Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juni 2020
Hierbij zend ik u de uitkomsten van de evaluatie naar internationale herkenbaarheid
van benamingen en titulatuur in het hbo. U treft het onderzoeksrapport van Dialogic
als bijlage bij deze brief aan. Mijn beleidsreactie op het onderzoek ontvangt u na
het zomerreces.
Sinds 2014 mogen hogescholen naast universiteiten de graadtoevoegingen «of Arts» en
«of Science» verlenen.2 De gelijkschakeling is destijds ingevoerd, om de titulatuur in het hbo meer herkenbaar
te maken. Naar aanleiding van de harmonisatie van graadtoevoegingen is toegezegd de
voorlichting en communicatie omtrent deze wijziging te evalueren.3 Daarnaast is besloten om in deze evaluatie ook te onderzoeken of zich problemen hebben
voorgedaan met de positionering van hogescholen in het buitenland met de introductie
van de term «University of Applied Sciences» en de positionering van lectoren in het
buitenland.4
Uitkomsten van het onderzoek
Uit het onderzoek van Dialogic komt naar voren dat de introductie van de graadtoevoegingen
«of Science» en «of Arts» in het hbo gezorgd heeft voor een betere herkenbaarheid
van graden. Het gebruik van standaard titels in het hbo heeft de communicatie naar
het buitenland duidelijker en helderder gemaakt. Desalniettemin blijkt dat dit geen
effect heeft gehad op de instroom van buitenlandse studenten en nauwelijks effect
heeft gehad op het aantal Nederlandse studenten dat tijdens of na hun hbo-opleiding
naar het buitenland is gemigreerd. Daarnaast stelt Dialogic dat de communicatie over
de verandering in de titulatuur niet op een duidelijke en eenduidige manier heeft
plaatsgevonden. Ook het invoeringsproces had beter en sneller uitgevoerd kunnen worden.
Het onderzoek laat zien dat voor een groot deel van de Nederlandse bevolking het onduidelijk
is welke onderwijsinstelling welke graadtoevoegingen mag verlenen. De gelijkstelling
heeft hier volgens hen niet of nauwelijks invloed op gehad. Specifiek voor werkgevers
geldt dat slechts een klein deel hiervan op de hoogte is. Bovendien blijkt uit het
onderzoek dat werkgevers over het algemeen geen groot belang hechten aan titulatuur.
Daarnaast wordt geconstateerd dat de benaming «University of Applied Sciences» de
positionering van hogescholen in het buitenland versterkt heeft.5 De onderzoekers stellen dat voor de (h)erkenning in andere landen vooral het gebruik
van het begrip «university» van belang is.
Tot slot blijkt uit het rapport dat de term lector in het buitenland onbekend is.6 Lectoren gebruiken daarom vaak een andere benaming in het buitenland, bijvoorbeeld
«professor at a University of Applied Sciences». Volgens de onderzoekers hebben lectoren
geen moeite om hun rol als lector te duiden.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven