33 503 Wijziging van de Waterwet en enkele andere wetten (aanvulling en verbetering; vereenvoudiging van de verontreinigingsheffing; opheffing van de Commissie van advies inzake de waterstaatswetgeving)

D NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR INFRASTRUCTUUR, MILIEU EN RUIMTELIJKE ORDENING1

Vastgesteld 3 december 2013

De memorie van antwoord bij dit wetsvoorstel geeft de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden van de fractie van GroenLinks bedanken de regering voor de beantwoording van de vragen van het voorlopig verslag. Zij hebben in aansluiting daarop nog enkele vragen aan de regering.

De leden van de fractie van GroenLinks stellen het zeer op prijs dat de regering ingaat op hun opvatting dat de wijzigingen in de belastingen en heffingen een substantiële bijdrage moeten leveren aan vergroening. Zij danken de regering daarom dat zij nog eens wil kijken naar de herinvoering van de afvalstoffenheffing en spreken de hoop uit dat er een duidelijk vergroenend effect van de komende heffingssystematiek zal uitgaan. In dit verband vragen deze leden desalniettemin waarom er geen duidelijk inzicht kan worden verschaft in de effecten van de huidige heffingssystematiek en de gevolgen van de in dit wetsvoorstel voorgestelde wijzigingen voor de vorm en omvang van de soorten vervuiling. Deze leden stellen dat belastingheffing uiteindelijk ook de belangrijke functie heeft om ongewenst gedrag te belasten en gewenst bedrag te ontlasten. Zij vragen hoe anders gevolg kan worden gegeven aan het door het kabinet beleden beginsel dat de vervuiler zou moeten betalen. Deze leden merken op dat als het inzicht ontbreekt dát de vervuiler betaalt, de vraag gesteld kan worden of deze opvatting niet louter uit holle bewoordingen bestaat. De leden vragen de regering hier op te reageren.

Daarnaast vragen de leden van de fractie van GroenLinks of de specialistische kennis van de leden van de Commissie van advies inzake de waterstaatswetgeving (CAW) niet alleen ad hoc, maar juist ook ongevraagd ingebracht zou moeten kunnen worden. Zij menen dat een al te vrijblijvende benutting van de beschikbare kennis immers tot onderbenutting zou kunnen leiden. Hiertoe merken zij op dat een belangrijke functie van commissies is om het kabinet en beleidsmakers te attenderen op onderwerpen waar geen of onvoldoende aandacht aan wordt besteed. Deze leden vragen de regering op welke manier dergelijke «blinde vlekken» kunnen worden voorkomen. Zou dit bijvoorbeeld kunnen worden voorkomen door de gewezen leden van de CAW daar een expliciete rol in toe te kennen?

De leden van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening zien de antwoorden van de regering met belangstellen tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 12 december 2013.

De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening, Reynaers

De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening, De Boer


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Van der Linden (CDA), Essers (CDA), Kox (SP), Slagter-Roukema (SP), Engels (D66), Witteveen (PvdA), Nagel (50PLUS), Duthler (VVD), Hermans (VVD), Huijbregts-Schiedon (VVD) (vice-voorzitter), Koffeman (PvdD), Schaap (VVD), Vliegenthart (SP), Flierman (CDA), Martens (CDA), Van Boxtel (D66), Vos (GL), De Boer (GL), De Lange (OSF), Ter Horst (PvdA), Vlietstra (PvdA), M. de Graaff (PVV), Reynaers (PVV) (voorzitter), Ester (CU), Schouwenaar (VVD) Van Beek (PVV), Duivesteijn (PvdA), Koning (PvdA)

Naar boven