorlichting over deze controles. Zo nodig zal de staatssecretaris van EZ bestuurlijk medehandhavers aanspreken op de controles. Met betrekking tot het toegepaste sanctiesysteem is de staatssecretaris van EZ van mening, dat het systeem voldoet aan de vereisten die Verordening (EG) nr: 1122/2009 daaraan stelt, waarbij een kortingspercentage moet worden opgelegd van, in de regel, 3%. Binnen dit sanctiesysteem kan eveneens conform Europese vereisten, van de op te leggen 3% korting worden afgeweken op basis van ernst, omvang en het permanente karakter. De staatssecretaris van EZ merkt op dat tijdens een audit in 2011 door de Europese Commissie geen opmerkingen zijn gemaakt over de manier waarop de Nederlandse uitvoering hiermee omgaat. Het sanctiesysteem wordt als EU-conform beschouwd.

Migratiefondsen EBF, ETF, EVLF en EIF:

U verwacht van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (hierna: V&J) voor EBF, ETF, EVLF en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna: SZW) voor het EIF:

  • uitvoering van de toezegging uit 2012 om de problemen in de beheers- en controlesystemen bij de migratiefondsen op te lossen zodat verantwoording tijdig kan worden opgeleverd;

  • een meer kritische houding bij de opstelling van de verantwoordingsstukken voor de Nationale Verklaring;

  • aandacht voor de onderuitputting bij het ETF en EVLF

De staatssecretaris van V&J en de minister van SZW hebben naar aanleiding van het oordeel en aanbeveling van u, vorig jaar maatregelen genomen. De personele situatie bij de Gedelegeerde Instantie, die een belangrijke taak heeft in de verantwoording, is sinds eind 2012 verbeterd. Daarmee zijn echter de in het verleden ontstane achterstanden nog niet geheel ingelopen. Tot spijt van de betrokken bewindspersonen zullen hierdoor de komende Jaarverslagen 2010 helaas nog niet binnen de formeel daarvoor geldende termijn bij de Commissie worden ingediend, maar de termijnoverschrijding zal ten opzichte van vorig jaar worden teruggebracht van 19 naar maximaal vijf maanden. Zij nemen de herhaalde aanbeveling serieus en zullen de problemen in de beheers- en controlesystemen bij de migratiefondsen dit jaar oplossen, zodat volgende jaarverslagen binnen de door de Commissie gestelde termijn worden opgeleverd. De bewindspersonen wijzen erop dat de beschikbare doorlooptijd in relatie tot in de regelgeving gegeven termijn zeer krap is wat een blijvend risico en dus aandachtspunt is om dit te voorkomen. Daarnaast zullen de ministeries V&J en SZW een meer kritische houding inzake de verantwoordingstukken aannemen.

Wat betreft de onderuitputting van ETF en EVLF geldt dat dit sterk de aandacht van de staatssecretaris van V&J heeft. De verbeteringen in personele bezetting zullen ook de risico’s op onderuitputting verkleinen. Daarnaast is de nodige inspanning geleverd in de vorm van voorlichtingsbijeenkomsten en informatie via de website. De uitputting van de afgesloten jaarprogramma’s bedraagt 17,3% (2007), 47,9% (2008) en 79,1% (2009). Het jaarprogramma 2010 is nog niet gecontroleerd en afgerond; de voorlopige uitputting bedraagt circa 72%. Voorts wijst de staatssecretaris V&J erop dat de late goedkeuring van programma’s door de Commissie, de late beschikbaarheid van definitieve regelgeving en het ontbreken van de bijbehorende richtlijnen van invloed is geweest op de tragere start van deze fondsen en daarmee op de onderuitputting. Dit wordt bevestigd in een onderzoek van Europese Rekenkamer naar onder andere het EVLF. De soms forse onderbesteding was daarom deze periode niet steeds te vermijden.

Reikwijdte van de NV

Om de toegevoegde waarde betreffende Europese Subsidies in gedeeld beheer te vergroten geeft u het kabinet in overweging om informatie over doeltreffendheid en doelmatigheid van EU subsidie uitgaven toe te voegen aan de NV.

Het kabinet is voorstander van een goede verantwoording over de doeltreffendheid en doelmatigheid van EU subsidies. Op grond van EU-regelgeving is het al verplicht periodiek de doeltreffendheid en doelmatigheid van EU-subsidies te evalueren en daarover te rapporten. De bewindspersonen van EZ, V&J en SZW zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van deze evaluaties. Zij rapporteren daarover aan de Commissie en aan de Tweede Kamer, zodat hierover door de betrokken bewindslieden met de desbetreffende vakcommissies kan worden gesproken. Nagenoeg alle evaluatierapportages zijn openbaar en te raadplegen via internet. De ministeries zullen ontbrekende informatie alsnog beschikbaar stellen via openbare internetpagina’s. Het aanvullend opnemen van deze informatie in de NV draagt niet bij aan het terugdringen van onnodige stukkenstromen en het beperken van «bestuurlijke drukte» (op één plaats verantwoording afleggen). Vanuit die gedachten is er geen aanleiding de thans geldende informatie- en verantwoordingsstructuur voor evaluaties van EU-uitgaven te veranderen.

Omdat de huidige programmaperiode over enkele jaren afloopt en in de komende programmaperiode 2014 – 2020 de voorwaarden, regels en systematiek ten aanzien van doeltreffendheid en de verantwoording daarover wijzigen en worden aangescherpt, staan de bewindspersonen van SZW, EZ, V&J samen met Financiën uiteraard open voor ideeën en gesprekken over hoe op basis van de normen en guidance van de Commissie te komen tot goede evaluaties in de nieuwe programmaperiode. Onderstaand is een overzicht gegeven van de beschikbare informatie ter zake. (zie ook de bijlage):

Fonds

Rapportage/evaluatie

aan TK

EFRO en ESF

• nationaal strategisch referentiekader

• mid term evaluaties

• jaarverslagen MA’s en Agentschap SZW

• een ex-post evaluatie (art. 49 van 1083/2006) aan het eind van de programma periode (2007 – 2013)

• Ja, 2006

• ESF september 2010

• Voortaan jaarlijks

• Volgt

ELGF

• GLB-Health check 2008

 
 

• Specifieke evaluaties (door de Commissie)

• Voortaan periodiek

 

• Ex-post evaluaties aan het eind van de periode

• Volgt

Platteland ontwikkelingsfonds

• mid term evaluatie

 
 

• jaarverslagen Plattelandsontwikkeling

• Voortaan jaarlijks

 

• een ex-post evaluatie aan het eind van de programma periode (2007 – 2013)

• Volgt

EVF

• mid term evaluatie

 
 

• Jaarverslagen EVF

• Voortaan jaarlijks

 

• een ex-post evaluatie aan het eind van de programma periode (2007 – 2013)

• Volgt

Migratiefondsen

• Evaluatieverslag jaren 2008 t/m 2010

• Evaluatieverslag jaren 2011 t/m 2013

• Evaluaties zijn gebaseerd op de artikelen 49 en 50 van beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees parlement en de raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008–2013)

Per fonds, per jaartranche een Jaarverslag voor de Europese Commissie

• Voortaan jaarlijks

• Volgt (2015)

Verantwoordelijkheid en verantwoording afdrachten aan de Europese Unie

U beschouwt – zoals in eerdere jaren – de opname van de Eigen middelen in de Nationale Verklaring wenselijk om te kunnen beschikken over een integrale EU-verantwoording met een sluitende keten van publieke verantwoording. U wijst daarnaast op de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de ministers van BZ, EZ en Financiën.

Het kabinet constateert dat de Europese Rekenkamer reeds jaren een positief oordeel geeft over het systeem van Eigen Middelen en de supervisie door de Commissie. Het kabinet ziet geen aanleiding om, gelet op de verantwoordelijkheid van de Europese Commissie om de betrouwbaarheid, vergelijkbaarheid en juistheid van de Eigen Middelen te bewaken, haar eerdere besluit, te weten om de Eigen Middelen niet op te nemen in de Nederlandse Nationale Verklaring, te herzien. Dit is als volgt nader toegelicht:

De Europese Commissie is verantwoordelijk voor het systeem voor de afdrachten van de Eigen Middelen door de lidstaten en baseert zich hierbij op het Besluit betreffende het stelsel van eigen middelen van de EU. De Commissie werkt hierbij in de uitvoering samen met de in de lidstaat betrokken instanties. Zij geeft deze instellingen zo nodig aanwijzingen om de nationale uitvoering conform de communautaire voorschriften te maken. Ongeveer driekwart van de Eigen Middelen bestaat uit het BNI-middel. Er bestaat ten aanzien van het BNI Europese wetgeving waarin de berekeningswijze van het BNI is vastgelegd alsmede een controletoren op Europees niveau ter naleving daarvan. In Nederland voert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de BNI-berekeningen van Nederland uit, die door Eurostat worden beoordeeld.

Het is de verantwoordelijkheid van de Europese Commissie om via Europese regelgeving – zo nodig – aanvullende zekerheden te verlangen. In het geval van Nederland is daarvoor geen aanleiding. De kwaliteit van de cijfers van het CBS staat hoog aangeschreven in de EU.

Tot slot is het van belang te constateren dat het kabinet geen bevoegdheden heeft en wil om (politieke) invloed uit te oefenen op de (totstandkoming van) de statistieken van het CBS; dit om de politiek onafhankelijke positie van deze instantie te waarborgen.

Er is geen sprake van een hiërarchische relatie tussen het ministerie van EZ en het CBS, maar uitsluitend een systeemverantwoordelijkheid. Dat wil zeggen dat de minister van EZ politiek verantwoordelijk is voor relevante wetgeving en voor het budget van het CBS, alsmede voor het in stand houden van de voorwaarden voor een onafhankelijke en publieke productie van kwalitatief goede en betrouwbare statistieken. Deze onafhankelijkheid is voor het kabinet, zoals gezegd, een belangrijke pijler om te waarborgen dat de BNI-cijfers zonder politieke beoordeling tot stand komen. Met opname van BNI-afdrachten in de NV zou dat wel gebeuren.

Wat betreft de door u genoemde gedeelde verantwoordelijkheden tussen de minister van Financiën en de minister van Buitenlandse Zaken merkt het kabinet het volgende op:

De onderlinge verantwoordelijkheidsverdeling tussen het Ministerie van Financiën en het ministerie van Buitenlandse Zaken is vastgelegd in het begrotingsartikel 3 (versterkte Europese samenwerking), paragraaf 3.1 (Nederlandse afdrachten aan de EU) op Begrotingshoofdstuk V Buitenlandse Zaken. Om de Tweede Kamer duidelijk inzicht te geven in het totaal aan de verschillende afdrachten aan de EU en hun samenhang heeft de minister van Financiën met ingang van 2002 juist besloten de netto-afdrachten binnen Begrotingshoofdstuk V Buitenlandse Zaken overzichtelijk te groeperen onder één begrotingsartikel. Tegelijkertijd heeft de minister, om een sluitend verband binnen de Rijksbegroting te handhaven, besloten de invoerrechten en het BTW aandeel EU op IXB Financiën binnen begrotingsverband te brengen. De begrotingsverantwoordelijkheid van de minister van Buitenlandse Zaken beperkt zich tot het tijdig afdragen van de op begrotingshoofdstuk IXB Financiën verantwoorde (en door de Audit Dienst Rijk gecertificeerde) bedragen aan de Commissie en de verantwoording hierover op begrotingshoofdstuk V Buitenlandse Zaken. De minister van Financiën was en is daarmee eindverantwoordelijk voor de heffing en inning van de invoerrechten en de BTW en verantwoordt zich hierover op begroting IXB Financiën. De accountantscontroles van de Audit Dienst Rijk sluit hierop aan.

De gekozen Nederlandse verantwoordelijkheidsverdeling is gebaseerd op het systeem van de afdrachten aan de Europese Unie en de taken die daarbij horen. Dit is naar de mening van het kabinet een sluitend en goed werkbaar systeem waaraan een NV niets kan toevoegen.

Onze reactie op de aanbevelingen treft u aan in de bijlage «aanbevelingen».»

5.2 Nawoord Algemene Rekenkamer

De reactie van de minister van Financiën namens het kabinet is positief. Het kabinet zegt toe om zestien van onze achttien openstaande aanbevelingen over te nemen betreffende het beheer en de controle van de Europese subsidies in gedeeld beheer. We zullen de voortgang die de ministers maken op deze aanbevelingen met aandacht blijven volgen.

Het kabinet blijft echter bij zijn standpunt om in de Nationale verklaring geen verantwoording op te nemen van de afdrachten aan de Europese Unie. Wij vinden dat jammer en herhalen dat dit vanuit de principes van goed openbaar bestuur, waaronder transparantie en verantwoording, te betreuren is.

De ambitie om inzicht te geven in de doelmatigheid van de besteding van EU-subsidies wordt vooruitgeschoven naar de volgende programmaperiode. Het kabinet wil «bestuurlijk drukte» beperken en refereert aan het op één plaats verantwoording afleggen. Wij vinden echter dat in de Nationale verklaring informatie over de doelmatigheid niet mag ontbreken. De bestaande evaluaties kunnen gebruikt worden om de doelmatigheid te combineren met de verantwoording over de (rechtmatige) besteding van de EU-subsidies. Wij zien integrale verantwoording (overzicht uitgaven en ontvangsten, doelmatigheid en rechtmatigheid) in één document juist als optimale publieke verantwoording, in plaats van verschillende documenten te moeten raadplegen voor een totaalbeeld. Wij zijn uiteraard graag bereid om in gesprek te gaan met het ministerie van Financiën over de wijze waarop tot goede evaluaties kan worden gekomen en over hoe daarover gerapporteerd kan worden.

OVERZICHT AANBEVELINGEN VOOR MINISTERS

In onderstaande tabellen is aangegeven welke van de vorig jaar door ons geformuleerde aanbevelingen nog niet (geheel) zijn gerealiseerd. Verder doen we enkele nieuwe aanbevelingen. Deze staan ook in de tabellen.

NATIONALE VERKLARING MINISTER VAN FINANCIËN (NAMENS KABINET)

Aanbevelingen

Stand van zaken

Toezegging minister

Nawoord Algemene Rekenkamer

Nieuw in 2012: Bredere invulling Nationale verklaring

1. Blijf gebruik van het instrument Nationale verklaring stimuleren. Hierbij kan ter onderbouwing en als tweede stap gebruikgemaakt worden van de mogelijkheden die het instrument biedt. Voeg aan Nationale verklaring informatie toe over doeltreffendheid en doelmatigheid van Europese fondsen in gedeeld beheer.

 

Evaluaties en rapportages over EU-subsidies zijn verplicht. Informatie daaruit is of wordt openbaar gemaakt. De betrokken bewindspersonen zenden nieuwe evaluaties aan de Tweede Kamer. Er is geen aanleiding de informatie- en verantwoordingsstructuur voor evaluaties van EU-uitgaven te veranderen. Bovendien, deze informatie ook opnemen in de NV draagt niet bij aan het terugdringen van onnodige stukken-stromen en het beperken van ‘bestuurlijke drukte’ (op één plaats verantwoording afleggen). Het kabinet neemt deze aanbeveling niet over, maar staat open voor suggesties over hoe – op basis van EU-normen – de nieuwe programma-periode te evalueren.

Opname van uitgevoerde evaluaties in een integrale EU-verantwoording, de Nationale verklaring, bevordert integrale verantwoording over de rechtmatigheid en doelmatigheid aan het parlement. Wij zijn uiteraard graag bereid om in gesprek te gaan met het Ministerie van Financiën over de wijze waarop tot goede evaluaties kan worden gekomen en over hoe daarover gerapporteerd kan worden.

Uit 2010: Opnemen eigen middelen in Nationale verklaring

2. Neem ook de EU-afdrachten op in de Nationale verklaring. Begin met de verantwoording over de traditionele eigen middelen en breidt dit stapsgewijs uit naar de andere middelen.

Het kabinet heeft deze aanbeveling niet overgenomen.

Geen.

Heroverweeg dit standpunt. Opname van de afdrachten in de Nationale verklaring draagt bij aan de principes van goed openbaar bestuur, waaronder transparantie en verantwoording. Bovendien draagt dit bij aan het inzicht in de onderliggende beheers- en controlesystemen.

DEELVERKLARING MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN (ELGF en ELFPO)

Aanbevelingen

Stand van zaken

Toezegging minister

Nawoord Algemene Rekenkamer

Uit 2007: Betrouwbaarheid controlestatistieken

3. Verbeter de betrouwbaarheid van inspectieresultaten. De manier waarop gegevens worden vastgelegd heeft consequenties voor de informatie die op de gegevens wordt gebaseerd.

Er zijn verbeteringen in het proces van opstellen van de controlestatistieken aangebracht. De werking moet zich nog bewijzen.

De staatssecretaris van EZ geeft aan dat voldoende maatregelen zijn genomen die de betrouwbaarheid borgen en in 2013 op hun effect worden beoordeeld.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

Uit 2008: Beschikbaarheid inspectieresultaten

4. Versnel de beschikbaarheid inspectieresultaten, in het bijzonder over de naleving van randvoorwaarden, zodat deze informatie gebruikt kan worden voor de Nationale verklaring.

Zorg ervoor dat in de nieuwe landbouwperiode afspraken worden gemaakt voor het tijdig opleveren van de controlestatistieken en inspectieresultaten (uiterlijk februari t+1), zodat wij deze in onze oordeelsvorming kunnen meenemen.

De staatssecretaris van EZ geeft aan dat de beschikbaarheid aan de door de Europese Commissie gestelde eisen voldoet.

Voor een juiste oordeelsvorming moeten de controlestatistieken aan de juiste verantwoordingsperiode toegerekend worden. Dit kan niet bij niet-GBCS statistieken.

Uit 2010: Perceelsregistratie

5. Bewaak de kwaliteit van de systemen voor de oppervlakte gerelateerde subsidies:

 

De staatssecretaris van EZ geeft aan dat verbeteringen zijn doorgevoerd maar dat ook uit een interne evaluatie (ETS) blijkt dat in 2013 op onderdelen nog verbeteringen nodig zijn. Die worden in 2013 doorgevoerd.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

• Houdt het perceelsregistratiesysteem actueel en de mutaties navolgbaar.

De werking van de maatregelen en daarmee het perceelsregistratiesysteem was in 2012 nog niet zodanig dat het systeem op alle onderdelen de gewenste kwaliteit en actualiteit had.

   

• Merk niet-subsidiabele percelen als zodanig in het perceelsregistratiesysteem aan.

Opgevolgd.

• Verbeter de kwaliteit van satellietcontroles en laat de AID bij twijfel controles ter plaatse uitvoeren (rapid field visits).

Opgevolgd.

• Waarborg de kwaliteit van deze satellietcontroles door deze te laten beoordelen door steekproefsgewijs controles ter plaatse uit te voeren.

Opgevolgd.

Uit 2011: EU-conformiteit

6. Neem in de toelichting op de deelverklaring de uitkomsten van de uitgevoerde analyses en de naar aanleiding daarvan getroffen maatregelen op.

 

De staatssecretaris van EZ houdt aandacht voor de EU-conformiteit van de uitvoering.

Het is goed en noodzakelijk dat de staatssecretaris blijvende aandacht besteedt aan het voldoen van de EU-conformiteit.

• Benoem heldere en concreet uitgewerkte doelen per verbeterpunt om het beoogde effect op termijn te bereiken.

In 2012 hebben wij geconstateerd dat door versterking van het coördinatiemodel verdere invulling is gegeven om aan de EU-conformiteit te voldoen. Wij vragen aandacht om het bereikte niveau te handhaven.

   

• Vorder onrechtmatige uitgaven terug bij de eindbegunstigden.

Zie punt 10.

   

Uit 2011: Beheer Dienst Landelijk Gebied

7. Verbeter het beheer met betrekking tot:

     

• De getrouwe en betrouwbare weergave van de tabellen III en IIIbis.

Opgevolgd.

   

• Het voldoen aan de sanctiebepaling.

Opgevolgd.

   

• Het voldoen aan de vereiste om bankafschriften als bewijs van betaling toe te voegen.

Ook bij de overheden dienen bankafschriften als bewijs te worden overgelegd.

De staatssecretaris van EZ neemt deze aanbeveling niet over. Zij waarborgt op andere wijze het bewijs van betaling. Via administratieve controles en inspecties ter plaatse zijn voldoende maatregelen ingezet ter voorkoming van dubbele betalingen.

Wij geven de staatssecretaris mee om aan de EC voor te leggen of getroffen maatregelen voldoende zijn en dat het niet nodig is om bankafschriften als bewijs te overleggen. Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

• Het uitbreiden van administratieve controles met procedures ter voorkoming van onregelmatige dubbele financiering.

Ondanks de genomen maatregelen wordt niet volledig voldaan aan de EC-vereiste.

Uit 2011: Randvoorwaarden controles (cross compliance)

8. Toets bij alle controles ter plaatse aan alle randvoorwaarden (inclusief controles door de medehandhavers).

Weliswaar is voldaan aan de EU-eis om minimaal 1%-randvoorwaarden-controles uit te voeren, echter de medehandhavers hebben niet alle verplicht gestelde controles uitgevoerd.

De staatssecretaris van EZ geeft aan dat hieraan voortdurend aandacht wordt besteed door mede-handhavers hierop aan te schrijven en hen voor te lichten over deze controles. Zo nodig spreekt zij medehandhavers bestuurlijk aan op de controles.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

Opnieuw opgevoerd in 2011: Informatiebeveiliging 2008

9. Tekortkoming in de informatiebeveiliging bij beide betaalorganen geconstateerd.

Voer het plan van aanpak ter verbetering van informatiebeveiliging bij beide betaalorganen tijdig uit.

Resterende verbeterpunten en door de ADR geconstateerde tekortkomingen zo snel mogelijk oplossen.

De staatssecretaris van EZ geeft aan dat er een actueel inzicht bestaat in de bestaande maatregelen van informatiebeveiliging. Hiermee voldoet ze aan de internationale norm (ISO 27001). Resterende verbeterpunten lost ze zo snel mogelijk op.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

Nieuw in 2012: Vorderingen ELFPO

10. Zorg ervoor dat de provincies een actief terugvorderingsbeleid voeren bij het niet-voldoen aan de EU-conformiteit bij de ELFPO-gelden.

 

De staatssecretaris van EZ neemt de aanbeveling over.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

Nieuw in 2012: Sanctiebeleid

11. Conformeer het sanctiebeleid, bij het niet-voldoen aan de randvoorwaarden, aan de eisen van de Europese Commissie.

 

De staatssecretaris van EZ merkt op dat het toegepaste sanctiesysteem voldoet aan de vereisten Verordening (EG) nr. 1122/2009. Daarnaast wordt binnen dit sanctiesysteem conform Europese vereisten op basis van ernst, omvang en het permanente karakter afgeweken van de op te leggen korting van 3%. Tijdens een audit in 2011 heeft de EC hierover geen opmerking gemaakt.

De audit waarnaar de staatssecretaris verwijst is nog niet afgerond. Derhalve is niet aangetoond dat het sanctiebeleid conform de eisen van de EC (Verordening (EG) nr. 73/2009) is ingericht. Bij niet-naleving dient maximaal 5% aan verlaging van het toegekende subsidiebedrag te worden toegepast. Bij opzettelijke niet-naleving is dit minimaal 20%. Wij betrekken de uitkomsten van deze vervolgaudit in ons onderzoek.

DEELVERKLARING MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EFRO)

Aanbevelingen

Stand van zaken

Toezegging minister

Nawoord Algemene Rekenkamer

Uit 2008: Complexiteit structuur EFRO

12. Wij plaatsen een kanttekening bij de ingewikkelde structuren die zijn ontstaan en bevelen de minister aan de kwaliteit van de uitvoering extra kritisch te volgen, te bewaken en indien nodig corrigerende maatregelen te treffen.

De risico’s blijven bestaan. De onrechtmatigheden en blijvende verbeterpunten in het beheer en de controle, vooral inzake EFRO Noord en Zuid, blijven de aandacht vragen. Een positieve ontwikkeling is het streven naar meer harmonisering tussen de operationele programma’s in de komende programmaperiode 2014–2020.

De staatssecretaris van EZ vindt ook dat het beheer van EFRO continue aandacht vraagt. Voor de volgende programmaperiode zijn afspraken gemaakt over uniformering, gericht op rechtmatige en doelmatige besteding van de middelen. Deze afspraken zijn vastgelegd in een convenant `uitvoeringsorganisatie 2014-2020’ en worden nader uitgewerkt. De minister uniformeert zo de ingewikkelde uitvoerings-structuur, zonder de regionale verantwoordelijkheden te wijzigen. Verder blijft de minister verbeteringen doorvoeren die de betreffende Managementautoriteiten Noord en Zuid hebben opgesteld.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

Uit 2009: Certificeringsautoriteit

13. Gezien het voorbehoud in de verklaring, vragen we aandacht voor de geconstateerde tekortkomingen bij de certificeringsautoriteit, waaronder:

• het toereikend vastleggen en onderbouwen van verrichte controlewerkzaamheden;

• het aanscherpen en vervolmaken van de checklists;

• het bewaken van reactie- en beslistermijnen.

De overname van onze aanbeveling door de minister heeft geleid tot verbetering van de werkzaamheden van de CA vooral inzake EFRO Oost en West. Het controlespoor blijft een aandachtspunt bij de certificeringswerkzaamheden inzake EFRO Noord en Zuid. De uitvoering van het certificeringsproces inzake EFRO Zuid schoot nog tekort; de CA heeft aangegeven inmiddels de noodzakelijke verbeteringen te hebben geïmplementeerd.

De staatssecretaris van EZ stelt vast dat de Certificeringsautoriteit de noodzakelijke verbeteringen heeft geïmplementeerd. Zij ziet erop toe dat de Certificeringsautoriteit haar werkzaamheden adequaat uitvoert.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

Uit 2011: Onrechtmatigheden in betaalaanvragen

14. Verbeter de controle op betaalaanvragen door managementautoriteit EFRO Noord en Zuid en certificeringsautoriteit, teneinde onrechtmatigheden in de ingediende betaalaanvragen te voorkomen.

De aanbeveling is nog actueel. De betaalaanvragen EFRO Noord en Zuid bevatten in eerste instantie te hoge (bruto) foutpercentages. Verbetering van managementverificaties en certificeringswerkzaamheden draagt bij aan vermindering van het aantal fouten in betaalaanvragen. Na de tijdelijke betaalonderbreking door de Commissie hebben de managementautoriteiten EFRO Noord en Zuid verbeteringen in de managementverificaties aangebracht, waarvan het resultaat in 2013 zal blijken.

Vanwege de tijdelijke betalingsonderbreking door de Europese Commissie hebben de Management-autoriteiten Noord en Zuid verbeteringen doorgevoerd. Deze beoordeelt de EC in 2013. Verder heeft de Certificeringsautoriteit de aanbevelingen van de Auditautoriteit overgenomen en grotendeels in 2012 geïmplementeerd. Met de Auditautoriteit zijn goede afspraken gemaakt over de tijdige uitvoering van de audits. Zo is eerder bekend of de doorgevoerde verbeteringen bij de Managementautoriteiten en de Certificeringsautoriteit in 2013 het gewenste resultaat opleveren, of dat in 2013 eventueel nog moet worden bijgestuurd.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

Nieuw in 2012: Aanscherpen normatiek proportionaliteit en doelmatigheid kosten

15. Ontwikkel met de management-, Audit- en certificeringsautoriteit, concrete normen hoe om te gaan met het beoordelen van de gedeclareerde kosten op proportionaliteit en doelmatigheid. Realiseer een consistente en uniforme werkwijze.

 

De staatssecretaris van EZ neemt de aanbeveling over. In overleg met de betrokken partijen werkt ze deze aanbeveling uit.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

DEELVERKLARING MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EVF)

Aanbevelingen

Stand van zaken

Toezegging minister

Nawoord Algemene Rekenkamer

Uit 2011: Onrechtmatigheden in betaalaanvragen

16. Verbeter de controle op betaalaanvragen door managementautoriteit en certificeringsautoriteit, teneinde onrechtmatigheden in de ingediende betaalaanvragen te voorkomen.

Er is sprake van onvoldoende beheer en controle. Het risico op onrechtmatigheden is daardoor hoog.

Aanbeveling is overgenomen en maatregelen zijn genomen.

In 2012 heeft de Europese Commissie verbetermaatregelen opgesteld. Deze zijn grotendeels in 2012 in gang gezet, wat de Europese Commissie als voldoende heeft aangemerkt. De Auditdienst Rijk verricht in de eerste helft van 2013 systeemaudits. Hieruit moet blijken of de werking van de genomen maatregelen ook voldoende is.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

DEELVERKLARING MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID (ESF)

Aanbevelingen

Stand van zaken

Toezegging minister

Nawoord Algemene Rekenkamer

Geen.

Het beheer en de controle zijn op voldoende niveau. Er zijn slechts enkele kleine aandachtspunten.

Geen.

 

DEELVERKLARING MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID (EIF)

Aanbevelingen

Stand van zaken

Toezegging minister

Nawoord Algemene Rekenkamer

Uit 2011: Beheer EIF

17. Verbeter het beheer bij het EIF; los vooral de organisatorische en personele problemen op, zodat tijdige kan worden voldaan aan de vereisten inzake verantwoording en controle.

Het jaarprogramma 2008 is inmiddels verantwoord. Dat geldt ook voor het jaarprogramma 2009, maar de deadline voor indiening van het jaarverslag bij de EC is niet gehaald.

De staatssecretaris van VenJ en de minister van SZW nemen de aanbevelingen over.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

DEELVERKLARING STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE (EVLF, EBF en ETF)

Aanbevelingen

Stand van zaken

Toezegging minister

Nawoord Algemene Rekenkamer

Uit 2011: Beheer EVLF, EBF en ETF

18. Zie vorige punt.

Net als het jaarverslag betreffende het EIF zijn de termijnen voor het indienen van de jaarverslagen bij de EC niet gehaald.

De staatssecretaris van VenJ en de minister van SZW nemen de aanbevelingen over.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

OVERIGE PUNTEN

Aanbevelingen

Stand van zaken

Toezegging minister

Nawoord Algemene Rekenkamer

Uit 2010: Werkzaamheden auditautoriteit

19. Auditdienst Rijk (in rol als Auditautoriteit EFRO, ESF en EVF):

• Waarborg voldoende capaciteit en zorg voor interventiemogelijkheden bij problemen in de uitvoering van audits zodat noodzakelijke werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden.

• Uniformeer de auditwerkzaamheden voor vergelijkbare auditobjecten.

• Voorkom beperking van de reikwijdte gedurende de uitvoering van de audits.

• Beoordeel jaarlijks alle relevante essentiële vereisten inzake beheersings- en controlesystemen.

• Bewaak een zorgvuldige evaluatie van alle auditbevindingen.

In 2012 wederom vooruitgang. Uniformering van auditwerkzaamheden voor vergelijkbare auditobjecten blijft een aanbeveling voor alle fondsen. Inzake ESF hebben wij verder geen aanbevelingen. Inzake EFRO vragen wij nog aandacht voor diverse verbeterpunten (zie toelichting rapport), vooral inzake planning en tijdige afronding van de controles, interne kwaliteitsborging (reviews) en verdere optimalisering van de vastlegging en rapportage van controlebevindingen. Inzake EVF zijn enkele aanbevelingen inzake de uitvoering van systeemaudits (vastlegging hoor-wederhoor bij ICT-audits) en projectaudits (uniformering review, vastlegging bevindingen en werkzaamheden) geformuleerd (zie toelichting rapport).

De aanbevelingen worden door de Auditdienst Rijk overgenomen.

De Auditautoriteit verbetert voortdurend de planning en tijdige uitvoering van de projectaudits. Hierover zijn wederom afspraken gemaakt met het ministerie van EZ, de managementautoriteiten en de eindbegunstigden.

Inzake EVF merkt de AA op dat uitgebreid hoor en wederhoor met de MA en CA heeft plaatsgevonden. Dit is expliciet in de auditrapporten van de systeemaudits vastgelegd.

Wij betrekken de voortgang en ontwikkelingen in ons onderzoek.

Uit 2011: Controle fondsdeel TSK

20. Controleer in het kader van de controleverklaring bij de financiële gegevens EFRO, ESF en EVF, naast de totaal gedeclareerde subsidiabele kosten ook het aandeel van de kosten dat uit het Europese Fonds wordt gefinancierd.

De bijbehorende consolidatiestaat kan daarbij aan waarde toenemen als de besteding van het voor de programmaperiode (2007–2013) beschikbare budget zichtbaar is.

De AA geeft thans in haar controleverklaring Assurance over het fondsaandeel.

Opgevolgd.

Geen.

 

BIJLAGE 1 NATIONALE VERKLARING 2013

Op 12 maart ontving de Algemene Rekenkamer de Nationale verklaring 2013 van de minister van Financiën. Hieronder is de integrale tekst van de verklaring weergegeven. Deze is ook te vinden op onze website www.rekenkamer.nl.

Nationale verklaring 2013

Op grond van het besluit van de ministerraad d.d. 8 maart 2013, verklaar ik hierbij namens het Nederlandse kabinet, vanuit mijn positie en verantwoordelijkheid als Minister van Financiën inzake het financieel beheer van middelen voor de hierna genoemde fondsen in gedeeld beheer en op basis van de mij ter beschikking staande informatie dat:

Verklaring inzake het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO):

  • 1. het functioneren van de door Nederland opgezette systemen en daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de gelden inzake het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) over het begrotingsjaar 16 oktober 2011 tot en met 15 oktober 2012 naar mijn beste weten een redelijke mate van zekerheid bieden voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties alsmede voor de subsidiabiliteit van de desbetreffende subsidieaanvragen;

  • 2. de uitgaven en ontvangsten tot een totaal bedrag van € 962.122.070 ten laste respectievelijk ten gunste van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) die zijn opgenomen in bijgaande consolidatiestaat van door de Nederlandse betaalorganen over het begrotingsjaar 16 oktober 2011 tot en met 15 oktober 2012 opgestelde en bij de Commissie ingediende rekeningen, naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, juist en volledig zijn tot op het niveau van eindbegunstigden;

  • 3. openstaande vorderingen tot een totaalbedrag van € 71.760.588 inzake het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) die zijn opgenomen in bijgaande consolidatiestaat van door de Nederlandse betaalorganen over het begrotingsjaar 16 oktober 2011 tot en met 15 oktober 2012 opgestelde en bij de Commissie ingediende rekeningen naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, juist en volledig zijn.

Verklaring inzake het Europees Visserijfonds (EVF):

  • 1. het functioneren van de door Nederland opgezette systemen en daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de gelden inzake het EVF over de periode 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2012 een redelijke mate van zekerheid bieden voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties alsmede voor de subsidiabiliteit van de desbetreffende subsidieaanvragen, met uitzondering van de managementverificaties en de informatiebeveiliging van de automatisering, welke gedeeltelijk functioneren;

  • 2. de uitgaven en ontvangsten tot een totaal bedrag van € 22.759.735 (aandeel EVF € 4.494.248) ten laste respectievelijk ten gunste van het EVF die zijn opgenomen in bijgaande consolidatiestaat van door de Nederlandse Certificeringsautoriteit over de periode 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 opgestelde en bij de Commissie ingediende betalingsaanvragen, naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, juist en volledig zijn tot op het niveau van eindbegunstigden onder voorbehoud van een bedrag van € 3.112.113, waarover onzekerheid bestaat;

  • 3. openstaande vorderingen tot een totaalbedrag van € 0,00 ten gunste van het EVF, die zijn opgenomen in bijgaande consolidatiestaat van door de Nederlandse Certificeringsautoriteit opgestelde en bij de Europese Commissie over de periode 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 ingediende rekeningen, naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, juist en volledig zijn.

Verklaring inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO):

  • 1. het functioneren van de door Nederland opgezette systemen en daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de gelden inzake het EFRO over de periode 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2012, naar mijn beste weten een redelijke mate van zekerheid bieden voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties alsmede voor de subsidiabiliteit van de desbetreffende subsidieaanvragen;

  • 2. de uitgaven en ontvangsten tot een totaal bedrag van € 369.422.694 (aandeel EFRO € 158.577.887) ten laste respectievelijk ten gunste van het EFRO die zijn opgenomen in bijgaande consolidatiestaat van door de Nederlandse Certificeringsautoriteit over de periode 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 opgestelde en bij de Commissie ingediende betalingsaanvragen, naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, juist en volledig zijn tot op het niveau van eindbegunstigden, met uitzondering van een totaalbedrag van € 8.760.317 (2,43%) aan onrechtmatige uitgaven waarvan een deel in 2012 door de managementautoriteiten is geconstateerd en gecorrigeerd, waardoor de fout is teruggebracht tot € 4.322.494 (1,20%) en met uitzondering van één project, waarvan de uitgaven in 2011 € 8.742.107 (aandeel EFRO € 3.548.421) bedroegen, dat in 2012 uit de declaratie en het programma is gehaald;

  • 3. openstaande vorderingen tot een totaalbedrag van € 0,00 ten gunste van het EFRO, die zijn opgenomen in bijgaande consolidatiestaat van door de Nederlandse Certificeringsautoriteit opgestelde en bij de Commissie over de periode 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 ingediende rekeningen, naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, juist en volledig zijn.

Verklaring inzake het Europees Sociaal Fonds (ESF)

  • 1. het functioneren van de door Nederland opgezette systemen en daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de gelden inzake het programma ESF Doelstelling 2 2007–2013, CCI2007NL052PO001 over de periode 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011, naar mijn beste weten een redelijke mate van zekerheid bieden voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties alsmede voor de subsidiabiliteit van de desbetreffende subsidieaanvragen;

  • 2. de uitgaven en ontvangsten tot een totaal bedrag van € 338.736.675 (aandeel ESF € 139.844.129) ten laste respectievelijk ten gunste van het ESF die zijn opgenomen in bijgaande consolidatiestaat van door de Nederlandse certificeringsautoriteit over de periode 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 opgestelde en bij de Commissie ingediende betalingsaanvragen, in de context van bovengenoemde informatie naar mijn beste weten, juist, volledig en wettig en regelmatig zijn tot op het niveau van eindbegunstigden;

  • 3. openstaande vorderingen tot een totaalbedrag van € 0,00 ten gunste van het ESF, die zijn opgenomen in bijgaande consolidatiestaat van door de Certificeringsautoriteit opgestelde en bij de Commissie over de periode 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 ingediende rekeningen, naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, juist en volledig zijn.

Verklaring inzake de migratiefondsen: het Europees Vluchtelingenfonds (EVF), het Europees Terugkeerfonds (ETF), het Europees Buitengrenzenfonds (EBF) en het Europees Integratiefonds (EIF):

  • 1. Het functioneren van de door Nederland opgezette systemen en daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de gelden inzake het Jaarprogramma EVF 2009, ETF 2009, EBF 2009 en EIF 2008 en 2009 naar mijn beste weten een redelijke mate van zekerheid bieden voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties, alsmede voor de subsidiabiliteit van de desbetreffende subsidieaanvragen, met uitzondering van de in bijgaande toelichting genoemde bevindingen met betrekking tot het gebruik van een planningstool en het functioneren van het toezicht op de projecten en de vaststelling van subsidies.

  • 2. De totale subsidiabele kosten tot een bedrag van:

    € 5.460.864 (aandeel EVF € 3.218.789) ten laste van het Jaarprogramma EVF 2009,

    € 3.239.573 (aandeel ETF € 1.703.157) ten laste van het Jaarprogramma ETF 2009,

    € 4.908.639 (aandeel EBF € 3.323.238) ten laste van het Jaarprogramma EBF 2009,

    € 2.369.808 (aandeel EIF € 1.335.666) ten laste van het Jaarprogramma EIF 2008,

    € 3.153.006 (aandeel EIF € 1.876.796) ten laste van het Jaarprogramma EIF 2009,

  • 3. opgestelde en door de Verantwoordelijke Autoriteit bij de Europese Commissie ingediende rekeningen (ontvangsten en uitgaven), in de context van bovengenoemde informatie naar mijn beste weten juist, volledig en wettig en regelmatig zijn tot op het niveau van eindbegunstigden.

  • 4. Openstaande vorderingen tot een totaalbedrag van:

    € 120.683 (stand 15 oktober 2012) ten gunste van het EVF inzake het Jaarprogramma EVF 2009»,

    € 266.828 (stand 12 juli 2012) ten gunste van het ETF inzake het Jaarprogramma ETF 2009»,

    € 628.695 (stand 12 december 2012) ten gunste van het EBF inzake het Jaarprogramma EBF 2009»,

    € 326.165 (stand 16 augustus 2012) ten gunste van het EIF inzake het Jaarprogramma EIF 2008,

    € 99.137 (stand 21 december 2012) ten gunste van het EIF inzake het Jaarprogramma EIF 2009,

    naar mijn beste weten wettig, regelmatig, volledig en juist zijn.

De mij bekende lopende onderzoeken of correctievoorstellen in verband met de goedkeuring van de ingediende rekeningen door de Europese Commissie, zijn verantwoord in de bijgevoegde bijlagen. De bevestigingen in deze verklaring zijn beperkt tot zaken van materieel belang en vloeien direct voort uit audits en laten onverlet inherente interpretatie van Europese regelgeving.

De minister van Financiën,

J.R.V.A. Dijsselbloem

Toelichting

Weging en verantwoordingstolerantie

Voor de weging van te rapporteren aandachtspunten in de verklaring gelden de volgende criteria:

  • Vormt het aandachtspunt een substantieel financieel en/of politiek risico?

  • Gaat het om een belangrijke kwaliteitsverbetering in de uitvoering van de Europese subsidieregelingen?

  • Speelt het aandachtspunt voldoende breed in respectievelijk de uitvoering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, het Europees Visserij Fonds, de Europese Structuurfondsen en de Migratiefondsen binnen Nederland?

Voor uiteindelijke verantwoording van belangrijke aandachtspunten of tekortkomingen in de nationale verklaring gelden de volgende criteria:

  • Uit onderzoek naar kwalitatieve aspecten blijkt dat een belangrijke tekortkoming bestaat in nationale controlesystemen en

  • de hieruit voortkomende onrechtmatigheid wordt voor de betrokken deelpopulatie van de jaardeclaratie geschat op meer dan 2% (verantwoordingstolerantie) en

  • het effect kon niet worden tenietgedaan door corrigerende maatregelen.

Voor balansposten geldt een verantwoordingstolerantie van 2% van het verantwoorde eindsaldo, voor zover nog niet gecorrigeerd op balansdatum.

Indien er op fondsniveau sprake is van overschrijding van de verantwoordingstolerantie wordt dit vermeld.

Goedkeuring Europese Commissie

De Europese Commissie bepaalt uiteindelijk de EU-conformiteit van de nationale implementatie en uitvoering van EU-regelgeving. Daardoor bestaat er altijd onzekerheid over aard en omvang van financiële correcties die de Commissie kan opleggen.

Landbouwfondsen

Verklaring Betaalorganen

De Betaalorganen Dienst Regelingen en Dienst Landelijk gebied hebben overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr.1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 bij de over de periode 16 oktober 2011 tot en met 15 oktober 2012 bij de Europese Commissie ingediende rekeningen verklaard dat de beheersmaatregelen voldoende effectief zijn en een redelijke zekerheid bieden omtrent de wettigheid en regelmatigheid van onderliggende transacties.

Beoordeling Certificerende instantie

De Auditdienst Rijk heeft, in de functie van Certificerende instantie, overeenkomstig artikel 8 van genoemde Verordening de juistheid van de verklaring van de Betaalorganen bevestigd met een controleverklaring.

Controleverklaring rechtmatigheid

De Auditdienst Rijk heeft aanvullend op de Europese voorschriften ten behoeve van de deelverklaring van de minister van EZ verklaard dat de consolidatiestaat GLB 2012 een getrouw beeld geeft van de uitgaven en de ontvangsten en dat de in de consolidatiestaat GLB 2012 verantwoorde uitgaven en ontvangsten voldoen aan de eisen van rechtmatigheid tot op het niveau van eindbegunstigden.

EVF

Verklaring Certificeringsautoriteit

De Dienst Regelingen, heeft in de functie van Nederlandse certificeringsautoriteit, overeenkomstig artikel 60 van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 over de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 bij de Europese Commissie ingediende uitgavenstaten verklaard dat de beheersmaatregelen van de Managementautoriteit voldoende effectief zijn en een redelijke zekerheid bieden omtrent de wettigheid en regelmatigheid van onderliggende transacties.

De Managementautoriteit heeft in 2012 besloten uit voorzorg, en in overleg met de Europese Commissie, een totaalbedrag van € 1.589.746 te corrigeren op de oorspronkelijk in 2011 gedeclareerde uitgaven die betrekking hebben op artikel 25 van Verordening (EG) nr. 1198/2006. De Certificeringsautoriteit heeft in november 2012 een herziene uitgavenstaat 2011 ingediend waarin deze correctie is verwerkt. Hierdoor ontstaat in de consolidatiestaat een totaal bedrag subsidiabele uitgaven van € 22.759.735. De in de consolidatiestaat opgenomen negatieve bedragen bij prioritaire as 1 vloeien voort uit deze aanpassing en hebben betrekking op uitgaven die in 2010 in de betaalaanvraag naar de Europese Commissie waren opgenomen met toepassing van het eerder genoemde artikel 25. Doordat een herziene declaratie is ingediend en in de consolidatiestaat is verwerkt heeft de genoemde correctie geen invloed op de strekking van de deelverklaring.

De Managementautoriteit heeft uit voorzorg een correctie toegepast op een ingediende projectbegroting. De uitgaven in die projectbegroting, waarvoor naar de mening van de Auditautoriteit de aanbestedingsregels van toepassing zijn (tot en met 2011 € 3.112.113,00 van de subsidiabele uitgaven), zijn als niet subsidiabel aangemerkt onder gelijktijdige ophoging van het subsidiepercentage van 58,5% naar 81,3%. Het is onduidelijk of de Europese Commissie met deze wijziging in de projectbegroting akkoord gaat. Van deze onzekerheid is melding gemaakt in de deelverklaring.

Rapportage Auditautoriteit over controle- en beheerssysteem 2011

De Auditdienst Rijk heeft, in de functie van Auditautoriteit, overeenkomstig artikel 61 van genoemde Verordening over de periode van 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2012 bevestigd dat de beheers- en controlesystemen van de Managementautoriteit en de Certificeringsautoriteit voldoende efficiënt hebben gefunctioneerd om een redelijke mate van zekerheid te kunnen bieden omtrent de juistheid van de betaalaanvragen die bij de Europese Commissie zijn ingediend, alsmede om, bij wijze van gevolgtrekking, een redelijke mate van zekerheid te kunnen bieden omtrent de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende transacties, met uitzondering van adequate managementverificaties en de informatiebeveiliging van het automatiseringssysteem, welke gedeeltelijk functioneren en waarbij substantiële verbeteringen nodig zijn. De Managementautoriteit heeft deze aanbevelingen overgenomen en grotendeels geïmplementeerd in 2012. Afronding vindt in het voorjaar van 2013 plaats. In het vervolgonderzoek zal de Auditautoriteit de opvolging van alle aanbevelingen vaststellen.

Rapportage Auditautoriteit over rechtmatigheid gedeclareerde uitgaven 2011

Het EVF kent een meerjarig financieringssysteem. Budgetten komen beschikbaar in 7 jaarlijkse tranches. De managementautoriteit dient daartoe tussentijds betalingsaanvragen in van gecontroleerde door begunstigden gemaakte en betaalde subsidiabele kosten. Na afsluiting van het programma zijn de finale betalingsaanvraag en het bijbehorende controlerapport van de Auditautoriteit, echter de basis voor de goedkeuring van de financiële verantwoording van het programma door de Europese Commissie. Daardoor stelt de Commissie dat de Auditautoriteit bij de beoordeling van tussentijdse betalingsaanvragen bepaalde, reeds gecorrigeerde fouten buiten beschouwing kan laten. De Commissie baseert haar jaarlijkse goedkeuring op foutpercentages na correctie van die fouten. Nederland baseert haar jaarlijkse nationale verklaring op de rechtmatigheid van de jaarlijkse betalingsaanvraag.

De Certificeringsautoriteit heeft in 2012, in overleg met de Europese Commissie, een herziene uitgavenstaat 2011 ingediend. De Auditautoriteit heeft in haar controleverslag op grond van de uitgevoerde steekproef op deze herziene uitgavenstaat geconstateerd dat de toegestane foutfractie van 2% niet is overschreden.

Controleverklaring rechtmatigheid gedeclareerde uitgaven 2011

De ADR heeft ten behoeve van de door de minister van EZ af te geven nationale deelverklaring EVF een oordeel met beperking afgegeven omdat

  • het onderzoek naar de werking van de beheerssystemen in het bijzonder de managementverificaties en het automatiseringssysteem heeft als conclusie opgeleverd dat het systeem gedeeltelijk functioneert en dat er substantiële verbeteringen nodig zijn waarvan is melding is gedaan in deze verklaring;

  • er met betrekking tot de afwikkeling van een bevinding onzekerheid bestaat ten aanzien van de interpretatie die de Europese Commissie eraan geeft. Het betreft de aanpassing van een projectbegroting, waarbij de uitgaven waarvoor de aanbestedingsregels van toepassing zijn (tot en met 2011 € 3.112.113,00 van de subsidiabele uitgaven) als niet subsidiabel worden aangemerkt onder gelijktijdige ophoging van het subsidiepercentage van 58,5% naar 81,3%.

Hiervan is melding gemaakt in deze verklaring.

EFRO

Verklaring Certificeringsautoriteit

De Dienst Regelingen heeft, in de functie van Certificeringsautoriteit, overeenkomstig artikel 61 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006, over de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 bij de Europese Commissie ingediende uitgavenstaten verklaard dat de beheersmaatregelen voldoende effectief zijn en een redelijke zekerheid bieden omtrent de wettigheid en regelmatigheid van onderliggende transacties.

Rapportage Auditautoriteit over controle- en beheerssystemen 2011

De Auditdienst Rijk heeft, in de functie van Auditautoriteit, overeenkomstig artikel 62 van genoemde Verordening, over de periode van 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2012 geoordeeld dat de controle- en beheerssystemen van de Managementautoriteiten Noord, Zuid, Oost en West en de Certificeringsautoriteit voldoende effectief hebben gefunctioneerd om een redelijke mate van zekerheid te kunnen bieden omtrent de juistheid van de betaalaanvragen die bij de Europese Commissie zijn ingediend, alsmede om, bij wijze van gevolgtrekking, een redelijke mate van zekerheid te kunnen bieden omtrent de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. Bij het hiervoor gevormde oordeel over de controle en beheerssystemen heeft de Auditautoriteit voor het regionale Programma Zuid aanbevelingen gedaan aan de Certificeringsautoriteit die moeten leiden tot een substantiële verbetering in de certificeringsprocedure. De Certificeringsautoriteit heeft deze aanbevelingen overgenomen en grotendeels al geïmplementeerd in 2012. Afronding vindt in het voorjaar van 2013 plaats. In het vervolgonderzoek zal de Auditautoriteit de opvolging van alle aanbevelingen vaststellen.

Rapportage Auditautoriteit over rechtmatigheid gedeclareerde uitgaven 2011

EFRO kent een meerjarig financieringssysteem. Budgetten komen beschikbaar in zeven jaarlijkse tranches. De Managementautoriteiten dienen daartoe tussentijdse betalingsaanvragen in van gecontroleerde door begunstigden gemaakte en betaalde subsidiabele kosten. Na afsluiting van het programma zijn de finale betalingsaanvraag en het bijbehorende controlerapport van de Auditautoriteit de basis voor de goedkeuring van de financiële verantwoording van het programma door de Europese Commissie. Daardoor stelt de Europese Commissie dat de Auditautoriteit, bij de beoordeling van de tussentijdse betalingsaanvragen, bepaalde, reeds gecorrigeerde fouten buiten beschouwing kan laten. De Europese Commissie baseert haar jaarlijkse goedkeuring dus op foutpercentages na correctie van die fouten. Nederland baseert haar jaarlijkse Nationale Verklaring op de rechtmatigheid van de jaarlijkse betalingsaanvraag.

De Auditautoriteit heeft in haar controleverslagen op grond van de uitgevoerde steekproef een totaal bedrag van € 8.760.317 (2,43%) aan fouten geconstateerd. Doordat de Managementautoriteiten bepaalde fouten ook zelf hebben gevonden en hebben gecorrigeerd in 2012, is de foutfractie ultimo 2012 teruggebracht tot € 4.322.494 (1,20%; Zuid 4,46% naar 1,63%, Noord 2,15% naar 1,95%, West 1,45% naar 0,67% en Oost 0,46% naar 0,06%). Doordat de Europese Commissie voor goedkeuring het percentage na correctie hanteert, met als norm 2%, zijn er voor de individuele programma’s dus geen aanvullende correcties meer noodzakelijk.

De Managementautoriteit Zuid heeft op advies van de Europese Commissie één project, waarvan de uitgaven in 2011 € 8.742.107 (aandeel EFRO € 3.548.421) bedroegen, in 2012 uit de betalingsaanvraag en het programma gehaald, omdat er onzekerheid bestaat omtrent de subsidiabiliteit van de uitgaven. De Auditautoriteit heeft deze uitgaven daarom niet in haar controle betrokken.

Controleverklaring rechtmatigheid gedeclareerde uitgaven 2011

De Auditdienst Rijk heeft ten behoeve van de deelverklaring EFRO een oordeel met beperking afgegeven omdat de voor de Nationale Verklaring toegestane tolerantie van 2% is overschreden (2,43%). De financiële risico’s zijn hierbij beperkt, doordat door passend handelen van de Managementautoriteiten na 2011 de foutfractie is teruggebracht tot 1,20% en dus beneden 2%. Hiervan wordt melding gemaakt in de deelverklaring van de minister van EZ en de bijbehorende toelichting.

Daarnaast heeft de Auditdienst Rijk vastgesteld dat voor één project de uitgaven 2011 in 2012 in overleg met de Europese Commissie uit de declaratie zijn gehaald en waarop dus ook geen controle is toegepast. Van deze correctie wordt melding gemaakt in de deelverklaring ad € 8.742.107 (aandeel EFRO € 3.548.421).

ESF

Verklaring Certificeringsautoriteit

De Dienst Regelingen, heeft in de functie van Certificeringsautoriteit, overeenkomstig artikel 61 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 27 juli 2006 over de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 bij de Europese Commissie ingediende uitgavenstaten verklaard dat de beheersmaatregelen van de Managementautoriteit voldoende effectief zijn en een redelijke zekerheid bieden omtrent de wettigheid en regelmatigheid van onderliggende transacties.

Rapportage Auditautoriteit

De Auditdienst Rijk heeft in de functie van Auditautoriteit geoordeeld dat het beheers- en controlesysteem over de periode van 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2012, dat is ingesteld voor het Operationeel Programma ESF Doelstelling 2 2007–2013, CCI2007NL052PO001, beantwoordt aan de geldende voorschriften van de artikelen 58 tot en met 62 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad en afdeling 2 van Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Europese Commissie en voldoende effectief heeft gefunctioneerd om een redelijke mate van zekerheid te kunnen bieden omtrent de juistheid van de betaalaanvragen die bij de Europese Commissie zijn ingediend, alsmede om, bij wijze van gevolgtrekking, een redelijke mate van zekerheid te kunnen bieden omtrent de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

Controleverklaring rechtmatigheid

De Auditdienst Rijk heeft in de functie van Auditautoriteit aanvullend verklaard dat de bij de Europese Commissie in 2011 gedeclareerde uitgaven tot op het niveau van eindbegunstigden, alsmede het door de Europese Commissie berekende en uitbetaalde subsidiebedrag in alle materiële opzichten wettig en regelmatig zijn op basis van de geldende Europese en nationale wet- en regelgeving.

Migratiefondsen

Audit autoriteit

Onder Audit Autoriteit wordt verstaan de instantie genoemd in artikel 25, lid 1, aanhef en sub c van de beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008–2013 en in de dienovereenkomstige beschikkingen tot instelling van het Europees Terugkeerfonds en het Europees Buitengrenzenfonds.

Uitvoering Migratiefonsen

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie is sedert de vorming van het huidige kabinet verantwoordelijk voor het beheer van het Europees Vluchtelingenfonds, het Europees Terugkeerfonds en het Europees Buitengrenzenfonds in Nederland, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is sedertdien verantwoordelijk voor het Europees Integratie Fonds (EIF). De gedeclareerde uitgaven hebben betrekking op de Jaarprogramma’s 2009 van deze fondsen en voor het EIF ook het Jaarprogramma 2008. Dit laatste door de late indiening in 2012. De subsidiabiliteitsperiode van deze jaarprogramma’s loopt van 1 januari 2009 tot en met 30 juni 2011 en voor het EIF loopt het jaarprogramma 2008 van 1 januari 2008 tot en met 30 juni 2010.

Te late indiening jaarverslagen 2008 en 2009

De formele data waarop het jaarverslag 2008 en jaarverslag 2009 respectievelijk hadden moeten worden ingediend zijn 31 maart 2011 en 30 april 2012. De indieningdata 31 maart 2011 en 30 april 2012 zijn niet gehaald door een complex van factoren. De belangrijkste zijn: de achterstanden die in het verleden zijn opgelopen door personele omstandigheden en een aantal organisatorische en fysieke verhuizingen van de Verantwoordelijke Autoriteit van de fondsen en de Gedelegeerde Instantie die een groot deel van de uitvoering van de fondsen voor haar rekening neemt.

Opmerkingen Audit Autoriteit bij deze fondsen

De Audit Autoriteit heeft opgemerkt dat een planningstool ten aanzien van monitorbezoeken ontbreekt. Inmiddels is een planningstool in gebruik genomen.

Ook heeft de Audit Autoriteit opgemerkt dat vaststellingsbeschikkingen laat werden verleend. Vanaf 1 december 2012 is extra personeel ingehuurd om de achterstanden op dit terrein in te lopen, zodat met ingang van 2013 de daartoe geldende termijnen gehaald kunnen worden.

De laatste opmerking van de Audit Autoriteit betreft het hoge foutenpercentage in de oorspronkelijke vaststellingsbeschikkingen.

De Audit Autoriteit heeft de Gedelegeerde Instantie naar aanleiding hiervan naast de hierboven aangegeven opmerkingen geadviseerd concept vaststellingen altijd en uitgebreider te laten controleren door een tweede medewerker. Voor de jaartranche 2010 en latere tranches zal conform dit advies worden gewerkt.

BIJLAGEN BIJ DE NATIONALE VERKLARING:

Bijlage 1: Consolidatiestaat GLB 2012

Bijlage 2: Verrekende financiële correcties GLB 2012

Bijlage 3: Overzicht lopende onderzoeken Europese Commissie GLB

Bijlage 4: Consolidatiestaat EVF 2011

Bijlage 5: Overzicht lopende onderzoeken Europese Commissie en correctievoorstellen en -besluiten EVF 2011

Bijlage 6: Consolidatiestaat EFRO 2011

Bijlage 7: Overzicht lopende onderzoeken Europese Commissie en ontvangen correctievoorstellen en -besluiten EFRO 2011

Bijlage 8: ESF Consolidatiestaat 2011 en Overzicht lopende onderzoeken Europese Commissie en ontvangen correctievoorstellen en -besluiten ESF 2011

Bijlage 9: Lijst van alle lopende terugvorderingen, Overzicht lopende onderzoeken Europese Commissie en correctievoorstellen en -besluiten Migratiefondsen en declaratiestaten Migratiefondsen

BIJLAGE 1: CONSOLIDATIESTAAT GLB 2011

Hoofdstuk

ELGF

Uitgaven van 16-okt-2011 t/m 15-okt-2012

Correcties

Definitief 2012

05 02 01

Granen

10.370.475,18

0,00

10.370.475,18

05 02 02

Rijst

0,00

0,00

0,00

05 02 03

Restituties voor niet in bijlage 1 genoemde producten

3.332.291,72

0,00

3.332.291,72

05 02 04

Voedselprogramma's

0,00

0,00

0,00

05 02 05

Suiker

0,00

0,00

0,00

05 02 06

Olijfolie

0,00

0,00

0,00

05 02 07

Vezelgewassen

479.970,14

0,00

479.970,14

05 02 08

Groenten en fruit

75.530.829,59

– 2.356.617,57

73.174.212,02

05 02 09

Producten van de wijnbouwsector

0,00

0,00

0,00

05 02 10

Afzetbevordering

3.337.278,59

0,00

3.337.278,59

05 02 11

Overige plantaardige producten / overige maatregelen

2.858.252,44

0,00

2.858.252,44

05 02 12

Melk en zuivelproducten

8.003.794,89

0,00

8.003.794,89

05 02 13

Rundvlees

1.813.788,94

0,00

1.813.788,94

05 02 14

Schapen- en geitenvlees

0,00

0,00

0,00

05 02 15

Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten

553.739,66

0,00

553.739,66

05 02 16

Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie

77.167,10

0,00

77.167,10

 

Totaal 0502

106.357.588,25

– 2.356.617,57

104.000.970,68

         

05 03 01

Ontkoppelde rechtstreekse steun

784.276.687,50

0,00

784.276.687,50

05 03 02

Andere rechtstreekse steun

35.685.846,95

14,69

35.685.861,64

05 03 03

Extra steunbedragen

447,62

0,00

447,62

 

Totaal 0503

819.962.982,07

14,69

819.962.996,76

         

05 04 01

Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie – Programmeringsperiode 2000–2006

0,00

0,00

0,00

 

Totaal 0504

0,00

0,00

0,00

         

05 07 01 06

Boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren met betrekking tot gedeelde beheersuitgaven in het dader van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen), en van het ELGF

1.356.325,31

0,00

1.356.325,31

05 07 01 07

Conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren met betrekking tot gedeelde beheersuitgaven in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen), en van het ELGF

0,00

0,00

0,00

 

Totaal 050701

1.356.325,31

0,00

1.356.325,31

         

05 07 02

Regeling van geschillen

0,00

0,00

0,00

         

Totaal 050702

0,00

0,00

0,00

         

67 01 00

Goedkeuring van de ELGF rekeningen – Bestemmingsontvangsten

– 18.612.501,22

0,00

– 18.612.501,22

67 02 00

Onregelmatigheden in het kader van het ELGF – Bestemmingsontvangsten

– 2.945.820,67

564.160,13

– 2.381.660,54

67 03 00

Heffing voor melkproducten – Bestemmingsontvangsten

– 39.282.432,22

0,00

– 39.282.432,22

 

Totaal 67

– 60.840.754,11

564.160,13

– 60.276.593,98

         

68 01 00

Tijdelijke herstructureringsheffing – Bestemmingsontvangsten

0,00

0,00

0,00

68 02 00

Onregelmatigheden in verband met het tijdelijke herstructureringsfonds – Bestemmingsontvangsten

0,00

0,00

0,00

68 03 00

Goedkeuring in verband met het tijdelijk herstructureringsfonds – Bestemmingsontvangsten

0,00

0,00

0,00

Totaal 68

0,00

0,00

0,00

         

Totaal Generaal

866.836.141,52

– 1.792.442,75

865.043.698,77

AS

ELFPO

Uitgaven van 16-okt-2011 t/m 15-okt-12

Correcties

Definitief 2012

1

Verbetering van de concurrentiekracht land- en bosbouwsector

23.230.744,57

– 505.360,76

22.725.413,81

2

Milieu- en natuurverbetering

37.715.707,14

– 113.100,08

37.602.607,06

3

De leefkwaliteit op het platteland en diversificatie van de plattelandseconomie

26.870.460,89

– 355.544,97

26.514.915,92

4

Leader

9.935.888,28

– 165.110,85

9.770.777,43

5

Technische bijstand

464.656,84

0,00

464.656,84

   

 

Totaal

98.217.487,72

– 1.139.116,66

97.078.371,06

         
 

Totaal ELGF + ELFPO

965.053.629,24

– 2.931.559,41

962.122.069,83

Fonds

Bedrag waarvoor inningsprocedure gaande (saldo 15/10/2012)

ELFPO

521.688,22

ELGF

71.238.899,36

TOTAAL

71.760.587,58

BIJLAGE 2: VERREKENDE FINANCIËLE CORRECTIES GLB 2012

In de consolidatiestaat zijn de volgende door de Europese Commissie opgelegde financiële correcties verwerkt:

Correctiebesluit

 

Periode

Bedrag (in €)

2011/689/EU

Toeslagrechten

2007–2010

2.242.382,95

2012/89/EU

Randvoorwaarden

2005–2008

14.450.892,27

2012/89/EU

Plattelandsontwikkeling

2007–2009

2.052.703,33

2012/89/EU

Slachtpremie

2007–2008

1.547.815,00

2012/240/EU

Verrekening

2011

290.406,50

2012/336/EU

Exportrestitutie

2007

81.004,00

Totaal

   

20.665.204,05

  • Toeslagrechten: dit betreft de berekening van de toeslagrechten, conform Verordening (EG) 795/2004 en Verordening (EG) 796/2004. Inmiddels zijn herstelmaatregelen genomen om herhaling te voorkomen;

  • Randvoorwaarden: dit betreft de toepassing van controles en de toepassing van kortingen op subsidiebetalingen, zoals voorgeschreven in Verordening (EG) 1782/2003 en Verordening (EG) 796/2004, bij een niet-naleving van randvoorwaarden op het gebied van dierenwelzijn, milieu en diergezondheid (cross compliance). De EC heeft het advies van het bemiddelingsorgaan niet overgenomen en is in 2011 een vervolgonderzoek gestart naar de subsidiebetalingen in de jaren 2009 en 2010. Naar aanleiding van de audit van de EC heeft Nederland onder andere het sanctieregime aangepast en de nog ontbrekende normen ingevuld.

  • Plattelandsontwikkeling: dit betreft de agro-milieumaatregelen binnen het operationele programma voor Plattelandsontwikkeling Nederland 2007–2013 (POP), conform Verordening (EG) 1974/2006 en Verordening (EG) 1975/2006. Het ministerie heeft herstelmaatregelen genomen om herhaling te voorkomen.

  • Slachtpremie: dit betreft de betalingen inkomenssteun aan houders van runderen en kalveren, conform Verordening (EG) 796/2004 en Verordening (EG) 1973/2004. De dierpremieregelingen worden niet meer toegepast. Herstelmaatregelen zijn daarom niet meer aan de orde.

  • Verrekening: dit betreft een boekhoudkundige verrekening op de rekening 2011.

  • Exportrestitutie: dit betreft een incidentele fout in de jaardeclaratie 2007.

Met brief van 29 mei 201217 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de in de afgelopen 10 jaar opgelegde correcties.

BIJLAGE 3: OVERZICHT LOPENDE ONDERZOEKEN EUROPESE COMMISSIE GLB

De Europese Commissie kan op grond van artikel 11 van Verordening (EG) 885/2006 correcties opleggen als zij op grond van eigen onderzoeken concludeert dat EU-regelgeving niet op de juiste wijze door de lidstaat is geïnterpreteerd en uitgevoerd. De uitvoering van het onderzoek vindt gefaseerd plaats. In de loop van het onderzoek kan de Auditdienst van de Europese Commissie correctievoorstellen doen die wel of niet door de Europese Commissie, eventueel gehoord het bemiddelingsorgaan, worden overgenomen. Het onderzoek kan worden afgesloten met een correctiebesluit.

In deze bijlage vindt u een overzicht van alle lopende onderzoeken waarvoor een correctievoorstel is ontvangen (onderdeel a). Voor lopende onderzoeken waarvoor (nog) geen correctievoorstel is ontvangen, wordt verwezen naar onderdeel b. Voor correctiebesluiten van de Europese Commissie, waartegen het ministerie in beroep is gegaan gaan, wordt verwezen naar onderdeel c.

a. Ontvangen correctievoorstellen

In voorgaande jaren zijn de volgende correctievoorstellen ontvangen, waarvoor de Europese Commissie nog geen definitief besluit heeft genomen:

Correctievoorstel

Periode

Bedrag (in €)

Perceelsregistratie

2008

35.430.616,96

Vorderingenbeheer

2006–2009

5.277.577,43

Hommels en bijen

2010

688.510,00

Totaal

 

41.396.704,39

Perceelsregistratie

Nederland heeft naar aanleiding van de bevindingen van de Europese Commissie uit 2009 een volledige referentielaag in het perceelsregister aangemaakt. In het kader van een vervolgaudit is Nederland in gesprek met de Europese Commissie over de getroffen herstelmaatregelen. Het ministerie is een bemiddelingsprocedure gestart en is in afwachting van de reactie van de Europese Commissie op het advies van het bemiddelingsorgaan.

Vorderingenbeheer

Dit betreft de toepassing van wettelijke rente bij achterstallige openstaande vorderingen, conform Verordening (EG) 885/2006. Het ministerie is een bemiddelingsprocedure gestart en is in afwachting van de reactie van de Europese Commissie op het advies van het bemiddelingsorgaan.

Hommels en bijen

Dit betreft de subsidiabiliteit van de kosten voor de inzet van hommels en bijen bij bestuiving. Hierop zijn corrigerende maatregelen genomen, waaronder terugvordering van steun. Dit correctie voorstel is maart 2013 omgezet in een correctiebesluit.

b. Overige informatie uit lopende onderzoeken

De betreft lopende onderzoeken door de Europese Commissie waarvoor (nog) geen correctievoorstellen zijn ontvangen.

Exportrestitutie Melkpoeder 1997–2000

Dit onderzoek betreft één restitutiebetaling, inzake export van melkpoeder.

Slachtpremie 2008–2009

Dit onderzoek betreft de betalingen inkomenssteun aan houders van runderen en kalveren, conform Verordening (EG) 796/2004 en Verordening (EG) 1973/2004.

Plattelandsontwikkeling 2010–2011

Deze controle betreft de toepassing van de controles op de naleving van de agro-milieu bepalingen.

Perceelsregister 2009–2011

Dit vervolgonderzoek betreft de toepassing van de controles op de oppervlaktegerelateerde aanvragen van subsidies, vanaf 2009.

Randvoorwaarden 2009–2011

Dit onderzoek betreft de controle op de naleving van randvoorwaarden (cross compliance) op het domein van dierenwelzijn, diergezondheid en milieu door begunstigden.

Certificering 2011

Dit onderzoek betreft de door de Certificerende Instantie over 2011 gerapporteerde fouten in de rekening van de Betaalorganen DR en DLG.

Erkenning en certificering Betaalorgaan DLG 2011

Dit onderzoek betreft de erkenning en de certificering controle- en beheerssysteem van het Betaalorgaan DLG.

Toeslagrechten vanaf 2010

Dit onderzoek betreft de berekening van de hoogte van de verleende toeslagrechten.

Groenten en Fruit 2009–2011

Naar aanleiding van audits van de Europese Commissie en een in 2012 uitgevoerde interne risicoanalyse is het noodzakelijk gebleken om de beoordeling van de erkenningen van alle telersverenigingen te herzien. Deze herbeoordeling is naar verwachting medio 2013 afgerond. De Tweede Kamer is hierover met brief van 21 januari 201318 geïnformeerd.

c. Lopende beroepsprocedures

Dit betreft afgeronde onderzoeken, waarvoor een correctiebesluit is ontvangen en betaald in voorgaande jaren en waarvoor een procedure bij het Gerecht van de EU is gestart.

Correctiebesluit

Periode

Bedrag (in €)

2010/668/EU: Aardappelzetmeel

2003–2008

28.947.149,31

2011/244/EU: Groenten en Fruit

2005–2008

22.691.407,79

Totaal

 

51.638.557,10

2010/668/ EU: Aardappelzetmeel

Deze correctie, betaald in 2011, betreft betalingen aan producenten van aardappelzetmeel over de jaren 2003 tot en met 2008.

2011/244/EU: Groenten en Fruit

Deze correctie, betaald in 2011, betreft subsidiebetalingen in de periode 2005 tot en met 2008 aan erkende telersverenigingen.

BIJLAGE 4: CONSOLIDATIESTAAT EVF 2011

De consolidatiestaat 2011 is gebaseerd op de betalingsaanvragen van de Nederlandse certificeringsautoriteit, die zijn gecontroleerd door de Auditautoriteit.

Operationeel Programma

Prioritaire as

Gedeclareerde subsidiabele uitgaven

Bijdrage EVF (in €)

Perspectief voor een duurzame visserij

CCI:2007NL14FPO001

   
 

1. Maatregelen voor aanpassing visserijvloot

– 721.436,47

– 73.310,68

 

2. Aquacultuur, binnenvisserij, verwerken en in de handel brengen van visserij en aquaproducten

8.585.724,57

1.094.586,46

 

3. Maatregelen van gemeenschappelijk belang

9.515.658,08

1.866.832,66

 

4. Duurzame ontwikkeling van visserijgebieden

2.880.638,17

356.564,33

 

5. Technische bijstand

2.499.150,34

1.249.575,16

Totaal-generaal

22.759.734,69

4.494.247,93

Operationeel Programma

Bedrag waarvoor inningsprocedure gaande is

Bijdrage EVF (in €)

Perspectief voor een duurzame visserij

0,00

0,00

BIJLAGE 5: OVERZICHT LOPENDE ONDERZOEKEN EUROPESE COMMISSIE EN CORRECTIEVOORSTELLEN EN -BESLUITEN EVF 2011

Betalingstop

De Europese Commissie heeft, naar aanleiding van de door de Auditautoriteit in 2011 gerapporteerde overschrijding van de toegestane foutfractie van 2% in 2010, in 2012 een tijdelijke betalingstop opgelegd en een actieplan opgesteld. Hierop is binnen 2 maanden een plan van aanpak overgelegd en geïmplementeerd. Op grond hiervan heeft de Commissie de tijdelijke betalingstop in 2012 opgeheven.

Correctievoorstellen en -besluiten

Er is geen sprake van correctievoorstellen en/of -besluiten.

BIJLAGE 6: CONSOLIDATIESTAAT EFRO 2011

Deze is gebaseerd op de betalingsaanvragen van de Nederlandse certificeringsautoriteit, die zijn gecontroleerd door de Auditautoriteit.

Operationeel Programma

Prioritaire as

Gedeclareerde subsidiabele uitgaven

Bijdrage EFRO (in €)

Noord CCI:2007NL162PO001

 

Innovatie, ondernemerschap en kenniseconomie

66.675.274,77

 
 

Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

13.135,204,08

 
 

Attractieve steden

11.232.278,00

 
 

Technische bijstand

1.123.452,28

 

Subtotaal Noord

92.166.209,13

43.646.356,35

Zuid CCI:2007NL162PO001

 

Innovatie, ondernemerschap en kenniseconomie

82.784.723,01

 
 

Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

23.793.082,89

 
 

Attractieve steden

15.042.357,79

 
 

Technische bijstand

3.817.117,85

 

Subtotaal Zuid

125.437.281,54

50.536.399,63

West CCI:2007NL162PO003

 

Innovatie, ondernemerschap en kenniseconomie

58.053.396,35

 
 

Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

7.348.484,32

 
 

Attractieve steden

19.519.055,48

 
 

Technische bijstand

3.342.654,31

 

Subtotaal West

88.263.590,46

35.639.716,92

Oost CCI:2007NL162PO002

 

Innovatie, ondernemerschap en kenniseconomie

16.718.626,99

 
 

Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

35.154.382,11

 
 

Attractieve steden

8.574.034,58

 
 

Technische bijstand

3.108.568,95

 

Subtotaal Oost

63.555.612,63

28.755.414,42

Totaal-generaal

369.422.693,76

158.577.887,32

Operationeel Programma

Bedrag waarvoor inningsprocedure gaande is

Bijdrage EFRO (in €)

Noord

0,00

0,00

Zuid

0,00

0,00

West

0,00

0,00

Oost

0,00

0,00

BIJLAGE 7: OVERZICHT LOPENDE ONDERZOEKEN EUROPESE COMMISSIE EN ONTVANGEN CORRECTIEVOORSTELLEN EN -BESLUITEN EFRO 2011

Audit 2011

Dit onderzoek van de Europese Commissie betreft de uitvoering van de werkzaamheden door de Auditautoriteit.

Betalingstop

De Europese Commissie heeft, naar aanleiding van de door de Auditautoriteit in 2011 gerapporteerde overschrijding van de toegestane foutfractie van 2% in 2010, in 2012 een tijdelijke betalingstop voor de regionale programma’s Noord en Zuid opgelegd en een actieplan opgesteld. Hierop is binnen 2 maanden een plan van aanpak overgelegd en geïmplementeerd. Op grond hiervan heeft de Commissie de tijdelijke betalingstop in 2012 opgeheven. \

Correctievoorstellen en -besluiten

Er is geen sprake van correctievoorstellen en/of -besluiten.

BIJLAGE 8: ESF CONSOLIDATIESTAAT 2011 EN OVERZICHT LOPENDE ONDERZOEKEN EUROPESE COMMISSIE EN ONTVANGEN CORRECTIEVOORSTELLEN EN -BESLUITEN ESF 2011

Operationeel programma ESF 2007–2013

Referentienummer: CCI2007NL052PO001

Doelstelling: Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

Prioritaire as

Totale uitgaven t/m 2011 (in €)

Totale uitgaven t/m 2010 (in €)

Uitgaven 2011 (in €)

1. Vergroten arbeidsaanbod

39.882.680

7.483.824

32.398.856

2. Bevorderen insluiting op arbeidsmarkt

222.605.981

66.516.789

156.089.192

3. Vergroten aanpassingsvermogen en investeren in menselijk kapitaal

197.626.683

64.880.362

132.746.321

4. Technische bijstand

46.245.834

28.743.528

17.502.306

Totaal

506.361.178

167.624.503

338.736.675

Prioritaire as

Bedrag waarvoor inningsprocedure gaande is (in €)

Vergroten arbeidsaanbod

0,00

Bevorderen insluiting op arbeidsmarkt

0,00

Vergroten aanpassingsvermogen en investeren in menselijk kapitaal

0,00

Technische bijstand

nvt

Correctievoorstellen en -besluiten:

Over de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 hebben geen correctievoorstellen door de Europese Commissie plaatsgevonden.

Lopende Onderzoeken:

In 2012 heeft de Europese Rekenkamer een door de Commissie op 1 februari 2012 verrichte betaling aan de lidstaat Nederland gecontroleerd. Beoordeling heeft plaatsgevonden van de wettigheid en regelmatigheid van een zevental gedeclareerde projecten en de in die betaling opgenomen technische bijstand. Het onderzoek bevindt zich in de hoor wederhoor fase. De voorlopige bevindingen zijn niet materieel van aard.

BIJLAGE 9: LIJST VAN ALLE LOPENDE TERUGVORDERINGEN, OVERZICHT LOPENDE ONDERZOEKEN EUROPESE COMMISSIE EN CORRECTIEVOORSTELLEN EN -BESLUITEN MIGRATIEFONDSEN EN DECLARATIESTATEN MIGRATIEFONDSEN

Het Europees Vluchtelingenfonds (EVF), het Europees Terugkeerfonds (ETF) en het Europees Buitengrenzenfonds (EBF)

Lijst van alle lopende terugvorderingen EBF (bedragen in €)

Lijst met alle lopende terugvorderingen zes maanden na de uiterste datum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven (In overeenstemming met Beschikking 2008/456/EG van de Commissie)

Eindverslag inzake de uitvoering van het jaarprogramma

Tabel 2. Lijst met lopende terugvorderingsopdrachten

Lidstaat: Nederland

Fonds: Europees Buitengrenzenfonds

Situatie op: 12 december 2012

Referentie

Jaarprogramma

Project

Totaal terug te vorderen bedrag

Terug te vorderen EG- bijdrage

Afgeleid van het betrokken financiële verslag (J/N)

Redenen voor de terugvordering

Actie 1

Project 1

2009

Pardex API als onderdeel van pVGM

15.788,91

15.788,91

J

Niet subsidiabele kosten

Actie2

Project 2

2009

EU-VIS

612.906,04

612.906,04

J

Niet subsidiabele kosten

Het Europees Vluchtelingenfonds (EVF), het Europees Terugkeerfonds (ETF) en het Europees Buitengrenzenfonds (EBF) Lijst van alle lopende terugvorderingen ETF (bedragen in €)

List of all pending recoveries six months after the eligibility deadline for expenditure:

Final report on the implementation of the annual programme

Table 2. List of pending recovery orders

Member State: The Netherlands

Fund: European Return Fund

Situation at: 12 July 2012

Reference

Annual Programme

Project

Total amount to be recovered

EC contribution to be recovered

Deduced from the related

financial report (Y/N)

Reasons for recovery

 

2009

MbT – TRO****

30.004,92

30.004,92

Yes

Under spending of the project

 

2009

DT&V – PAAP****

193.206,34

193.206,34

Yes

Under spending of the project

 

2009

IOM – AVR Re****

6.858,80

6.858,80

Yes

Under spending of the project

 

2009

DT&V – PAAP

15.680,81

15.680,81

Yes

Corrections from the AA

 

2009

IOM – NC

21.076,87

21.076,87

Yes

Corrections from the AA

Het Europees Vluchtelingenfonds (EVF), het Europees Terugkeerfonds (ETF) en het Europees Buitengrenzenfonds (EBF) (bedragen in €)

Lijst van alle lopende terugvorderingen EVF 2008

Eindverslag over de uitvoering van het Jaarprogramma

Tabel 2. Lijst van lopende terugvorderingsopdrachten

Lidstaat: Nederland

Fonds: Europees Vluchtelingenfonds

Situatie op: 15 oktober 2012

Referentie

Jaarprogramma

Project

Totaal terug te vorderen bedrag

Terug te vorderen EG-bijdrage

Afgeleid van het betrokken financieel verslag (J/N)

financial report (Y/N)

Redenen voor de terugvordering

Actie 1 Project 1

2009

Verbeteren Asielprocedure

– 76.545,45

– 76.545,45

J

Niet subsidiabele kosten

Actie 3 Project 8

2009

Changemakers #3

– 1.262,44

– 1.262,44

J

Niet subsidiabele kosten

Actie 3 project 9

2009

NCLO 2

– 19.668,26

– 19.668,26

J

Teveel uitbetaald voorschot

Actie 5 project 10

2009

Inspire

– 23.206,87

– 23.206,87

J

Teveel uitbetaald voorschot

Het Europees Integratiefonds

Lijst van lopende terugvorderingsopdrachten inzake het Jaarprogramma EIF 2009

Lijst van alle lopende terugvorderingen, zes maanden na de uiterste datum voor de subsidiabiliteit van de uitgaven (bedragen in €)

Eindverslag over de uitvoering van het jaarprogramma

Tabel 2. Lijst van lopende terugvorderingsopdrachten

Lidstaat: Nederland

Fonds: Europees Integratiefonds 2009

Situatie op: 21 december 2012

Reference

Annual Programme

Project

Total amount to be recovered

EC contribution to be recovered

Deduced from the related

financial report (Y/N)

Reasons for recovery

Actie 1

2009

SVAZ – Taalduet

5.368,62

5.368,62

Y

Niet subsidiabele kosten

Actie 2

2009

CMO – IET

15.724,83

15.724,83

Y

Niet subsidiabele kosten

Actie 2

2009

De Balie – Zina

450,00

450,00

Y

Niet subsidiabele kosten

koste

Actie 2

2009

Combeat – Bring

62.831,14

62.831,14

Y

Niet subsidiabele kosten

Actie 2

2009

Interakt – Rauw

14.294,69

14.294,69

Y

Teveel uitbetaald voorschot

Actie 3

2009

Mira Media – Media4Me

467,71

467,71

Y

Niet subsidiabele kosten

Het Europees Integratiefonds

Lijst van lopende terugvorderingsopdrachten inzake het Jaarprogramma EIF 2008

List of all pending recoveries six months after the eligibility deadline for expenditure (bedragen in €)

Final report on the implementation of the annual programme

Table 2. List of pending recovery orders

Member State: The Netherlands

Fund: European Integrationfund

Situation at: 16-8-2012

Reference

Annual Programme

Project

Total amount to be recovered

EC contribution to be recovered

Deduced from the related

financial report (Y/N)

Reasons for recovery

 

2008

Combeat

 

155.368,85

   
 

2008

Zina

44.682,39

   
 

2007

Media4 Me

8.006,47

   
 

2007

De Ontmoeting

118.106,91

   

Overzicht lopende onderzoeken Europese Commissie en correctievoorstellen en -besluiten Migratiefondsen

Audit Onderzoek Europese Commissie: in het voorjaar van 2012 heeft de Europese Commissie een post-audit uitgevoerd op het EVF, het EBF en het EIF waarbij het systeem is onderzocht en ook enkele projectaudits zijn uitgevoerd op projecten van de jaartranches 2007 en 2008. Op 27 augustus 2012 heeft de Europese Commissie een concept rapport toegezonden waarop uitvoering is gereageerd bij brief van 15 oktober 2012. Een reactie van de Europese Commissie wordt in de loop van 2013 verwacht.

FINANCIËLE UITVOERING (bedragen in €)

Eindverslag over de uitvoering van het Nederlandse Jaarprogramma EBF 2009

Tabel 1: gedetailleerd financieel verslag

Lidstaat: Nederland

Betrokken Nederlandse Jaarprogramma: Europees Buitengrensfonds 2009

 

Situatie op: 12 december 2012

(alle cijfers in euro)

     

Geprogrammeerd door LS

Vastgelegd

Werkelijke cijfers aanvaard door de verantwoordelijke instantie

(zoals in het door de Commissie

op het niveau van de LS

(door de begunstigden gedragen kosten

goedgekeurde jaarprogramma)

uit de beschikking

en definitieve EG-bijdrage) vaststellingsbeschikking

Acties

Projecten

Ref. prioriteit

Ref. specifieke prioriteit (1)

Totale geprogrammeerde kosten (a)

EG bijdrage (b)

% EG -bijdrage (c=b/a)

Totale subsidiabele kosten (d)

EG – bijdrage <e>

% EG – bijdrage (f=e/d)

Totale subsidiabele kosten (g)

EG – bijdrage (h)

% EG – bijdrage (i=h/g)

Bijdrage van derden (j)

Door het project gegenereerde ontvangsten (k)

Betaling/Terugvordering over te maken door verantwoordelijke instantie (l)

Actie 1:

Pardex en API als onderdelen van het programma Vernieuwing Grens Management (pVGM)

1

 

1.896.000,00

948.000,00

50,00%

1.966.992,65

948.000,00

48,20%

1.682.073,16

841.036,58

50,00%

0,00

0,00

367.036,58

Total Actie 1

1.896.000,00

948.000,00

50,00%

1.966.992,65

948.000,00

48,20%

1.682.073,16

841.036,58

50,00%

0,00

0,00

367.036,58

Actie 2

Nationale Implementatie EU-VIS in Nederland, deelproject 3

4

2

3.795.000,00

2.846.000,00

74,99%

4.054.168,98

2.846.000,00

70,20%

2.977.458,62

2.233.093,96

75,00%

0,00

0,00

810.093,96

Total Actie 2

3.795.000,00

2.846.000,00

74,99%

4.054.168,98

2.846.000,00

70,20%

2.977.458,62

2.233.093,96

75,00%

0,00

0,00

810.093,96

                               

Technische bijstand

317.562,00

317.562,00

100,00%

317.562,00

317.562,00

100,00%

249.107,60

249.107,60

100,00%

0,00

0,00

0,00

Andere activiteiten (1)

                       

TOTAAL

6.008.562,00

4.111.562,00

68,43%

6.338.723,63

4.111.562,00

64,86%

4.908.639,38

3.323.238,14

67,70%

0,00

0,00

1.177.130,54

FINANCIAL IMPLEMENTATION (bedragen in €)

Final report on the implementation of the annual programme

Table 1 Detailed financial report

Member State: The Netherlands

Annual programme concerned: 2009

Situation at: 12 July 2012

(all figures in euros)

     

Programmed by MS (as in the Commission approved annual programme)

Committed at the level of the MS

Actual figures accepted by the Responsible Authority (costs incurred by the beneficiaries and final EC contribution)

Actions

Projects

Ref.

prio-rity

Ref.

spec

prio-rity

(1)

Total programm ed costs

(a)

EC

contribution

(b)

% EC

contri-bution

(c = b/a)

Total eligible

costs

(d)

EC

contribu-tion

(e)

%EC

contri-bution

(f = e/d)

Total eligible

costs

(g)

EC

contribu-tion

(h)

% EC

contri-bution

(i = h/g)

Contribu-tions from third parties

(j)

Receipts generated by the project

(k)

Payment/ Recovery to be made by the

RA (l)

Action 1: capacity building on counselling in the Netherlands

project 1 IOM – Native Counsellor Methodology [AVR-NC]

1

n.a.

     

1.981.877,00

964.840,00

48,68%

1.938.708,16

943.763,13

48,68%

994.945,03

0

– 21.076,87

 

project 2 Steunpunten Toekomst in Perspectief [SNV-STIP]

1

n.a.

     

270.013,03

134.887,53

49.96%

195.878,57

97.860,95

49,96%

98.017,62

0

0

 

project 3 MbT – TRO

1

n.a.

     

276.470,80

138.235,40

50,00%

161.166,81

80.583,40

50,00%

80.583,41

0

– 30.004,92

 

project 4 WereldWijd wereldtools

1

n.a.

     

241.059,00

120.529,00

50,00%

245.054,37

120.529,00

49,14%

80.000,00

0

0

Total action 1

2.200.000,00

1.100.000,00

50,00%

2.769.419,83

1.358.491,93

49,05%

2.540.807,91

1.242.736,48

48,91%

1.253.546,06

0

– 51.081,79

Total action 2: durable reintegration

710.000,00

355.000,00

50,00%

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

n.a.

Action 3: informed and dignified return

project 5 DT&V – PAAP

3

 

1.543.474,00

771.737,00

50,00%

868.839.00

433.839,00

49,94%

353.962,69

176.981,34

50,00%

0

0

– 193.206,34

and

– 15.680,81

Total action 3

     

2.400.000,00

1.200.000,00

50,00%

868.839.00

433.839,00

49,94%

353.962,69

176.981,34

50,00%

0

0

– 208.887,15

Action 4: enhancing the knowledge on voluntary return programmes

project 6 IOM – (Re)Assessing [AVR-Re]

4

n.a.

   

118.232,60

56.869,00

48,10%

99.999,88

38.636,88

38,64%

61.363,00

0

– 6.858,80.

Total action 4

     

363.656,00

181.828,00

50,00%

118.232,60

56.869,00

48,10%

99.999,88

38.636,88

38,64%

61.363,00

0

–  6.858,80.

                               

Total Actions

5.673.656,00

2.836.828,00

50,00%

3.756.491,43

1.849.199,93

49,23%

2.994.770,48

1.458.354,70

48,69%

1.314.909,06

0,00

– 266.827,74

Technical assistance

245.782,06

245.782,06

100,00%

245.782,06

245.782,06

100,00%

244.802,52

244.802,52

100%

n.a.

n.a.

n.a.

TOTAL

5.919.438,06

3.082.610,06

52,08%

4.002.273,49

2.094.981,99

52,34%

3.239.573,00

1.703.157,22

52,57%

1.314.909,06

0,00

– 266.827,74

Het Europees Vluchtelingenfonds (EVF)
gedetailleerd financieel verslag EVF 2009
FINANCIELE UITVOERING (bedragen in €)

Eindverslag over de uitvoering van het Nederlandse Jaarprogramma EVF 2009

Tabel 1: gedetailleerd financieel verslag

Lidstaat: Nederland

Betrokken Nederlandse Jaarprogramma: Europees Vluchtelingenfonds 2009

Situatie op: 15 oktober 2012

 

(alle cijfers in euro)

     

Geprogrammeerd door LS

Vastgelegd

Werkelijke cijfers aanvaard door de verantwoordelijke instantie

(zoals in het door de Commissie

op het niveau van de LS

(door de begunstigden gedragen kosten

goedgekeurde Jaarprogramma)

en definitieve EG-bijdrage)

Acties

Projecten

Ref. prioriteit

Ref. specifieke prioriteit (1)

Totale geprogram-meerde kosten (a)

EG bijdrage (b)

% EG -bijdrage (c=b/a)

Totale subsidiabele kosten (d)

EG – bijdrage <e>

% EG – bijdrage (f=e/d)

Totale subsidiabele kosten (g)

EG – bijdrage (h)

% EG – bidjrage (i=h/g)

Bijdrage van derden (j)

Door het project gegenereerde ontvangsten (k)

Betaling/Terugvor-dering over te maken door verantwoordelijke instantie (l)

Actie 1:

project 1: IND Verbeteren Asielprocedure

1

       

3.042.818,52

1.374.502,22

45,17

2.595.913,54

1.297.956,77

50,00

0,00

0,00

– 76.545,45

 

project 2: ASKV – MAPP

1

1

     

198.972,59

148.972,57

74,87

184.240,73

138.180,54

75,00

40.050,00

0,00

0,00

 

project 3: COA – Herijking Orientatietraining

1

       

197.408,00

98.704,00

50,00

170.244,23

85.122,11

50,00

0,00

0,00

0,00

Total Actie 1

   

3.273.793,79

1.523.474,79

46,54

3.439.199,11

1.622.178,79

47,17

2.950.938,50

1.521.259,42

51,56

40.050,00

0,00

– 76.545,45

Actie 2

project 4:COA – Herijking bijzondere opvang PIT/IBW/Amog, 2e fase

1

1

     

523.548,00

392.661,00

75,00

565.798,73

392.661,00

69,40

0,00

0,00

0,00

project 5: St. Vrolijkheid – Vrolijkheidsmonitor

1

1

     

209.330,95

75.000,00

35,83

231.070,42

75.000,00

32,46

0,00

0,00

0,00

Total Actie 2

930.295,95

566.365,00

60,88

732.878,95

467.661,00

63,81

796.869,15

467.661,00

58,69

0,00

0,00

0,00

Actie 3

Project 6: St Vlucht.stud. UAF – Latente Talenten

1

       

311.178,75

155.590,00

50,00

303.981,56

151.990,77

50,00

0,00

0,00

0,00

project 7: VON – Changemakers #1

1

       

177.079,78

88.485,77

49,97

175.133,67

86.553,67

49,42

88.580,00

0,00

0,00

project 8: VON – Changemakers #3

1

       

239.880,81

119.880,81

49,98

227.380,25

113.690,12

50,00

80.000,00

0,00

– 1.262,44

project 9: IOM – NCLO 2

1

       

219.466,82

109.466,82

49,88

135.065,15

35.065,15

25,96

100.000,00

0,00

– 19.668,26

Total Action 3

728.140,67

363.956,65

49,98

947.606,16

473.423,40

49,96

841.560,63

387299,71

46,02

268.580,00

0,00

– 20.930,70

Actie 4

project 1: [...]

2

3

     

Total Actie 4

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

Actie 5

project 10:ROC Alfa College – Inspire

3

       

210.696,00

105.348,00

50,00

58.934,26

29.467,13

50,00

0,00

0,00

– 23.206,87

Total Actie 5

430.162,82

214.814,82

49,94

210.696,00

105.348,00

50,00

58.934,26

29.467,13

50,00

0,00

0,00

– 23.206,87

Technische bijstand

233.121,28

233.121,28

100,00

233.121,28

233.121,28

100,00

233.101,47

233.101,47

100,00

0,00

0,00

0,00

Andere activiteiten (1)

580.000,00

580.000,00

100,00

580.000,00

580.000,00

100,00

580.000,00

580.000,00

100,00

0,00

0,00

0,00

TOTAAL

6.175.514,51

3.481.732,54

56,38

6.143.501,50

3.481.732,47

56,67

5.460.864,01

3.218.788,73

58,94

308.630,00

0,00

– 120.683,02

Het Europees Integratiefonds (EIF)
declaratiestaat / gedetailleerd financieel verslag EIF 2008
FINANCIELE UITVOERING (bedragen in €)

Eindverslag over de uitvoering van het jaarprogramma

Tabel 1: gedetailleerd financieel verslag

 

(alle cijfers in euro)

     

Geprogrammeerd door LS

Vastgelegd

op het niveau van de LS

Werkelijke cijfers aanvaard door de verantwoordelijke instantie (door de begunstigden gedragen kosten en definitieve EG-bijdrage)

Acties

Projecten

Ref. prioriteit

Ref.

Spec

ifieke prioriteit

(1)

Totale geprogrammeerde

kosten

(a)

EG

bijdrage

(b)

% EG

bijdrage

(c = b/a)

Totale subsidiabele

kosten

(d)

EG

bijdrage

(e)

%EG

bijdrage

(f = e/d)

Totale subsidiabele

kosten

(d)

Verschuldigde EG-bijdrage

(h)

% EG

bijdrage

(i = h/g)

EG

bijdrage betaald

(j)

Nog te betalen door EG/ nog in te vorderen door VA

(k = h-j)

Actie 1:

Connecting 2U BV

         

299.200,00

224.200,00

74.93

193.569,81

145.177,36

75,00

145.177,36

0,00

 

ROCAlfa College

         

201.419,00

151.063,75

75,00

205.824,05

151.063,75

73,39

151.063,75

0,00

 

SNV Tilburg

         

259.316,50

116.316,50

44,86

242.196,39

116.316,50

48,03

116.316,50

0,00

 

SNV Midden Gelderland

         

152.005,76

76.002,88

50,00

108.553,41

54.276,70

50,00

54.276,70

0,00

Totaal actie 1

1.859.252,00

567.585,00

30,53

911.941,26

567.583,13

62,24

750.143,66

466.834,31

62,23

466.834,31

0,00

Actie 2

APS

         

168.562,44

67.252,28

39,90

137.396,73

67.252,28

48,95

67.252,28

0,00

 

Combeat

         

612.903,46

306.149,46

49,95

511.625,75

205.465,75

40,16

362.679,53

– 157.213,78

 

Enova

         

182.590,00

82.440,00

45,15

122.878,60

55.728,60

45,35

55.728,60

0,00

 

Whaa

         

269.490,60

107.990,60

40,07

275.367,94

107.990,60

39,22

107.990,60

0,00

 

De Balie

         

622.290,41

421.034,98

67,66

415.549,94

275.549,94

66,31

320.232,33

– 44.682,39

Totaal Actie: 2

941.943,00

958.132,00

101,19

1.855.836,91

984.867,32

53,07

1.472.818,96

711.987,17

48,67

913.883,34

– 201.896,17

Actie 3

Geen

       

100

0

0

0

0

0

0

0

0

Totaal actie 3

259.014,00

129.507,00

50,00

0

0

0

0

0

0

0

0

Technische bijstand

156.845,00

156.845,00

100

156.845,00

156.845,00

100

156.845,00

156.845,00

100

156.845,00

0

TOTAAL

3.217.054

1.812.069

56.37

2.924.623,17

1.709.295,45

58,44

2.369.807,62

1.335.666,48

56,36

1.537.562,65

– 201.896,17

Het Europees Integratiefonds (EIF)
gedetailleerd financieel verslag EIF 2009
FINANCIELE UITVOERING (bedragen in €)

Eindverslag over de uitvoering van het jaarprogramma

Tabel 1 Gedetailleerd financieel verslag

Lidstaat: Nederland

Betrokken jaarprogramma: Europees Integratiefonds 2009

Situatie op: 21 december 2012

(all figures in euros)

     

Programmed by MS (as in the Commission approved annual programme)

Committed

at the level of the MS

Actual figures accepted by the Responsible Authority

(costs incurred by the beneficiaries

and final EC contribution)

Actions

Projects

Ref.

priority

Ref.

specific

priority

(1)

Total programmed

costs

(a)

EC

contribution

(b)

% EC

contribu-tion

(c = b/a)

Total eligible

costs

(d)

EC

contribu-tion

(e)

%EC

contribu-tion

(f = e/d)

Total eligible

costs

(g)

EC

contribu-tion

(h)

% EC

contribu-tion

(i = h/g)

Contribu-tions from third parties

(j)

Receipts generated by the project

(k)

Payment/ Recovery to be made by the

RA (l)

Actie 1

Connecting2U – Participatie Ambassadeurs

1(a)

       

472.622,00

354.467,00

75,00

455.372,12

341.529,09

75,00

0,00

0,00

164.295,59

Dona Daria – Actieve vrouwen

1(a)

199.644,98

99.644,98

49,91

204.292,64

99.644,98

48,78

100.000,00

0,00

19.929,00

 

SNV Brabant Centraal – Taal en Participatie

1(a)

       

307.041,59

153.416,59

49,97

281.787,14

140.893,57

50,00

108.247,53

0,00

39.812,07

 

SNV Brabant Centraal – Een pardon

1(a)

       

183.538,40

81.244,00

44,27

165.964,80

80.167,63

48,30

85.797,17

0,00

39.545,63

 

SVAZ – Taalduet

1(a)

       

247.710,00

123.855,00

50,00

224.551,00

112.275,50

50,00

88.383,27

0,00

13.191,50

Total Action 1

1.575.000,00

787.500,00

50,00

1.410.556,97

812.627,57

57,61

1.331.967,70

774.510,77

58,15

382.427,97

0,00

276.773,79

Actie 2

CMO Groningen – IET

1(b)

241.464,75

181.098,75

74,94

220.068,52

165.051,39

75,00

0,00

0,00

74.502,01

 

De Balie – Zina

1(b)

       

729.456,63

489.456,63

67,10

715.998,42

475.998,42

66,48

240.000,00

0,00

84.451,41

Combeat – Bring em Out

1(b)

355.035,33

175.672,66

49,48

229.363,77

77.706,99

33,88

151.656,78

0,00

– 62.831,14

 

Enova – Beschermjassen

1(b)

       

95.147,68

45.147,68

47,45

95.814,05

34.844,05

36,37

50.000,00

10.970,00

12.270,21

 

Interakt – Rauw en Puur

1(b)

       

171.502,00

28.589,38

16,43

34.771,61

0,00

0,00

115.000,00

0,00

– 14.294,69

Total Action 2

1.775.000,00

887.500,00

50,00

1.592.606,39

919.965,10

57,76

1.296.016,37

753.600,85

58,15

556.656,78

10.970,00

94.097,80

Action 3:

Mira Media – Media4Me

4

       

354.802,72

176.804,92

49,83

352.674,42

176.337,21

50,00

100.000,00

0,00

34.893,27

Total Action 3

520.279,84

260.139,92

50,00

354.802,72

176.804,92

49,83

352.674,42

176.337,21

50,00

100.000,00

0,00

34.893,27

Technical assistance

177.913,75

177.913,75

100,00

177.913,75

177.913,75

49,83

172.347,32

172.347,32

100,00

0,00

0,00

0,00

Other operations1 (1): n.a.

                       

TOTAL

4.048.193,59

2.113.053,67

52,20

3.535.879,83

2.087.311,34

59,03

3.153.005,81

1.876.796,15

59,52

1.039.084,75

10.970,00

405.764,86

X Noot
1

indien van toepassing

BIJLAGE 2 GEBRUIKTE AFKORTINGEN

ADR

Auditdienst Rijk

CBS

Centraal Bureau voor de Statistiek

bni

bruto nationaal inkomen

btw

belasting (over de) toegevoegde waarde

BZ

(Ministerie van) Buitenlandse Zaken

CA

Certficeringsautoriteit

DLG

Dienst Landelijk Gebied

EBF

Europees Buitengrenzenfonds

EC

Europese Commissie

EFRO

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

EIF

Europees Integratiefonds

ELFPO

Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling

ELGF

EMU

Europees Landbouw Garantiefonds

Economische en Monetaire Unie

ESF

Europees Sociaal Fonds

ESR

ESS

Europees systeem van nationale en regionale rekeningen

Europees statistisch systeem

ETF

Europees Terugkeerfonds

EU

Europese Unie

EVF

Europees Visserijfonds

EVLF

Europees Vluchtelingenfonds

EZ

(Ministerie van) Economische Zaken

ICT

Informatie- en communicatietechnologie

MA

Managementautoriteit

SZW

(Ministerie van) Sociale Zaken en Werkgelegenheid

VenJ

(Ministerie van) Veiligheid en Justitie

BIJLAGE 3 BEGRIPPENLIJST

Assurance

Het verschaffen van zekerheid over informatie door een accountant/auditor.

Audit

Een systematisch, onafhankelijk en gedocumenteerd proces om de activiteiten en resultaten van een organisatie te onderzoeken en te evalueren.

Auditautoriteit

Instantie die door de lidstaat is aangewezen voor elk operationeel programma en verantwoordelijk is voor het verifiëren van de goede werking van het beheer- en controlesysteem. De auditautoriteit is functioneel onafhankelijk van de managementautoriteit en van de certificeringsautoriteit.

Auditdienst Rijk

Accountantsdienst die naast de (wettelijke verplichte) controle van het (departementale) jaarverslag ook periodiek de bedrijfsvoering en de beleidsvoering onderzoekt.

Betrouwbaarheid

De mate waarin de informatie waarheidsgetrouw is.

Betaalorgaan

Orgaan dat namens de Europese Commissie betalingen verricht.

Certificering

Het (officieel) verklaren dat iets geldig is of voldoet aan een norm.

Certificeringsautoriteit

Instantie die door de lidstaat is aangewezen om uitgavendeclaraties en betalingsaanvragen te certificeren voordat zij aan de Commissie worden toegezonden.

Conformiteit

Het in overeenstemming zijn met de (EU-)voorschriften.

Conformiteitsbeoordeling

Het beoordelen of aan de (EU-) vereisten is voldaan.

Consolidatiestaat

Een overzicht van samengevoegde uitgaven/betalingen.

Eindbegunstigde

De uiteindelijke ontvanger van de subsidie.

Fasen in administratief organisatorische processen

  • 1. opzet: beschrijving en inrichting van het proces;

  • 2. bestaan: er is daadwerkelijk een proces met activiteiten aanwezig conform opzet;

  • 3. werking: het proces functioneert de gehele periode conform opzet en doet waarvoor het is ingesteld.

Managementautoriteit

Instantie die door de lidstaat is aangewezen om het operationele programma te beheren.

Materialiteit

De mate van onnauwkeurigheid die wordt geaccepteerd.

Materiële fouten

Fouten zijn van materieel belang wanneer zij een bepaald aanvaardbaar geacht percentage te boven gaan.

Onregelmatigheden

Elke inbreuk op het Gemeenschapsrecht die bestaat in een handeling of een nalaten van een marktdeelnemer waardoor de algemene begroting van de Gemeenschappen of de door de Gemeenschappen beheerde begrotingen worden of zouden kunnen worden benadeeld, hetzij door de vermindering of het achterwege blijven van ontvangsten uit de eigen middelen, die rechtstreeks voor rekening van de Gemeenschappen worden geïnd, hetzij door een onverschuldigde uitgave.

Onzekerheid

Indien niet kan worden vastgesteld of bepaalde uitgaven of ontvangsten rechtmatig zijn of getrouw zijn weergegeven.

Operationeel Programma

Document dat door een lidstaat is ingediend en door de Commissie is goedgekeurd, waarin een ontwikkelingsstrategie wordt uiteengezet die gebaseerd is op een coherent geheel van prioriteiten, en voor realisatie waarvan een beroep wordt gedaan op bijstand uit een fonds.

Randvoorwaarden

Specifieke eisen op het terrein van volksgezondheid, diergezondheid en gezondheid van planten, milieu, dierenwelzijn waaraan een landbouwer moet voldoen om voor volledige steun in aanmerking te komen.

Review

Onderzoek naar de (toereikendheid van de) uitgevoerde accountantscontrole.

Subsidiabiliteit

Uitgaven die op grond van criteria van de Europese Commissie in aanmerking komen voor steun uit Europese fondsen.

Tolerantiegrens

Kwantitatieve tolerantiegrenzen geven een financiële grens aan, waarboven een fout of onzekerheid als belangrijk (materieel) wordt aangemerkt.

Voorbehoud

Voorbehoud is een uitzondering op een afgegeven verklaring.

Vordering

Een vordering is een juridisch afdwingbaar recht op een geldbedrag van een derde. Veelal is sprake van teruggave van onverschuldigde betalingen.

LITERATUUR

Algemene Rekenkamer (2006). Brief aan de minister van Financiën, 14 november 2006. Kenmerk 6006396 R/S. Den Haag: Algemene Rekenkamer.

Algemene Rekenkamer (2007). Rapport bij de Nederlandse EU-lidstaatverklaring 2006. Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 31 095, nrs. 1–2. Den Haag: Sdu.

Algemene Rekenkamer (2010). Rapport bij de Nederlandse EU-lidstaatverklaring 2009. Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 32 381, nrs. 1–2. Den Haag: Sdu.

Algemene Rekenkamer (2012). Effectiviteitsonderzoek bij de rijksoverheid. Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, bijlage bij 33 269, nr. 1. Den Haag: Algemene Rekenkamer.

Algemene Rekenkamer (2013). EU-trendrapport 2013. Tweede Kamer, vergaderjaar 2012–2013, 33 523, nr. 2. Den Haag: Sdu.

Auditdienst Rijk (2013a). Rapport inzake de certificerende audit van de Dienst Landelijk Gebied over het ELFPO-begrotingsjaar 2012. 14 februari 2013. Den Haag: Auditdienst Rijk.

Auditdienst Rijk (2013b). Rapport inzake de certificerende audit van de Dienst Regelingen over het ELGF-begrotingsjaar 2012. 31 januari 2013. Den Haag: Auditdienst Rijk.

Europese Commissie (2012). EU budget 2011 – Financial Report. Luxemburg: Europese Unie.

Ministerie van Financiën (2006). Brief van de minister van Financiën, Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 30 455 en 24 202, nrs. 5–6, Den Haag: Sdu.


X Noot
1

De minister van Financiën hanteert de term Nationale verklaring en hanteert sinds vorig jaar voor de jaarsaanduiding het jaar van publicatie en niet het achterliggende verantwoordingsjaar. Wij hanteren in dit rapport de term Nationale verklaring, wat voor ons synoniem is aan EU-lidstaatverklaring.

X Noot
2

De minister van Financiën hanteert de term Nationale verklaring en hanteert sinds vorig jaar voor de jaaraanduiding het jaar van publicatie en niet het achterliggende verantwoordingsjaar. Wij hanteren in dit rapport de term Nationale verklaring, wat voor ons synoniem is aan EU-lidstaatverklaring.

X Noot
3

Deze regeling houdt in dat het gedeelte van een aangegane betalingsverplichting in de bijdrage van de fondsen door de Europese Commissie wordt verminderd, indien aan het einde van het tweede jaar na het jaar waarin de betalingsverplichting is aangegaan geen ontvankelijke betalingsaanvraag is ingediend.

X Noot
4

De Algemene Rekenkamer heeft normen geïdentificeerd die gebruikt kunnen worden voor het inzicht krijgen in de effectiviteit van beleid.

X Noot
5

Tweede Kamer, Beantwoording vragen van het lid Schouw (D66) over het artikel «Europese landbouwsubsidies naar kerken en sjoelclubs» (De Telegraaf, 7 februari 2013)

X Noot
6

Commissievoorstel (COM(2012)167): «vertrouwensverbintenissen voor de statistiek». De lidstaat, vertegenwoordigd door zijn regering, ondertekent een «vertrouwensverbintenis», waarbij specifieke beleidsverbintenissen worden aangegaan om de Praktijkcode toe te passen en een nationaal kwaliteitsborgingsprogramma met zelfevaluaties en verbeteringsmaatregelen op te stellen, en komt die verbintenis na. De verbintenis wordt medeondertekend door de Commissie. Deze verbintenissen worden door de Commissie regelmatig gecontroleerd op basis van jaarlijkse verslagen van de lidstaten.

X Noot
7

Het Europese Financiële Stabiliteitsfaciliteit (ESFS), Europees Financieel Stabiliteitsfonds en Europees Stabiliteitsmechanisme (EMS).

X Noot
8

De bijbehorende consolidatiestaten zijn verantwoordingsdocumenten waarin de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten per EU-fonds zijn weergegeven.

X Noot
12

Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 30 455 en 24 202 nr. 5 en nr. 6.

X Noot
13

Overzicht met uitgaven en ontvangsten lidstaten in 2011 (EU budget 2011, Financial Report, annex 2).

X Noot
14

Council Decision 2007/436.

X Noot
15

Generale compensatie betekent dat tegenvallers worden verdeeld over meerdere begrotingen. Dit in tegenstelling tot specifieke compensatie wat betekent dat tegenvallers binnen de eigen begroting moeten worden opgevangen.

X Noot
16

Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 33 249, nr. 2, hoofdstuk 3.

X Noot
17

Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 28 625, nr. 150.

X Noot
18

Tweede Kamer, vergaderjaar 2012–2013, 33 400 XIII, nr. 66.

Naar boven