Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 november 2018
Op grond van artikel 39 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen ontvangen de
beide Kamers der Staten-Generaal elke vijf jaar een verslag ten behoeve van de beoordeling
van de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het functioneren van een zelfstandig
bestuursorgaan. De basis voor dit verslag wordt gevormd door een evaluatieonderzoek.
Hierbij bied ik u het rapport aan inzake de wettelijke evaluatie van het zbo Nationale
en Internationale Wegvervoer Organisatie (hierna: NIWO) over de periode 2013 – 2017.
De evaluatie is uitgevoerd door het onafhankelijke adviesbureau Andersson Elffers
Felix (hierna: AEF). Het rapport treft u als bijlage bij deze brief aan1. De voorgaande evaluatie is 17 mei 2013 toegezonden aan de Staten-Generaal.
De NIWO is in 1946 opgericht als organisatie van en voor het wegtransport. De NIWO is belast met de vergunningverlening voor het binnenlands en grensoverschrijdend
beroepsgoederenvervoer op de weg, op basis van de Wet wegvervoer goederen (Wwg) en
bevordert daarmee het goed functioneren van deze markt. De NIWO is in de evaluatieperiode
omgevormd van een privaatrechtelijke zbo naar een publiekrechtelijke zbo per 1 januari
2017.
De evaluatie laat een zeer positief beeld zien over het functioneren van de NIWO.
Hoofdconclusie is dat de NIWO gedurende de onderzoeksperiode 2013 – 2017 haar publieke
taken op een doeltreffende en doelmatige wijze heeft uitgevoerd. De continuïteit van
de dienstverlening is goed geborgd. De NIWO is een tarief gefinancierde organisatie,
die stabiel functioneert, een hoge kwaliteit levert en in de evaluatieperiode door
middel van digitalisering haar dienstverlening verder heeft verbeterd.
Ik ben verheugd over de conclusie van AEF dat NIWO een doelmatig en doeltreffend opererende
organisatie is, waarvan ook de governance op orde is.
De aandachtspunten die AEF ziet zijn dan ook beperkt en herkenbaar. De directie van
de NIWO heeft aangegeven dat zij de aanbevelingen uit het rapport ter harte neemt
en zal betrekken bij haar activiteiten gericht op de voortdurende verbetering van
haar publieke taakuitvoering. De aanbevelingen gericht op de samenwerking met de ketenpartners
en de borging van de kwaliteit van de bedrijfsvoering krijgen daarin een plek. Voorts
zal mijn ministerie in samenspraak met de NIWO bezien hoe de door AEF aanbevolen intensivering
van de driehoek tussen eigenaar, opdrachtgever en zbo gezamenlijk verder vorm kan
worden gegeven passend bij de publiekrechtelijke status die NIWO sinds 2017 heeft.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga