33 489 Derivatenposities van (semi-)publieke instellingen

Nr. 11 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juli 2103

Tijdens het AO-fraude op 10 april 2013 (Kamerstuk 28 828, nr. 43) heeft mevrouw Bouwmeester verwezen naar een artikel op Skipper over derivatengebruik van instellingen voor langdurige zorg. Instellingen geven onvoldoende inzicht in het gebruik en het risico van die producten, aldus het artikel. De minister heeft tijdens het debat aangegeven de vraag van mevrouw Bouwmeester aan mij ter beantwoording door te geleiden.

Het artikel op Skipper verwijst naar een artikel in Spotlight, het huisorgaan van PWC (jaargang 20–2013, uitgave 1). Het artikel geeft onder andere aan dat er een toename te bespeuren is in het gebruik van derivaten door instellingen voor langdurige zorg. Vaak, aldus de schrijvers, ontbreken er toelichtingen. Zij concluderen vervolgens dat als instellingen gebruik maken van derivaten het van belang is om het beleid ten aanzien van financiële instrumenten een integraal onderdeel te laten zijn van de strategie van de instelling en dat dit beleid regelmatig punt van discussie en instemming dient te zijn van bestuur en toezichthoudend orgaan. Tot zover het artikel.

In het verlengde van een passage in het regeerakkoord besteedt het kabinet de nodige aandacht aan het beperken van de risico’s die kunnen voortvloeien uit het gebruik van derivaten. Op 12 december stuurde de minister een brief aan de Tweede Kamer waarmee de resultaten van een uitvraag van het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) naar het gebruik van derivaten onder de deelnemers van het WFZ gepresenteerd werden. In die brief werd geconcludeerd dat derivaten duidelijk hun entree gemaakt hebben in zowel cure als care. Ook werd geconcludeerd dat instellingsbesturen in een groot deel van het gevallen verstandig omgaan met derivaten en de daaraan verbonden risico’s. Mede omdat de uitvraag van het WFZ niet alle instellingen in cure en care betrof kondigde de minister aan risicovol gebruik van derivaten te gaan verbieden, een en ander nader vorm te geven in interdepartementaal verband. De neerslag van dat interdepartementale overleg is te vinden in de brief die de Minister van Financiën op 26 april 2013(Kamerstuk 33 489, nr. 9) aan de Tweede Kamer stuurde. In die brief komen de punten waarnaar het artikel in Spotlight verwijst alsmede enkele andere punten aan de orde. Ik noem: welke soorten derivaten gebruikt mogen worden, verbod op toezichtbelemmerende bepalingen, externe verantwoording alsmede organisatorische eisen te stellen aan instellingen die derivaten gebruiken.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven