Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 33497 nr. 12 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 33497 nr. 12 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 juni 2013
Op verzoek van de Vaste Commissie voor VWS1 stuur ik u onderstaand mijn reactie op het rapport «Point-of-care testing in primary care in the Netherlands» van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het RIVM heeft dit verkennende onderzoek verricht op verzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).
Korte samenvatting rapport
Point-of-care (POC) testen zijn apparaten of teststrips die aan het bed van patiënten of in de huisartsenpraktijk kunnen worden gebruikt om snel een diagnose te stellen. Testen die veel gebruikt worden in de huisartsenpraktijk zijn bloedglucosemeters om de bloedsuikerspiegel te meten, nitrietteststrips om urineweginfecties op te sporen en hemoglobine testen om bloedarmoede aan te tonen. POC-testen worden steeds meer gebruikt in huisartspraktijken. Er is echter weinig bekend over de manier waarop gebruikers van de testen de bijbehorende patiëntveiligheidsaspecten beheren. Voor een goede en veilige uitvoering van de testen is het van belang dat deze op een juiste manier worden gebruikt. Het verkennende onderzoek van het RIVM laat zien dat er in de huisartspraktijken, die mee hebben gedaan aan het onderzoek, voor sommige kwaliteitseisen onvoldoende aandacht is. Het RIVM constateert dat er niet altijd voldoende aandacht is voor kwaliteitsbeheersing van de testen, bijvoorbeeld bij opslag, kalibratie en onderhoud. Verder voert slechts de helft van de respondenten universele hygiënische maatregelen uit, zoals het wassen van de handen voordat een bloedmonster wordt genomen. De kennis over het gebruik van testen wordt niet actueel gehouden omdat er nauwelijks opfriscursussen worden georganiseerd. Slechts enkele huisartsen melden het niet goed functioneren van testen bij de fabrikant. Huisartsen zorgen er wel goed voor dat de monsters aan de juiste patiënt worden gekoppeld (patiëntidentificatie). Ook wordt de benodigde actie ondernomen als de testresultaten onduidelijk zijn. Dan wordt er bijvoorbeeld een bloedmonster naar het klinische laboratorium gestuurd.
Het RIVM beveelt aan om de richtlijnen van huisartsen uit te breiden met betrekking tot het gebruik van POC testen.
Mijn reactie
Doordat POC testen steeds vaker worden gebruikt in de huisartspraktijk vind ik het in het kader van patiëntveiligheid nuttig om te onderzoeken hoe het gebruik van deze testen in de praktijk plaatsvindt. Het onderzoek is uitgevoerd onder 750 huisartspraktijken. Daarvan heeft 15% geparticipeerd in het onderzoek (n=111).
Omdat de response van het onderzoek laag was, namelijk 2,7% van de huisartsenpraktijken, gelden de resultaten niet zondermeer voor de gehele Nederlandse huisartsenpopulatie. Desondanks geven de resultaten van het onderzoek een signaal af, dat bruikbaar is voor alle huisartsenpraktijken.
Het onderzoek levert nuttige aanknopingspunten op ter verbetering van de patiëntenzorg. Bovendien geeft het rapport aanbevelingen aan huisartsen (en hun personeel) om zorgvuldiger om te gaan met POC-testen en wèl te melden aan de fabrikant wanneer een test niet goed functioneert. Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) spelen hierbij een belangrijke rol. Zij dienen in hun behandelrichtlijnen expliciet in te gaan op het veilige gebruik van deze testen en de aanbevelingen uit het rapport mee te nemen. In de onderhandelingen in Brussel over het voorstel voor de verordening voor in-vitro diagnostica breng ik in dat de eisen aan post-market surveillance door fabrikanten aangescherpt moeten worden. Daarmee hoop ik dat in de toekomst dergelijke meldingen ook beter bij de fabrikant terecht komen, dan wel door de fabrikant verzameld worden.
Er zijn mij daarnaast in het rapport twee zaken in het bijzonder opgevallen. Dat is ten eerste het niet of onvoldoende naleven van de algemene hygiëneregels. Slechts een klein deel van de zorgverleners wast zijn handen of gebruikt handschoenen bij het gebruik van een test. Dit terwijl hygiëne voor de patiëntveiligheid van groot belang is. Het tweede punt dat me opviel is dat een kwart van de respondenten antibiotica voorschrijft bij negatieve testresultaten (van de nitriettest om urineweginfecties vast te stellen). Deze twee aandachtspunten dienen ook in de behandelrichtlijnen aan bod te komen.
Zoals eerder al gesteld, betreft het hier slechts een klein verkennend onderzoek en kunnen op grond daarvan geen conclusies worden getrokken over de zorg in zijn algemeenheid. Ik zal het rapport onder de aandacht brengen van de NHG en de LHV zodat het rapport een signalerende functie naar het veld vervult en het veilig gebruik van POC testen nadrukkelijker aandacht krijgt in de huisartsenpraktijk.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33497-12.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.