33 515 Wijziging van de Wet verhuurderheffing

Nr. 8 AMENDEMENT VAN HET LID KLEIN

Ontvangen 4 april 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, wordt «« van het kalenderjaar» vervangen door: 2013» vervangen door: «1 januari van het kalenderjaar» vervangen door: 1 juli 2013.

II

In artikel I, onderdeel D, wordt «« van het kalenderjaar» vervangen door: 2013» vervangen door: «1 januari van het kalenderjaar» vervangen door: 1 juli 2013.

III

In artikel I, onderdeel E, wordt «9 maanden» vervangen door: 4 maanden.

IV

In artikel I, onderdeel G, vervalt in artikel 12, eerste lid: en werkt terug tot en met 1 januari 2013.

Toelichting

De Raad van State geeft in haar advies aan, dat aan belastende maatregelen (zoals de Wet verhuurdersheffing), geen terugwerkende kracht gegeven mag worden tenzij bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld aanmerkelijke aankondigingseffecten, of een omvangrijk oneigenlijk gebruik of misbruik van een wettelijke voorziening) een afwijking van deze regel rechtvaardigen.

Indiener is van oordeel dat met het enkele feit dat de wetswijziging nodig is vanwege de aangenomen motie Essers in de Eerste Kamer, niet is aangetoond dat sprake is van «bijzondere omstandigheden», zoals door de Raad van State bedoeld. Indiener overweegt tevens, dat met het alleen uitgeven van een persbericht kort voor het in werking treden van de wet, niet naar behoren is voldaan aan het kenbaarheidsvereiste.

Dit amendement regelt met het oog hierop dat het wetsvoorstel geen terugwerkende kracht krijgt, in verband waarmee de verhuurderheffingsdatum wordt vastgelegd op 1 juli 2013. Daarnaast wordt de datum voor het voldoen aan de aangifteplicht vastgelegd op 1 november 2013.

Dit amendement heeft geen budgettaire gevolgen omdat sprake blijft van het jaar 2013 als heffingsgrondslag.

Klein

Naar boven