33 480 XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2012 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2012 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en van de begrotingstaat inzake de baten-lastendiensten.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De minister van Economische Zaken,mede namens

De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, H.G.J. Kamp

B. DE BEGROTINGSTOELICHTING

1. LEESWIJZER

Deze tweede suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering 2012. Onderdeel B, de begrotingstoelichting, is als volgt opgebouwd:

  • 1) De leeswijzer.

  • 2) Overzicht van de belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties.

  • 3) De beleidsartikelen. Voor ieder beleidsartikel is de tabel «Budgettaire gevolgen van beleid» opgenomen. Hierin zijn de begrotingsmutaties opgenomen. De mutaties groter of gelijk aan € 3 mln worden onder de tabel toegelicht.

  • 4) De niet-beleidsartikelen. In de tabel budgettaire gevolgen van beleid zijn de begrotingsmutaties opgenomen. De mutaties groter of gelijk aan € 3 mln worden toegelicht.

  • 5) De baten-lastenparagrafen. In deze tweede suppletoire begroting zijn, conform de toezegging aan de Tweede Kamer, ook de aanpassingen in de baten-lastenparagrafen opgenomen. De aanpassingen zijn in één kolom (mutaties tot en met de 2e suppletoire begroting) weergegeven.

2. OVERZICHT BELANGRIJKSTE SUPPLETOIRE UITGAVEN-EN ONTVANGSTEN-MUTATIES

In onderstaande tabel treft u een overzicht aan van de belangrijkste tweede suppletoire uitgavenmutaties 2012 (Najaarsnota)

Bedragen x € 1 mln
 

Artikel

Uitgaven 2012

Stand Ontwerpbegroting 2012

 

5 372,8

Stand na 1e suppletoire begroting 2012

 

5 499,1

     

Mutaties Miljoenennota 2013

 

– 63,9

     

Belangrijkste 2e suppletoire uitgavenmutaties (Najaarsnota):

   

Renovatie huisvesting Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium

12

5,0

Vertraging kasuitgaven Eurekaclusterprojecten, IPC’s en Eurostars

12

– 11,3

Bijdrage Kamers van Koophandel/Ondernemerspleinen

13

15,0

Storting interne begrotingsreserve BMKB

13

30,0

Vertraging uitfinanciering Valorisatie, Onderwijs en Ondernemerschap en BSRI

13

– 10,9

Temporisering Joint Implementation

14

– 19,6

Carbon Capture en Storage

14

– 63,8

Uitvoeringskosten energie-innovatie

14

– 6,4

Financiële bijdragen Green Deals

14

– 6,1

Co-investeringsfaciliteit China en India/Package4Growth

15

– 18,6

Apurement

16

3,7

Bijdrage NVWA

16

21,4

Natuurlijk ondernemen/MER

18

– 10

Rente en aflossing/Natura 2000

18

– 10

Programmatische Aanpak Stikstof (PAS)

18

– 27,8

Afkoop huren panden EZ bij RGD

40

8,8

DICTU: Harmonisatie ICT en aanzuivering eigen vermogen

40

5,0

Prijsbijstelling 2012

41

– 17,7

Overige mutaties

Div.

1,3

     

Stand na 2e suppletoire begroting 2012

 

5 323,2

Renovatie huisvesting Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR)

Met het penvoerderschap is ook de verplichting naar EZ overgekomen van I&M om te zorgen dat het NLR zijn huisvesting weer op aanvaardbaar peil kan brengen. Daartoe is in de periode 2012–2015 een bedrag van circa € 55 mln nodig. NLR is niet in staat dit bedrag in z'n geheel te lenen, omdat banken terughoudend zijn met vastgoedfinanciering. De totale bijdrage van EL&I bedraagt € 30 mln, waarvan € 5 mln in 2012. Hierdoor kan een eigen inbreng gedaan worden, waardoor banken bereid zijn te financieren (en vanwege het verminderde risico) tegen lagere financieringslasten.

Vertraging kasuitgaven Eurekaclusterprojecten, IPC’s en Eurostars

De verplichting voor de Eurekaclusterprojecten wordt pas op het eind van het jaar aangegaan. Dit resulteert in een vertraging van de kasuitgaven. Ook is vertraging opgetreden in de betalingen voor de Innovatie Prestatie Contracten (IPC’s) en Eurostars. Naar verwachting komen deze middelen in 2013 tot uitbetaling.

Bijdrage Kamers van Koophandel/Ondernemerspleinen

Dit betreft de bijdrage van EZ voor de aanloopfase aan de Kamers van Koophandel/Ondernemerspleinen om aan de eerste financieringsbehoefte te voldoen

Storting interne begrotingsreserve BMKB

Door de economische omstandigheden zijn de schadebetalingen op de BMKB toegenomen. De verwachting is dat ook de komende jaren tekorten zullen optreden. Dit is aanleiding om een storting te doen in de recent ingestelde begrotingsreserve zodat er een buffer is voor toekomstige tegenvallende schadebetalingen.

Vertraging uitfinanciering Valorisatie, Onderwijs en Ondernemerschap en BSRI

Binnen artikel 13 (Een excellent ondernemingsklimaat) zijn verschillende bijstellingen nodig vanwege vertraging in de uitfinanciering van reeds aangegane verplichtingen. De uitfinanciering op deze beleidsonderdelen heeft een ander kasritme dan oorspronkelijk was begroot.

Temporisering Joint Implementation

In 2012 zullen de openstaande verplichtingen Joint Implementation naar verwachting niet geheel tot uitbetaling komen (€ 19,6 mln) vanwege vertragingen en het niet doorgaan van projecten. Bij Voorjaarsnota 2013 zullen deze middelen via de HGIS-eindejaarsmarge weer worden opgevraagd.

Carbon Capture en Storage

Voor 2012 was een voorschot voorzien (€ 63,8 mln) voor het Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject (ROAD)-project. Voor dit project is nog geen definitieve go/no go beslissing genomen, de betalingen zullen naar verwachting in latere jaren plaatsvinden.

Uitvoeringskosten energie-innovatie

In het verleden is niet voldoende kasgeld overgeheveld vanuit de programmagelden energie-innovatie om de uitvoeringskosten te dekken. In verband met een verwacht kastekort in 2012 (€ 6,4 mln) wordt daarom de bijdrage aan Agentschap NL ten behoeve van de uitvoeringskosten voor energie-innovatie verhoogd met dekking binnen beleidsartikel 14.

Financiële bijdragen Green Deals

Betreft overheveling van in 2012 aan te wenden Green Deal budget aan Provinciefonds ten behoeve van de provincies Noord-Brabant (€ 3 mln), Limburg (€ 2,5 mln) en Zeeland (€ 0,5 mln). BZK zal deze via de decentralistatie-uitkering aan de provincies toekennen en zal deze in de decembercirculaire van 2012 van het Provinciefonds benoemen. Tevens overheveling aan Gemeentefonds ten behoeve van Green Deals project gemeente Rotterdam (€ 0,06 mln).

Co-investeringsfaciliteit China en India/Package4Growth

Het bestaande instrument Package4Growth is in 2012 voor het non-ODA gedeelte omgezet in het instrument Finance for International Business (FIB). Vertraging in de uitwerking van het nieuwe instrumentarium heeft er voor gezorgd dat publicatie in de Staatscourant in juli 2012 heeft plaatsgevonden en de definitieve opdracht aan AgNL in september 2012. Hierdoor is ook vertraging in de uitvoering opgetreden.

Apurement

Er is in 2012 sprake van correcties die Brussel aan Nederland heeft opgelegd, de zgn. apurementskosten. Deze worden geraamd op € 21 mln en zijn gebaseerd op ontvangen correctiebesluiten. Op de begroting is voor 2012 € 17,3 mln beschikbaar. Het restant van € 3,7 mln wordt aan de interne begrotingsreserve onttrokken en aan het uitgavenbudget toegevoegd. De belangrijkste correctie betreft een bedrag van € 14,5 mln op subsidiebetalingen vanwege het niet toepassen van de controles op het naleven van de randvoorwaarden op het gebied van dierenwelzijn, milieu en diergezondheid over de periode 2005 tot en met 2008 (cross compliance). Daarnaast zijn correcties opgelegd voor het niet toepassen van de controles voor de BTR over de periode 2007–2010 (€ 2,2 mln), agro-milieumaatregelen over de periode 2007–2009 (€ 2,1 mln), slachtpremies over de periode 2007–2008 (1,6 mln) en BSE-monitoring over de periode 2007–2008 (€ 0,5 mln). Om toekomstige correcties te voorkomen zijn in alle gevallen herstelmaatregelen uitgevoerd.

Bijdrage NVWA

De bijdrage aan de NvWA wordt met € 21,4 mln verhoogd. Hiervan houdt € 11,4 mln verband met een bijdrage in het tekort voor 2012. Zoals gemeld in de begroting 2013 komen de opbrengsten van de fusie vertraagd beschikbaar. Hierdoor is er sprake van hogere materiële en personele kosten (huisvesting, ICT en personele kosten ten gevolge van de fusie). Hierop is een maatregelenpakket gevormd. Onderdeel hiervan betreft de afkoop van huurcontracten van niet langer benodigde huisvesting. Ten behoeve van de hier aan verbonden kosten wordt de al bestaande voorziening ten behoeve van afstoot op de balans van de NVWA nu gevoed met € 10 mln. Tenslotte wordt de bijdrage verhoogd met € 2,6 mln voor de loon- en prijsbijstelling 2012.

Natuurlijk ondernemen/MER

Er is sprake van meevallers doordat er onder andere minder kosten zijn gemaakt dan geraamd voor de afbouw van het kenniscentrum recreatie en de Milieu Effect Rapportage. Er zijn vertragingen ontstaan met name op het programma natuurlijk ondernemen.

Rente en aflossing/Natura 2000

De meevaller betreft lagere rente-uitgaven voor de aflossing van Particulier Natuurbeheer (PNB)-leningen als gevolg van de lage rentestand. De vertragingen hebben betrekking op geplande werkzaamheden op het terrein van programmadirectie N2000, programma’s internationale monitoring en kaderrichtlijn Mariene Strategie/Noordzee.

Programmatische Aanpak Stikstof (PAS)

Er vindt verlaging plaats met € 27,8 mln in verband met het beschikbaar stellen aan de provincies van middelen ten behoeve van werkzaamheden in het kader van de Programmatische Aanpak Stikhof (PAS). Het betreft hier zogenaamde «no-regret»- herstel(beheer) maatregelen.

Van de € 27,8 mln wordt € 4,8 mln afgedragen aan het BTW-compensatiefonds.

Afkoop huren panden EZ bij RGD

Met de inhuizing van vrijwel alle Haagse diensten in de hoofdzetel op de Bezuidenhoutseweg 73, dient de restant verplichting van de leegvallende lokaties Bezuidenhoutseweg 20 en Bezuidenhoutseweg 105 voor € 8,8 mln bij de RGD afgekocht te worden.

DICTU: Harmonisatie ICT en aanzuivering eigen vermogen

Voor de Harmonisatie van de ICT van het agentschap DICTU wordt € 3 mln uitgetrokken. Deze bijdrage is bedoeld om de ICT van het departement verder te stroomlijnen tot een gezamenlijk ICT model. Daarnaast wordt het eigen vermogen van DICTU op niveau gehouden door een bijdrage met € 2 mln.

Prijsbijstelling 2012

Bij Miljoenennota 2013 is de prijsbijstellingstranche 2012 toegedeeld. Deze prijsbijstelling is verdeeld over de relevante organisatie-onderdelen. Een deel van de prijsbijstelling wordt ingezet als dekking voor EL&I-brede problematiek.

Overzicht belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2012 (Najaarsnota)

In onderstaande tabel treft u een overzicht aan van de belangrijkste tweede suppletoire ontvangstenmutaties 2012 (Najaarsnota)

Bedragen x € 1 mln
 

Artikel

Ontvangsten 2012

Stand ontwerpbegroting 2012

 

12 932,6

Stand na 1e suppletoire begroting 2012

 

12 583,0

     

Mutaties Miljoenennota 2013

 

167,4

     

Belangrijkste 2e suppletoire ontvangstenmutaties (Najaarsnota):

   

Ontvangsten NMa bouwfraudeboetes

11

4,4

Ontvangstentegenvaller Technische Ontwikkelingsprojecten

12

– 6,0

Aardgasbaten

14

100,0

Apurement

16

3,7

Verliesdeclaraties Borgstellingsfaciliteit

16

– 12,0

Verkoop gronden buiten EHS

18

– 20,0

Overige mutaties

Div.

– 2,9

     

Stand na 2e suppletoire begroting 2012

 

12 817,6

Ontvangsten NMa bouwfraudeboetes

De NMa verwacht dit jaar nog € 4,4 mln te ontvangen uit de bouwfraudeboetes. Deze ontvangsten waren niet geraamd en vormen daarmee een specifieke meevaller voor de EL&I-begroting.

Ontvangstentegenvaller Technische Ontwikkelingsprojecten

De raming van de ontvangsten voor Technische Ontwikkelingsprojecten wordt verlaagd. De ontvangsten zijn afhankelijk van het commerciële succes van de projecten en daardoor lastig in te schatten. Gezien de ontvangsten tot nu toe wordt de oorspronkelijke raming van € 10 mln niet gehaald.

Aardgasbaten

De raming voor de aardgasbaten is opwaarts bijgesteld met € 100 mln naar aanleiding van een hoger verwacht productievolume en een gunstige commerciële ontwikkeling bij de verkoop van Nederlands aardgas.

Apurement

Dit betreft de onttrekking uit de interne begrotingsreserve apurement om de EU-correcties te kunnen financieren (zie toelichting onder de uitgaven).

Verliesdeclaraties Borgstellingsfaciliteit

Bij Miljoenennota 2013 is voor 2012 een desaldering verwerkt op de uitgaven- en ontvangsten van beleidsartikel 16 van € 12 mln. Deze hield verband met het onttrekken van middelen aan de interne begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit om de verliesdeclaraties in 2012 te financieren. De onttrekking uit de interne begrotingsreserve wordt teruggedraaid. Op basis van de meest actuele inzichten komen de verliesdeclaraties uit op € 8,5 mln. Dekking vindt plaats binnen het beleidsartikel 16 (Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens).

Verkoop gronden buiten EHS

De geraamde ontvangsten uit de verkoop van rijksgronden (€ 20 mln) kunnen in 2012 niet worden gerealiseerd. De rijksgronden dienen een tweeledig doel. Enerzijds worden de gronden ingezet voor een aantal rijksdoelen, waaronder het realiseren van de verkooptaakstelling. Anderzijds worden ze ingezet om de ontwikkelingsopgaven die in het decentralisatieakkoord natuur zijn afgesproken te realiseren, namelijk verwerving en inrichting van respectievelijk 17 000 en 40 000 hectare natuur. De totale grondvoorraad voor beide doelen is wel op perceelsniveau vastgelegd, maar niet per doel. Dat maakt de verkoop tot een lastige opgave, omdat achteraf zou kunnen blijken dat verkochte gronden juist nodig blijken te zijn in het kader van de ontwikkelopgave van de provincies. Om beide doelen te kunnen realiseren, wordt in overleg met de provincies gewerkt aan een systeem, waarbij de gronden kunnen worden ingezet voor de ontwikkelopgave, terwijl tegelijkertijd de ontvangstentaakstelling wordt gegarandeerd.

3. DE BELEIDSARTIKELEN

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)

11 Goed functionerende economie en markten

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

229 064

228 214

– 4 843

223 371

Uitgaven

232 037

231 187

6 780

237 967

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

 

88,2%

 

97%

         

Programma-uitgaven

220 795

219 945

6 374

226 319

11.1 Optimale marktordening en mededinging bevorderen

27 682

24 182

2 333

26 515

11.3 Goede en betrouwbare netwerken en markten voor telecommunicatie- en post

11 975

11 975

975

12 950

11.4 Voorzien in maatschappelijk behoefte aan statistieken

181 138

183 788

3 066

186 854

         

Bijdragen aan baten-lastendiensten

11 242

11 242

406

11 648

Toezicht Agentschap Telecom

5 795

5 795

236

6 031

Agentschap Telecom

5 447

5 447

75

5 522

Bijdrage DG ETM aan Agentschap NL

   

95

95

         

Ontvangsten

55 200

71 765

6 122

77 887

Ontvangsten NMa

   

4 400

4 400

High Trust

31 100

31 100

 

31 100

Diverse ontvangsten

24 100

40 665

1 722

42 387

Toelichting op de verplichtingen

De verplichtingen worden met in totaal € 4,8 mln verlaagd. Dit is het saldo van enerzijds verlagingen (€ 11,1 mln), met name als gevolg een technische neerwaartse correctie op het beschikbare verplichtingenbudget voor de baten-lastendiensten, omdat opdrachten aan deze diensten niet meer in jaar t-1 maar in jaar t zullen worden verstrekt en dus gecommitteerd. Anderzijds wordt een aantal verhogingen voorgesteld (€ 6,3 mln) die samenhangen met uitgavenmutaties. De uitgavenmutaties worden hieronder toegelicht.

Toelichting op de programma-uitgaven

De verhoging van de programma-uitgaven met totaal € 6,4 mln wordt met name veroorzaakt door verdeling van de loon- en prijsbijstelling, van derden verkregen bijdragen aan PIANOo voor de uitvoering van opdrachten en bijdragen van andere departementen voor de uitvoering van verschillende programma’s.

Operationele Doelstelling 11.4 Voorzien in maatschappelijk behoefte aan statistieken

De ophoging van € 3,1 mln bij het CBS wordt met name veroorzaakt door verdeling van de loon- en prijsbijstelling en de bijdrage van het Ministerie van Veiligheid en Justitie in verband met uitvoering van de Veiligheidsmonitor.

Toelichting op de ontvangsten

De ontvangsten vallen naar verwachting € 6,1 mln hoger uit dan oorspronkelijk begroot. Dit wordt met name veroorzaakt doordat de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) dit jaar aan niet-geraamde opbrengsten € 4,4 mln ontvangt uit hoofde van in het verleden opgelegde bouwfraudeboetes.

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)

12 Een sterk innovatievermogen

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

708 454

698 830

7 123

705 953

Uitgaven

814 158

820 398

– 10 775

809 623

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

 

99%

 

100%

         

Programma-uitgaven

748 333

755 165

– 21 974

733 191

12.1 Bevorderen van publiek/private kennisontwikkeling voor topsectoren en maatschappelijke vraagstukken

583 155

590 656

– 21 477

569 179

12.2 Meer bedrijven die meer (technologische) kennis ontwikkelen, delen en benutten

165 178

164 509

– 497

164 012

         

Bijdragen aan baten-lastendiensten

65 825

65 233

11 199

76 432

Bijdrage aan Agentschap NL

65 825

65 051

11 199

76 250

Bijdrage aan Agentschap Telecom

 

182

 

182

         

Ontvangsten

45 172

45 172

10 162

55 334

Diverse ontvangsten

1 588

1 588

12 832

14 420

Ontvangsten luchtvaartkredietregeling

199

199

1 330

1 529

Ontvangsten Technische ontwikkelingsprojecten

10 000

10 000

– 6 000

4 000

Ontvangsten Rijksoctrooiwet

29 212

29 212

2 000

31 212

Ontvangsten innovatiekredieten

2 118

2 118

 

2 118

Ontvangsten Eurostars

2 055

2 055

 

2 055

Toelichting op de verplichtingen

De mutatie op de verplichtingen van per saldo € 7,1 mln bestaat met name uit:

  • Een ophoging van het Innovatiefonds met € 35 mln. Dit budget wordt beschikbaar gesteld voor het nieuwe Fund-of-funds. Fund-of-funds is een initiatief dat speciaal is gericht op snelgroeiende innovatieve bedrijven en dat beoogt deze bedrijven sneller toegang te verschaffen tot risicokapitaal. Via een bijdrage uit het Fund-of-Funds kunnen nieuwe investeringsfondsen worden gestart.

  • Een ophoging van de bijdrage aan het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) met € 30 mln. Met het penvoerderschap is ook de verplichting naar EZ overgekomen van I&M om te zorgen dat het NLR zijn huisvesting weer op aanvaardbaar peil kan brengen. Daartoe is in de periode 2012–2015 een bedrag van circa € 55 mln nodig. NLR is niet in staat dit bedrag in z'n geheel te lenen, omdat banken terughoudend zijn met vastgoedfinanciering. Met de bijdrage van EZ aan NLR kan een eigen inbreng gedaan worden, waardoor banken bereid zijn te financieren (en vanwege het verminderde risico) tegen lagere financieringslasten.

  • Een verlaging van het budget met € 11,9 mln omdat de opdracht aan Deltares niet meer in 2012, maar in 2013 verstrekt zal worden.

  • Het verlagen van het budget voor bijdrage aan Agentschap NL met € 46 mln. Met ingang van 2012 wordt de opdracht aan Agentschap NL niet meer voorafgaand aan het uitvoeringsjaar verstrekt maar aan het begin van dat jaar.

Toelichting op de programma-uitgaven

Operationele Doelstelling 12.1 Bevorderen van publiek/private kennisontwikkeling voor topsectoren en maatschappelijke vraagstukken

De verlaging van het budget met € 21,5 mln bestaat met name uit:

  • Een ophoging voor de renovatie huisvesting Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) (€ 5 mln): zie toelichting onder verplichtingmutaties.

  • Een ophoging van het Ruimtevaartbudget (€ 12,8 mln). In verband met het opheffen van het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR) worden de liquide middelen van het NIVR aan de begroting toegevoegd. Deze middelen worden onder andere ingezet voor het Ozone Monitoring Instrument.

  • Een verlaging van het budget voor Eurekaclusterprojecten, IPC’s en Eurostars (– € 11,3 mln): de verplichting voor de Eurekaclusterprojecten wordt pas op het eind van het jaar aangegaan. Dit resulteert in een vertraging van de kasuitgaven. Ook is vertraging opgetreden in de betalingen voor de Innovatie Prestatie Contracten (IPC’s) en Eurostars. Naar verwachting komen deze middelen in 2013 tot uitbetaling.

  • Een verlaging van het budget voor de Luchtvaartkredietfaciliteit (– € 12,7 mln). De betalingen op de onder de Luchtvaartkredietregeling verstrekte kredieten hebben vertraging opgelopen, het huidige budget wordt daarom naar beneden bijgesteld. Omdat deze middelen niet-relevant zijn voor het EMU saldo kunnen ze niet elders op de begroting worden ingezet.

  • Een verlaging van het budget voor het Innovatiefonds (Seed-regeling – € 9 mln). Er zijn in 2011 minder verplichtingen aangegaan dan oorspronkelijk geraamd, als gevolg hiervan is het beroep op de hiervoor geraamde kasmiddelen ook lager.

  • Een verlaging op het budget van de Innovatieprogramma’s (BE-Basic – € 5 mln). Er worden op deze projecten in 2012 minder betalingen verricht dan geraamd als gevolg van vertraging in de opstart van deze projecten.

Bijdragen aan baten-lastendiensten

De verhoging van de bijdrage aan Agentschap NL (€ 11,2 mln) wordt met name veroorzaakt door aanvullende opdrachten, waaronder de uitvoering van de Research & Development Aftrek regeling.

Toelichting op de ontvangsten

Ontvangstentegenvaller Technische Ontwikkelingsprojecten: de raming van de ontvangsten voor Technische Ontwikkelingsprojecten wordt verlaagd met € 6 mln. De ontvangsten zijn afhankelijk van het commerciële succes van de projecten en daardoor lastig in te schatten. Gezien de ontvangsten tot nu toe wordt de oorspronkelijke raming van € 10 mln niet gehaald.

Diverse ontvangsten: dit betreft de onder de uitgavenmutaties toegelichte mutatie op het Ruimtevaartbudget van € 12,8 mln.

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)

13 Een excellent ondernemingsklimaat

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

1 974 577

2 375 956

81 848

2 457 804

Waarvan garantieverplichtingen

1 876 250

2 253 949

– 57 330

2 196 619

Uitgaven

242 178

304 514

64 343

368 857

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

 

94%

 

98%

         

Subsidies(-regelingen):

185 727

231 999

48 217

280 216

– BMKB (garantie)

33 459

73 459

57 000

130 459

– Groeifinancieringsfacilitieit (garantie)

20 000

19 679

– 10 000

9 679

– Garantie Ondernemingsfinanciering (garantie)

51 000

50 000

 

50 000

– Borgstelling Scheepsnieuwbouw (garantie)

10 000

10 000

 

10 000

– Valorisatie / SKE*

21 366

17 266

– 900

16 366

– Bevorderen ondernemerschap

3 930

4 587

2 009

6 596

– Onderwijs en ondernemerschap

8 813

8 769

– 1 700

7 069

– Microfinanciering

2 200

2 200

– 1 900

300

– Programma Biobased Economy

9 810

14 087

63

14 150

– Actieplan veilig ondernemen

3 000

6 253

2 000

8 253

– Beroepsonderwijs in bedrijf*

6 524

6 319

 

6 319

– Innovatieregeling scheepsbouw*

1 400

5 183

2 317

7 500

– BSRI*

13 725

13 725

– 200

13 525

– BBH-regeling

500

472

– 472

 
         

Opdrachten:

35 319

36 883

2 223

39 106

– Onderzoek & ontwikkeling

1 588

838

2 000

2 838

– ICT & MKB

519

519

 

519

– PRIMA

17 993

16 352

683

17 035

– ICT flankerend beleid

7 693

7 693

5 200

12 893

– Beleidsvoorbereiding en evaluaties

2 826

6 951

– 5 625

1 326

– Opdrachten Logius

2 200

2 200

 

2 200

– Regiegroep Regeldruk/ACTAL

2 500

2 330

– 35

2 295

         

Bijdragen aan baten-lastendiensten:

2 167

9 927

478

10 405

Bijdrage aan Agentschap NL

2 167

9 927

478

10 405

         

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties:

18 965

25 705

13 425

39 130

– Bijdrage NBTC

14 959

16 959

– 1 746

15 213

– Bijdrage UNWTO

233

233

 

233

– Bijdragen aan instituten

3 773

6 073

101

6 174

– Bijdrage aan Kamers van Koophandel/Ondernemerspleinen

 

2 440

15 070

17 510

         

Ontvangsten

105 811

106 052

– 9 375

96 677

– Borgstelling Scheepsnieuwbouw

10 000

10 000

 

10 000

– BMKB

25 230

25 230

 

25 230

– Groeifinancieringsfacilitieit

16 000

16 000

– 8 000

8 000

– Garantie Ondernemingsfinanciering

51 000

51 000

 

51 000

– Joint Strike Fighter

2 255

2 255

– 1 375

880

– Diverse ontvangsten

1 326

1 567

 

1 567

Toelichting op de verplichtingen

De verhoging van het verplichtingbudget van € 81,9 mln bestaat met name uit:

  • Om de opdracht aan de Kamers van Koophandel/Ondernemerspleinen in 2012 te kunnen verstrekken is € 148,1 mln aan verplichtingbudget nodig.

  • BMKB € 30 mln: zie toelichting op de subsidiemutaties.

  • Het verlagen van het budget voor de Groeifinancieringsfaciliteit met € 85 mln: zie toelichting op de subsidiemutaties.

  • Het verlagen van het budget voor bijdrage aan Agentschap NL met € 12 mln. Met ingang van 2012 wordt de opdracht aan Agentschap NL niet meer voorafgaand aan het uitvoeringsjaar verstrekt maar aan het begin van dat jaar.

Toelichting op de subsidies

De verhoging van het budget met € 48,2 mln wordt met name veroorzaakt door:

  • Een ophoging met € 57 mln van het budget voor de BMKB. Als gevolg van de verslechtering van het economisch klimaat leiden in het verleden afgegeven garanties tot meer schadebetalingen dan eerder geraamd (€ 27 mln), hiernaast wordt voor toekomstige niet geraamde schadebetalingen € 30 mln in de interne begrotingsreserve voor de BMKB gestort, dit leidt tevens tot een ophoging van het verplichtingbudget met € 30 mln.

  • Een verlaging van het budget voor de Groeifinancieringsfaciliteit met € 10 mln. De Groeifinancieringsfaciliteit richt zich op het buffervermogen van bedrijven. Door de achterblijvende benutting van de Groeifinancieringsfaciliteit ten opzichte van de ramingen wordt het budget verlaagd. Verplichtingen – € 85 mln, kas – € 10 mln en ontvangsten – € 8 mln.

Toelichting op de bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Kamers van Koophandel/Ondernemerspleinen: Dit betreft de bijdrage van EZ aan de Kamers van Koophandel/Ondernemerspleinen om aan de eerste financieringsbehoefte te voldoen.

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)

14 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

360 586

2 158 519

151 256

2 309 775

Uitgaven

1 337 643

1 331 423

– 183 480

1 147 943

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

 

93%

 

99%

         

Programma-uitgaven

1 310 628

1 294 199

– 192 045

1 102 154

14.1 Optimale ordening en werking van de energiemarkten in de Noord-West Europese context

       

14.2 Bevorderen van de voorzieningszekerheid

96 866

96 766

– 2 325

94 411

14.3 Bevorderen van een duurzame en veilige energievoorziening

1 213 762

1 197 433

– 189 720

1 007 713

         

Bijdragen aan baten-lastendiensten

27 015

37 224

8 565

45 789

Agentschap NL

26 626

37 224

7 969

44 804

NVWA

389

 

596

985

         

Ontvangsten

12 249 911

11 879 911

295 511

12 175 422

COVA

93 000

93 000

– 4 000

89 000

SDE+

       

Aardgasbaten

12 100 000

11 750 000

300 000

12 050 000

Diverse ontvangsten

56 911

36 911

– 489

36 422

Toelichting op de verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 14 wordt met totaal € 151,3 mln verhoogd. Dit is het saldo van een aantal verhogingen en verlagingen:

  • Verhoging van het garantieplafond ten behoeve van de stichting COVA (€ 140 mln). Per 1 april j.l. heeft de stichting COVA een nieuwe, hogere voorraadverplichting opgelegd gekregen teneinde aan internationale verplichtingen te kunnen voldoen. Met het oog op de noodzakelijke aankopen die stichting COVA moet doen om aan deze nieuwe voorraadverplichting te voldoen en de geschatte financieringsbehoefte voor de loop van de tweede helft van 2012 wordt het kredietplafond voor de stichting COVA verhoogd naar € 1,465 mld.

  • Temporisatie kernenergie (– € 9,1 mln). Eind januari hebben Delta en RWE/Essent (voorheen Energy Resources Holding) aan EL&I gemeld voorlopig geen vergunning aan te vragen voor de bouw van een nieuwe kerncentrale. Een deel van de gereserveerde verplichtingenruimte voor de beoordeling en afwikkeling van de vergunningaanvraag hoeft daarom niet in 2012 ingezet te worden.

  • Temporisatie verplichtingen topsectorenbeleid (– € 43,25 mln). In 2012 zullen door vertragingen naar verwachting minder projecten in het kader van het topsectorenbeleid worden aangegaan dan aanvankelijk verwacht. Het verplichtingenbudget wordt daarom verlaagd.

  • Niet-benutte verplichtingenruimte Green Deal (– € 37 mln). Een deel van het verplichtingenbudget voor de Green Deals dat was gereserveerd voor garantstellingen wordt in 2012 niet benut. Er zijn in 2012 door partijen nog onvoldoende concrete projectplannen ingediend. Bij Voorjaarsnota 2013 zal in samenhang met het meerjarige Green Deal budget worden bezien in hoeverre aanvullende verplichtingenruimte moet worden opgevoerd voor garantstellingen en welke kasmiddelen hier voor moeten worden vrijgemaakt.

  • Verdere verhoging van de beschikbare voorziening van ECN voor de kosten van het ruimen van historisch radioactief afval (€ 10 mln). Bij Voorjaarsnota 2012 is de betreffende voorziening van ECN met € 25 mln verhoogd. Thans blijkt dat de kosten sterker kunnen oplopen dan aanvankelijk gedacht onder meer vanwege verdere uitloop van het project, afvoer van meer vaten hoog radioactief afval dan voorzien en tegenvallers bij de Europese aanbesteding van de ompakinstallaties. Mede gelet op de grote onzekerheidsmarge wordt aanvullend € 10 mln vrijgemaakt.

  • Verhoging verplichtingenruimte SDE+ (€ 149 mln). Uit 2011 wordt € 125 mln aan verplichtingenruimte doorgeschoven omdat niet alle aanvragen tijdig in 2011 behandeld konden worden. Deze aanvragen zijn in 2012 alsnog afgewikkeld. Daarnaast wordt € 24 mln aan verplichtingenruimte aan de SDE+ toegevoegd en beschikbaar gesteld ten behoeve van topsectoren.

  • Temporisatie verplichtingenbudget project Pallas (– € 8,1 mln). De nieuwe organisatie die belast wordt met de realisatie van Pallas is nog niet opgericht, bovendien moet voor het verstrekken van een financiële bijdrage eerst goedkeuring van de Europese Commissie inzake staatssteun zijn verkregen. Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan, zal het benodigde verplichtingenbudget voor het project Pallas weer worden opgeboekt en zal voor de benodigde kasdekking worden gezorgd.

  • Een technische correctie op het verplichtingenbudget (– € 35,2 mln) dat beschikbaar is voor de baten-lastendiensten (Agentschap NL en NVWA) omdat opdrachten aan de baten-lastendiensten administratief niet meer in jaar t-1 maar in jaar t zullen worden vastgelegd.

  • Overige verlagingen die samenhangen met de mutaties op de uitgaven (– € 12 mln), bestaande uit verlaging van de verplichtingenruimte behorend bij de doorsluis van ontvangen voorraadheffingen naar de stichting COVA (– € 4 mln) en overboeking van de financiële bijdragen van EL&I ten behoeve van Green Deals naar Gemeente- Provincie- en BTW-compensatiefonds (– € 7,9 mln).

Toelichting op de programma-uitgaven

Operationele Doelstelling 14.3 Verduurzaming van de energiehuishouding

Het budget van deze Operationale doelstelling wordt met totaal € 189,7 mln neerwaarts bijgesteld. Deze bijstelling is opgebouwd uit de volgende onderdelen:

Kernenergie

Eind januari 2012 hebben Delta en RWE/Essent (voorheen Energy Resources Holding/ERH) aan EL&I gemeld voorlopig geen vergunning aan te vragen voor de bouw van een nieuwe kerncentrale. Een deel van de gereserveerde kasruimte voor de beoordeling en afwikkeling van de vergunningaanvraag hoeft daarom niet in 2012 ingezet te worden (€ 6 mln). Mutatie betreft het doorschuiven van kasruimte naar latere jaren. In latere jaren zullen de beschikbare middelen voor kernenergie ingezet worden voor veiligheid en monitoring rondom bestaande installaties, onder andere het ontwikkelen van een robuust kader voor nucleaire inrichtingen met up to date veiligheidseisen waarin de lessen uit Fukushima worden meegenomen.

Temporisering Joint Implementation

In 2012 zullen de openstaande verplichtingen Joint Implementation naar verwachting niet geheel tot uitbetaling komen (€ 19,6 mln) vanwege vertragingen en het niet doorgaan van projecten.

Carbon Capture en Storage

Voor 2012 was een voorschot voorzien voor het Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject (ROAD)-project (€ 63,8 mln). Voor dit project is nog geen definitieve go/no go beslissing genomen, de betalingen zullen naar verwachting in latere jaren plaatsvinden.

Uitvoeringskosten energie-innovatie

In relatie tot het definitieve opdrachtenpakket aan Agentschap NL is bij de ontwerpbegroting 2012 onvoldoende budget overgeheveld vanuit de programmagelden energie-innovatie om de uitvoeringskosten te dekken (€ 6,4 mln). Daarom wordt de bijdrage aan Agentschap NL ten behoeve van de uitvoeringskosten voor energie-innovatie verhoogd ten laste van het programmabudget binnen artikel 14.

Financiële bijdragen Green Deals naar Provincie-, Gemeente- en BTW-compensatiefonds

De financiële bijdragen van het Ministerie van EL&I die zijn toegezegd in Green Deals met gemeenten (Amsterdam en Rotterdam) en provincies (Flevoland, Groningen, Drenthe, Limburg, Noord-Brabant, Zeeland) worden overgeboekt naar het Provinciefonds en Gemeentefonds. Deze bijdragen (€ 7,9 mln) zullen via de decentralisatie-uitkeringen aan gemeenten en provincies worden toegekend. Omdat een deel van deze bijdragen zal worden besteed aan activiteiten waar BTW-plicht op rust, wordt een deel van de financiële bijdrage naar het BTW-compensatiefonds overgeboekt.

Wijziging uitfinanciering MEP/SDE en kasschuif MEP/SDE

De betalingen op lopende beschikkingen voor de MEP/SDE-regeling vallen in de periode 2012–2016 circa € 300 mln lager uit dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door het niet tot betaling komen van een deel van de subsidieprojecten omdat deze geen doorgang vinden en door vertraging in de oplevering van SDE-projecten waardoor de uitfinanciering voor een deel (€ 8,5 mln) zal verschuiven van de jaren 2012–2017 naar 2018–2031. De vrijvallende middelen MEP/SDE worden aangewend voor het invullen van de taakstelling uit het Begrotingsakkoord 2013 in de eerste jaren en ter dekking van de financiële problematiek op de EL&I-begroting. Om de middelen in het juiste kasritme in te kunnen zetten wordt een – per saldo neutrale – kasschuif toegepast op de vrijvallende middelen MEP/SDE. Hiertoe is de raming van de MEP/SDE-middelen voor het jaar 2012 verlaagd ten gunste van latere jaren (€ 70,5 mln).

Overige mutaties

Overige mutaties betreffen verlagingen (€ 6,9 mln) als gevolg van onder andere compensatie van uitvoeringskosten van Staatstoezicht op de Mijnen, overhevelingen naar de bijdrage aan Agentschap NL (voor uitvoering van regeling zonnepanelen en Green Deals) en de NVWA (toezicht op bepalingen energielabels voor elektrische apparaten) en overheveling naar artikelonderdeel 14.2 vanwege beperking van de stijging van energieprijzen op Bonaire en verhogingen als gevolg van de verdeling van de loon- en prijsbijstelling.

Toelichting op de bijdragen aan baten-lastendiensten

De bijdrage aan baten-lastendiensten wordt met € 8,6 mln verhoogd. Dit houdt met name verband met een ophoging van de bijdrage aan Agentschap NL ten behoeve van de uitvoeringskosten voor energie-innovatie (€ 6,4 mln), voor Green Deals (€ 1,0 mln) en voor de regeling zonnepanelen (€ 0,5 mln). Tevens wordt de bijdrage aan de NVWA opgehoogd met € 0,6 mln in verband met uitvoeringskosten voor toezicht op de bepalingen betreffende energielabels voor elektrische apparaten.

Toelichting op de ontvangsten

De ontvangsten uit hoofde van de voorraadheffing COVA vallen naar verwachting € 4 mln lager uit dan geraamd als gevolg van een lagere heffingsgrondslag.

De raming voor de aardgasbaten is opwaarts bijgesteld met € 300 mln naar aanleiding van een hoger verwacht productievolume en een gunstige commerciële ontwikkeling bij de verkoop van Nederlands aardgas.

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)

15 Een sterke internationale concurrentiepositie

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

109 262

98 948

– 56 935

42 013

Uitgaven

132 664

135 029

– 15 943

119 086

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

 

88,8%

 

95,7%

         

Programma-uitgaven

82 749

85 034

– 11 627

73 407

15.1 Bevorderen van vrij internationaal handelsverkeer en versterken van de mondiale economische rechtsorde, met aandacht voor maatschappelijke verantwoordelijkheid

9 164

10 687

9 508

20 195

15.2 Bevorderen van goede beleidskaders gericht op het versterken van het concurrentievermogen en de interne markt van de EU

137

137

 

137

15.4 Gericht ondersteunen van de internationalisering van het Nederlandse bedrijfsleven, aantrekken van hoogwaardige buitenlandse investeringen, versterken van het draagvlak voor globalisering en bijdragen aan duurzame ontwikkeling, onder andere voedselzekerheid en water

73 448

74 210

– 21 135

53 075

         

Bijdragen aan baten-lastendiensten

49 915

49 995

– 4 316

45 679

Bijdrage Agentschap NL

49 915

49 995

– 4 316

45 679

         

Ontvangsten

11 815

8 463

 

8 463

Gemengde kredieten

681

681

 

681

Package4growth

10 000

6 648

 

6 648

Diverse ontvangsten

1 134

1 134

 

1 134

Toelichting op de verplichtingen

De verlaging van de verplichtingen met € 56,9 mln houdt verband met mutaties voor de volgende onderwerpen:

Bijdrage voor de uitvoeringskosten van het Agentschap NL

Een technische correctie op het verplichtingenbudget (– € 42,9 mln) dat beschikbaar is voor de baten-lastendiensten omdat opdrachten aan de baten-lastendiensten administratief niet meer in jaar t-1 maar in jaar t zullen worden verstrekt.

Co-investeringsfaciliteit China en India/Package4Growth

Vanwege vertraging in de uitvoering van projecten wordt het verplichtingenbudget verlaagd met € 10,2 mln. Een nadere toelichting is opgenomen onder de programma-uitgaven (onder Operationele Doelstelling 15.4).

Overig

Daarnaast wordt de verplichtingenraming van het instrument Starters International Business naar beneden bijgesteld met name om deze in overeenstemming te brengen met de beschikbare kas (€ 3,9 mln).

Toelichting op de programma-uitgaven

Operationele Doelstelling 15.1 Bevorderen van vrij internationaal handelsverkeer

(Inter)nationale contributies

De verhoging op dit artikelonderdeel is met name het gevolg van een administratieve verschuiving binnen dit artikel, omdat de raming van de uitgaven voor de (inter)nationale contributies, die voorheen op artikelonderdeel 15.4 stond, voortaan op dit artikelonderdeel plaatsvindt.

Operationele Doelstelling 15.4 Internationalisering Nederlandse bedrijfsleven

Economische samenwerking Programma Samenwerking Oost-Europa (PSO)/Overige Programmatische Aanpak

Voor deze projecten wordt het kasbudget verhoogd met € 6,1 mln vanwege uitfinanciering van in voorgaande jaren aangegane verplichtingen. Deze uitfinanciering was oorspronkelijk geraamd voor voorgaande jaren, maar vindt niet eerder plaats dan in 2012 met name als gevolg van een ingediende beroepszaak.

Co-investeringsfaciliteit China en India/Package4Growth

Het bestaande instrument Package4Growth is in 2012 voor het non-ODA gedeelte omgezet in het instrument Finance for International Business (FIB). Vertraging in de uitwerking van het nieuwe instrumentarium heeft er voor gezorgd dat publicatie in de Staatscourant in juli 2012 heeft plaatsgevonden en de definitieve opdracht aan AgNL in september 2012. Hierdoor is ook vertraging in de uitvoering opgetreden. Vanwege deze vertraging in de uitvoering van projecten wordt het kasbudget verlaagd met € 18,6 mln.

(Inter)nationale contributies

Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar Operationele Doelstelling 15.1 «Bevorderen van vrij internationaal handelsverkeer».

Toelichting op de bijdragen aan baten-lastendiensten

De verlaging van het kasbudget met per saldo € 4,3 mln vindt plaats naar aanleiding van een ramingsbijstelling op grond van het verwachte opdrachtenpakket 2012 en een toegekende prijsbijstelling.

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)

16 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

538 652

599 525

178 185

777 710

Waarvan garantieverplichtingen

       

Uitgaven

555 985

587 023

33 015

620 038

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

 

80,9%

 

97%

         

Programma-uitgaven

367 705

374 725

15 700

390 425

16.1 Versterken concurrentiekracht en verduurzaming agroketens en visserij

97 177

99 466

17 367

116 833

16.2 Borgen voedselveiligheid en -kwaliteit

14 276

15 342

– 2 206

13 136

16.3 Plant- en diergezondheid

26 769

29 478

– 4 651

24 827

16.4 Kennisontwikkeling en innovatie ten behoeve van het groene domein

183 852

184 079

7 322

191 401

16.5 Borgen voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid

45 631

46 360

– 2 132

44 228

         

Bijdragen aan baten-lastendiensten

188 280

212 298

17 315

229 613

Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit

93 336

100 941

23 819

124 760

Dienst Regelingen

83 748

98 206

– 4 914

93 292

Agentschap NL

4 038

5 911

– 1 628

4 283

Dienst Landelijk Gebied

172

254

2

256

Rijksrederij

6 986

6 986

36

7 022

         

Ontvangsten

336 897

340 478

– 42 654

297 824

Douanerechten op landbouwproducten

302 999

302 999

– 50 000

252 999

EU-ontvangsten

5 926

5 926

– 5 102

824

Bijdragen derogatie

4 500

4 500

 

4 500

Ontvangsten visserij

4 993

4 993

 

4 993

Ontvangsten leges

4 000

4 000

– 4 000

 

Interne begrotingsreserve

   

17 394

17 394

Sectorbijdrage I&R, art. 68

2 100

2 100

– 2 100

 

Overige ontvangsten

12 379

15 960

1 154

17 114

Toelichting op de verplichtingen

De verhoging van de verplichtingen met € 178 mln houdt voor € 138 mln verband met een toevoeging voor garantieverplichtingen. Deze verhoging heeft voor € 80 mln betrekking op garantiefaciliteit Landbouw, voor € 50 mln op de garantiefaciliteit Landbouw Plus en voor € 8 mln op de garantiefaciliteit Visserij en betreft de budgettaire verwerking van de overheveling van taken van de Stichting Borgstellingsfonds naar het Rijk. De resterende verhoging hangt grotendeels samen met de uitgavenmutaties.

Toelichting op de programma-uitgaven

Operationele Doelstelling 16.1 Versterken concurrentiekracht en verduurzaming agroketens en visserij

De verhoging met € 17,4 mln houdt voornamelijk verband met de volgende mutaties:

  • Ten behoeve van meer uitgaven op het gebied van visserij onder andere op basis van de regelingen binnen het Europees Visserij Fonds (EVF) vindt verhoging plaats met € 6,8 mln. Compensatie vindt plaats vanuit de interne begrotingsreserve visserij. De nationale financiering behorend bij EVF-subsidies is in het verleden in één keer toegezegd en destijds in de begrotingsreserve visserij gestort. Jaarlijks wordt bezien hoeveel nationale financiering er benodigd is; deze wordt dan aan de begrotingsreserve onttrokken.

  • In 2012 vindt uitfinanciering plaats van de openstellingen van de investeringsregeling duurzame stallen. Op grond hiervan wordt het uitgavenbudget verhoogd met € 3,6 mln. Compensatie vindt plaats vanuit de interne begrotingsreserve landbouw binnen artikel 16. Het betreft hier de uitfinanciering op de openstellingen 2009, 2010 en 2011.

  • Gezien de te verwachten uitkeringen op verliesdeclaraties Garantstelling Landbouw vindt verhoging plaats van de uitgavenraming met € 8,5 mln.

  • Aangezien de kosten voor de uitvoering van het nieuwe mestbeleid lager zijn uitgevallen dan gepland vindt verlaging plaats met € 3,8 mln.

  • In 2012 vindt nog uitfinanciering plaats van de openstellingen 2009 en 2010 van de regeling gecombineerde luchtwassers. Op grond hiervan vindt plaats met € 1,8 mln met compensatie vanuit de begrotingsreserve landbouw.

Operationele Doelstelling 16.3 Plant- en diergezondheid

De verlaging met € 4,7 mln houdt voornamelijk verband met de volgende mutaties:

  • Als gevolg van lagere uitgaven op het gebied van crisisorganisatie dierziekten en op het gebied van dierenwelzijn van gezelschapsdieren en dierenwelzijn van landbouwhuisdieren vindt verlaging plaats met € 2,7 mln.

  • Voor de uitvoering door de Dienst Landbouwkundig Onderzoek van onderzoeksprojecten op het gebied van de diagnostiek met betrekking tot het Schmallenbergvirus vindt verlaging plaats met € 1,7 mln. Deze middelen worden verantwoord op Operationele Doelstelling 16.4.

  • Vanuit EL&I wordt € 1 mln overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van Financiën, onderdeel Douane ten behoeve van controles op dierziekten.

  • De ministeries van I&M, SZW en VWS dragen jaarlijks bij aan de kosten van het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (CTGB). Dit leidt tot een verhoging van de raming van artikel 16 met € 0,6 mln.

Operationele Doelstelling 16.4 Kennisontwikkeling en innovatie ten behoeve van het groene domein

De verhoging met € 7,3 mln houdt verband met de volgende mutaties:

  • Er vindt verhoging plaats met € 5,1 mln voor de uitvoering van diverse onderzoeksprojecten door Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO) op het gebied van onder mestbeleid, gewasbescherming, vaccinontwikkeling, dierenwelzijn en visserij.

  • Een verhoging met € 1,6 mln houdt verband met een extra termijnbetaling ten gunste van 2013 op een programma vaccinimpuls uitgevoerd door de Universiteit van Utrecht. Dit programma richt zich op ontwikkelen van vaccins tegen zoönosen.

  • De toegekende loon- en prijsbijstelling op dit onderdeel bedraagt € 1,3 mln.

  • Er vindt een verlaging plaats met € 0,6 mln op grond van een budgetoverheveling vanuit de begroting van EL&I naar I&M ten behoeve van de uitvoering van projecten door het technologische instituut Deltares. Dit instituut richt zich voornamelijk op rivierdelta’s, kustregio’s en riviergebieden.

Operationele Doelstelling 16.5 Borgen voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid

De verlaging met € 2,1 mln hangt samen met de volgende mutaties:

  • Er is in 2012 sprake van correcties die Brussel aan Nederland heeft opgelegd, de zogenaamde apurementskosten. Deze worden geraamd op € 21 mln en zijn gebaseerd op ontvangen correctiebesluiten. Op de begroting is voor 2012 € 17,3 mln beschikbaar. Het restant van € 3,7 mln wordt aan de interne begrotingsreserve onttrokken en aan het uitgavenbudget toegevoegd. De belangrijkste correctie betreft een bedrag van € 14,5 mln op subsidiebetalingen vanwege het niet toepassen van de controles op het naleven van de randvoorwaarden op het gebied van dierenwelzijn, milieu en diergezondheid over de periode 2005 tot en met 2008 (cross compliance). Daarnaast zijn correcties opgelegd voor het niet toepassen van de controles voor de Bedrijfstoeslagregeling (BTR) over de periode 2007–2010 (€ 2,2 mln), agro-milieumaatregelen over de periode 2007–2009 (€ 2,1 mln), slachtpremies over de periode 2007–2008 (1,6 mln) en BSE-monitoring over de periode 2007–2008 (€ 0,5 mln). Om toekomstige correcties te voorkomen zijn in alle gevallen herstelmaatregelen uitgevoerd.

  • Hiertegenover staat een verlaging van medebewindskosten met € 4,6 mln ten gunste van 2013. Deze verlaging houdt verband met het feit dat de Europese Commissie heeft besloten het systeem van exportrestituties langer te handhaven dan voorzien.

  • Voorts vindt verlaging plaats van € 1,3 mln. Deze houdt hoofdzakelijk verband met minder uitgaven aan interventiekosten en projecten op het gebied van voedselzekerheid.

Toelichting op de bijdragen aan baten-lastendiensten

Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit

De bijdrage aan de NVWA wordt met € 21,4 mln verhoogd. Hiervan houdt € 11,4 mln verband met een bijdrage in het exploitatietekort van de NVWA over 2012. Zoals gemeld in de begroting 2013 komen de opbrengsten van de fusie vertraagd beschikbaar. Hierdoor is er sprake van hogere materiële en personele kosten (huisvesting, ICT en personele kosten ten gevolge van de fusie). Hierop is een maatregelenpakket gevormd. Onderdeel hiervan betreft de afkoop van huurcontracten van niet langer benodigde huisvesting. Ten behoeve van de hier aan verbonden kosten wordt de al bestaande voorziening ten behoeve van afstoot op de balans van de NVWA nu gevoed met € 10 mln.

Tenslotte wordt de bijdrage verhoogd met € 2,6 mln voor de loon- en prijsbijstelling 2012.

Dienst Regelingen

Bij begrotingsvoorbereiding 2012 is vorig jaar een desaldering verwerkt op de bijdrage van Dienst Regelingen ten behoeve van het bruto zichtbaar maken in de begroting van zowel de uitvoeringskosten als de ontvangsten inzake onder meer leges mest en leges Grondkamers. Hierbij is zowel de bijdrage verhoogd met € 6,1 mln als de ontvangstenbegroting. Deze desaldering blijkt onterecht en wordt derhalve weer teruggedraaid aangezien Dienst Regelingen deze ontvangsten in mindering brengt van de uitgaven en ook zodanig in de jaarrekeningen verwerkt.

Hiertegenover is de bijdrage verhoogd met € 1,1 mln voornamelijk in verband met de toegekende loon- en prijsbijstelling 2012.

Toelichting op de ontvangsten

Douanerechten op landbouwproducten

Als gevolg van de economische crisis in Europa is sprake van een afname van de hoeveelheid ingevoerde landbouwproducten. Dit leidt tot een verlaging op dit onderdeel van € 50 mln.

EU-ontvangsten

De lagere ontvangsten zijn het gevolg van lagere vergoedingen van de EU voor opslagkosten van interventievoorraden en lagere ontvangsten voor vervallen waarborgen bij exportrestituties.

Ontvangsten leges

Zie de toelichting bij Dienst Regelingen.

Interne begrotingsreserve

De onttrekkingen uit de interne begrotingsreserve hangen samen met de hogere uitgaven op Operationele Doelstelling 16.1. Het betreft hier de investeringsregeling duurzame stallen, visserijprojecten en de regeling gecombineerde luchtwassers (zie tevens de toelichting bij uitgaven Operationele Doelstelling 16.1). Voorts wordt € 3,7 mln aan de interne begrotingsreserve onttrokken aangezien de apurementskosten dit jaar hoger uitvallen. De toevoeging is verwerkt op de uitgaven onder Operationele Doelstelling 16.5.

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)

17 Groen onderwijs van hoge kwaliteit

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

778 990

793 860

7 704

801 564

Uitgaven

780 891

772 740

6 564

779 304

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

 

98%

 

100%

         

Bekostiging:

695 595

694 807

7 002

701 809

Wageningen Universiteit

155 402

163 249

1 992

165 241

HBO-groen

66 198

76 618

1 273

77 891

MBO-groen

147 674

150 274

1 581

151 855

VOA

9 457

11 457

48

11 505

Wachtgelden

12 573

12 923

64

12 987

VMBO-groen

297 659

272 904

2 000

274 904

Aequor

6 632

7 382

44

7 426

         

Subsidies:

79 053

73 010

– 1 207

71 803

Groene Kennis Coöperatie

4 103

2 403

21

2 424

School als Kenniscentrum

37 257

27 240

165

27 405

Kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs

6 192

7 042

– 1 268

5 774

Aanvullende onderwijssubsidies

6 111

12 254

19 087

31 341

Ontwikkeling en beheer natuurkwaliteit

1 644

2 544

 

2 544

NME/Leren voor Duurzame Ontwikkeling

4 000

1 781

534

2 315

OCW-conforme onderwijssubsidies

19 746

19 746

– 19 746

 
         

Opdrachten:

6 243

4 923

769

5 692

Kennisverspreiding

6 243

4 923

769

5 692

         

Ontvangsten

75

121

4 968

5 089

Toelichting op de verplichtingen

De verhoging hangt nagenoeg volledig samen met de mutaties op de uitgaven.

Toelichting op de bekostiging

De verhoging wordt met name veroorzaakt door loon- en prijsbijstelling (€ 4,6 mln) en het vervallen van de boete voor langstudeerders in het Wetenschappelijk en Hoger Beroepsonderwijs (€ 1,6 mln). Ten slotte is budget toegevoegd vanuit het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voor het Hoger en Middelbaar Beroepsonderwijs uit hoofde van het profileringsfonds HBO en decentrale en uniforme toetsing 2012 Beroepsonderwijs en Volwassen- educatie (BVE) (€ 0,7 mln).

Toelichting op de ontvangsten

De verhoging van de ontvangsten komt voort uit een ontvangst van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) samenhangend met de bekostiging van het onderwijs.

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)

18 Natuur en Regio

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

409 261

414 884

3 168

418 052

Waarvan garantieverplichtingen

   

 

 

Uitgaven

837 888

846 015

– 91 606

754 409

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

 

84,4%

 

100%

         

Programma-uitgaven

717 248

718 485

– 119 085

599 400

18.1 Versterken mainports, brainports, greenports en andere clusters gerelateerd aan topsectoren

174 766

173 642

– 62 040

111 602

18.2 Wederzijds versterken van ecologie en economie

193 788

202 605

– 177 972

24 633

18.3 Behouden van de inter-/nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur

68 748

67 792

26 715

94 507

18.4 Te decentraliseren

279 946

274 446

94 212

368 658

         

Bijdragen aan baten-lastendiensten

120 640

127 530

27 479

155 009

Dienst Landelijk Gebied

83 298

87 307

4 758

92 065

Dienst Regelingen

29 930

31 345

22 361

53 706

Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit

7 412

7 537

57

7 594

Agentschap NL

 

1 341

303

1 644

         

Ontvangsten

112 175

112 291

– 31 103

81 188

Landinrichtingsrente

42 161

42 161

 

42 161

Bijdragen van derden

29 769

29 769

– 12 405

17 364

EU-bijdragen

2 096

2 096

 

2 096

Jachtakten

1 031

1 031

 

1 031

Synergiegelden

16 124

16 124

 

16 124

Verkoop gronden

20 000

20 000

– 20 000

 

Overige

994

1 110

1 302

2 412

Toelichting op de verplichtingen

De hogere verplichtingen zijn het saldo van diverse bijstellingen die ook in de uitgavensfeer zijn verwerkt en een technische bijstelling als gevolg van de administratieve verwerking van de restantverplichtingen voor het programma Zuiderzeelijn.

Toelichting op de programma-uitgaven

Operationele Doelstelling 18.1 Versterken mainports, brainports, greenports en andere clusters gerelateerd aan topsectoren

De verlaging met € 62 mln houdt verband met het volgende:

  • Er vindt een verlaging plaats met € 51,1 mln die verband houdt met de decentralisatie van de ontwikkeling en herstructurering van bedrijventerreinen naar het Provinciefonds en het Gemeentefonds. Uit het convenant hierover tussen VNG, IPO en het Rijk vloeit voort dat waar mogelijk en wenselijk de beschikbare rijksmiddelen worden gedecentraliseerd. Het gaat onder andere om de bedrijventerreinen «Port Valley stadshavens Rotterdam» en het project OLV-Greenport voor de verbetering van de aansluiting van Greenport Aalsmeer en veilingcomplex Flora Holland. Daarnaast worden de nog niet verplichte middelen voor de Zuiderzeelijn overgeheveld naar de noordelijke provincies. Bovendien worden in het kader van de decentralisatie van het Nota Ruimte project Westelijke Dordtse Oever middelen naar het Gemeentefonds overgeheveld.

  • In het decentralisatie akkoord natuur is overeengekomen dat de FES-projecten die onderdeel uitmaken van het ILG worden gedecentraliseerd. Hiertoe worden de betreffende projecten ondergebracht op het begrotingsonderdeel waarop de te decentraliseren middelen zijn geconcentreerd. Op Operationele Doelstelling 18.10 betreft dit het project Mooi Vitaal Delfland, waarbij € 5,3 mln wordt overgeheveld naar het onderdeel «Te decentraliseren/Operationele Doelstelling 18.4».

  • Tenslotte vindt een verlaging plaats met € 5 mln aangezien vanuit het Nota Ruimte project Brainport Avenue middelen worden ingezet voor financiering van het Holst Centre (artikel 12).

Operationele Doelstelling 18.2 Wederzijds versterken van ecologie en economie

De verlaging met € 178 mln houdt voornamelijk verband met het volgende:

  • In het decentralisatie akkoord natuur is overeengekomen dat de FES-projecten die onderdeel uitmaken van het ILG worden gedecentraliseerd. Hierbij worden de betreffende projecten ondergebracht op het begrotingsonderdeel waarop de te decentraliseren middelen zijn geconcentreerd. Op OD18.20 gaat het onder andere om de FES-projecten Veenweidegebieden, Nieuwe Hollandse waterlinie en Recreatie Haarlemmermeer waarbij € 132,6 mln wordt overgeheveld naar het onderdeel «Te decentraliseren» op Operationele Doelstelling 18.4.

  • Er vindt een verlaging plaats met € 10 mln door minder uitgaven voor de afbouw van het Kenniscentrum Recreatie en de Milieu Effect Rapportage en vertragingen die zijn ontstaan in de uitwerking en uitvoering van de Programmatische Aanpak Stikstof en als gevolg van opstartproblematiek bij het in 2012 gestartte beleidsprogramma Natuurlijk Ondernemen.

  • De raming wordt verder verlaagd met € 27,8 mln in verband met de decentralisatie van middelen ten behoeve van werkzaamheden in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) naar het Provinciefonds. Het betreft hier zogenaamde «no-regret»- herstel(beheer) maatregelen. Van de € 27,8 mln wordt € 4,8 mln afgedragen aan het BTW-compensatiefonds.

  • Een verlaging van € 8,8 mln aangezien de bijdrage van I&M voor waterbodemonderzoek aan de provincies in het kader van het ILG niet wordt gerealiseerd. Conform convenant met gemeenten lopen deze uitgaven voor de ILG-periode voortaan rechtstreeks van I&M naar gemeenten. Hierdoor worden op de EZ begroting zowel de uitgaven als de ontvangsten in dit kader niet gerealiseerd.

  • Voorgesteld wordt de raming te verlagen met € 3,5 mln ten behoeve van extra benodigd uitvoeringsbudget voor Dienst Regelingen in het kader van perceelsregistratie en hogere kosten voor bezwaar en beroepsprocedures SNL.

  • Er vindt een verhoging plaats van € 9,1 mln die verband houdt met een kasverschuiving van 2013 naar 2012. Deze is noodzakelijk om de afspraken met betrekking tot de decentralisatie van het project «Recreatie Haarlemmermeer» te kunnen realiseren.

  • De resterende verlaging van € 4,4 mln houdt voornamelijk verband met overboekingen naar de begrotingen van andere departementen waaronder € 2,8 mln naar I&M voor de Milieu Effect Rapportage en de informatieverstrekking uit de Basisregistratie Kadaster.

Operationele Doelstelling 18.3 Behouden van de intern-/nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur

De verhoging met € 26,7 mln houdt grotendeels verband met het feit dat het budget voor rente en aflossing (€ 36,4 mln) niet wordt gedecentraliseerd naar de provincies. Bij het opstellen van de begroting ging EL&I er nog vanuit dat dit wel zou plaatsvinden. Het budget blijft derhalve geraamd op artikel 18. Het Rijk blijft verantwoordelijk voor rente en aflossingen van bestaande leningen voor natuur. Hiertegenover staat een verlaging met € 10 mln. Deze verlaging houdt verband met vertragingen met betrekking tot geplande werkzaamheden op het terrein van programmadirectie N2000, programma’s internationale monitoring en kaderrichtlijn Mariene Strategie/Noordzee en met lagere rente-uitgaven voor de aflossing van Particulier Natuurbeheer (PNB)-leningen als gevolg van de lage rentestand.

Operationele Doelstelling 18.4 Te decentraliseren

Integratie-uitkering natuur

Op 20 september 2011 is een onderhandelingsakkoord getekend tussen Rijk en IPO over de decentralisatie van het natuurbeleid (zie TK 2011–2012, 30 825, nr. 107). Op 7 december 2011 en 8 februari 2012 hebben Rijk en IPO aanvullende afspraken en uitvoeringsafspraken gemaakt. Onderdeel van het akkoord is dat de financiering van de verplichtingen en het beheer tot 2014 in de vorm van een integratie-uitkering plaatsvindt.

Op grond van het akkoord en de aanvullingen en uitvoeringsafspraken hebben de provincies een verdeling van de beschikbare rijksmiddelen gemaakt. De implementatie van het natuurakkoord zal dit jaar plaatsvinden, onder voorbehoud van instemming van de provincies met de verdeling van de middelen, zowel in geld als in grond als uitvloeisel van de in het akkoord afgesproken grond voor grond systematiek. De beschikbare financiële middelen zullen via een integratie-uitkering worden verstrekt, waarover de Tweede Kamer separaat wordt geïnformeerd. Overheveling van de middelen naar het Provinciefonds zal plaatsvinden, nadat de provincies formeel hebben ingestemd met de afrondingsovereenkomsten ILG; dit is voorzien voor november 2012. Derhalve zal overheveling van de middelen ten behoeve van de decembercirculaire van het Provinciefonds bij slotwet worden geëffectueerd.

Op het totaalbedrag van de integratie-uitkering worden nog enkele mutaties doorgevoerd. De uitkering wordt bij Najaarsnota verlaagd voor het bedrag van de aanvulling van de kosten van Dienst Regelingen voor de uitvoering van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer. Conform het Natuurakkoord en daartoe gemaakte uitvoeringsafspraken zijn de gezamenlijke provincies verantwoordelijk voor dekking van de meerkosten (bovenop de rijksbijdrage van € 20 mln) voor uitvoering van de SNL. Deze afspraak wordt geëffectueerd door deze ten laste te brengen van de integratie-uitkering.

Onderdeel van de integratie-uitkering zijn de middelen voor het Faunafonds en Staatsbosbeheer. Omdat de middelen voor 2013 pas bij Voorjaarsnota 2013 zullen worden overgeheveld, zal in 2012 een deel van de middelen voor 2013 voor Faunafonds worden bevoorschot om in de eerste helft van het jaar verlening van tegemoetkomingen in schade veroorzaakt door beschermde wilde dieren te kunnen doen. Dit geldt ook voor de middelen voor Staatsbosbeheer voor het beheer. De hoogte van deze uitkeringen wordt nog bepaald en zal worden verwerkt bij Slotwet.

Tenslotte zullen de voormalige FES-middelen voor synergieprojecten die gefinancierd worden door I&M, niet langer via de begroting van EL&I lopen, maar rechtstreeks door I&M naar het Provinciefonds worden overgeheveld.

Overige mutaties

De verhoging met € 94,2 mln houdt voor verband met de volgende mutaties:

  • Een verhoging met € 137,8 mln vindt plaats gezien in het decentralisatie akkoord natuur is overeengekomen dat de FES-projecten die onderdeel uitmaken van het ILG, worden gedecentraliseerd. Het betreft hier de FES-projecten Greenports, Westerschelde, Veenweidegebieden, Nieuwe Hollandse Waterlinie en Recreatie Haarlemmermeer.

  • Er vindt een verhoging plaats met € 10,8 mln ter nakoming van de afspraken van het Natuurakkoord met de provincies.

  • Er vindt een verlaging plaats met € 36,4 mln in verband met het feit dat het budget voor rente en aflossing niet wordt gedecentraliseerd naar de provincies (zie toelichting bij Operationele Doelstelling 18.3).

  • De raming wordt verder verlaagd met € 16 mln ten gunste van de bijdrage aan Dienst Regelingen conform afspraken in het decentralisatieakkoord Natuur, bevestigd in het bestuurlijk overleg van 17 september jl. die stellen dat de provincies zorg dragen voor het tekort op de uitvoering van de Subsidieregeling Natuur en Landschap (SNL).

  • Ten slotte vindt verlaging plaats met € 3,6 mln in verband met het volgende. Bij begrotingsvoorbereiding 2012 is een budgetoverheveling van € 3,6 mln verwerkt van I&M als bijdrage aan de verdrogingsbestrijding voor de jaren 2011 tot en met 2013. In de oorspronkelijke raming zou deze bijdrage rechtstreeks via de ontvangsten worden gerealiseerd. Hiertoe is in eerdere jaren een meerjarige desaldering verwerkt van € 3,6 mln. Deze wordt thans teruggedraaid (zie tevens ontvangsten).

  • De resterende verhoging met € 1,6 mln houdt voornamelijk verband met de toegekende loon- en prijsbijstelling voor 2012.

Toelichting op de bijdragen aan de baten-lastendiensten

Dienst Landelijk Gebied

De bijdrage aan DLG wordt met € 1,7 mln verhoogd met de voor 2012 toegekende loon- en prijsbijstelling, met € 1 mln in verband met extra uitvoeringskosten ten behoeve van de afronding van beheersplannen in het kader van Natura 2000 projecten. Een verhoging met € 1,3 mln is opgenomen voor werkzaamheden in het kader van het Plattelands Ontwikkelings Plan (POP). De resterende verhoging met € 0,8 mln houdt voornamelijk verband met door DLG uitgevoerde analyses met betrekking tot de Programmatische Aanpak Stikstof.

Dienst Regelingen

De hogere bijdrage aan DR van € 22,4 mln houdt voor € 17,1 mln verband met de uitvoering van de Subsidieregeling Natuur en Landschap (SNL). De bijdrage wordt verder met € 3,5 mln verhoogd ten behoeve van de uitvoeringskosten van DR op het gebied van perceelsregistratie, en extra kosten voor bezwaar en beroepsprocedures. De resterende verhoging met € 1,8 mln houdt verband met kosten die door DR worden gemaakt voor de uitvoering van EFRO-programma’s (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) en de toegekende loon- en prijsbijstelling.

Toelichting op de ontvangsten

Bijdragen van derden

De verlaging met € 12,4 mln houdt voor € 8,8 mln verband met het feit dat de geraamde bijdrage van het Ministerie van I&M voor waterbodemonderzoek aan de provincies in het kader van het ILG niet wordt gerealiseerd (zie de toelichting bij Operationele Doelstelling 18.2 van de programma-uitgaven).

Verder vindt een verlaging plaats met € 3,6 mln aangezien de bijdrage van I&M voor verdrogingsbestrijding niet meer via de ontvangsten wordt gerealiseerd maar via een budgetoverheveling. Dit is reeds bij begrotingsvoorbereiding 2012 verwerkt.

Verkoop gronden

In de begroting zijn ontvangsten geraamd voor een bedrag van € 20 mln uit hoofde van verkoop van rijksgronden. De verkoop betreft gronden buiten de (herijkte) EHS. De geraamde ontvangsten worden in 2012 niet gerealiseerd. De rijksgronden dienen een tweeledig doel. Enerzijds worden de gronden ingezet voor een aantal rijksdoelen, waaronder het realiseren van de verkooptaakstelling. Anderzijds worden ze ingezet om de ontwikkelingsopgaven die in het decentralisatieakkoord natuur zijn afgesproken, te realiseren, namelijk verwerving en inrichting van respectievelijk 17 000 en 40 000 hectare natuur. De totale grondvoorraad voor beide doelen is wel op perceelsniveau vastgelegd, maar niet per doel. Dat maakt de verkoop tot een lastige opgave, omdat achteraf zou kunnen blijken dat verkochte gronden juist nodig blijken te zijn in het kader van de ontwikkelopgave van de provincies. Om beide doelen te kunnen realiseren, wordt in overleg met de provincies gewerkt aan een systeem, waarbij de gronden kunnen worden ingezet voor de ontwikkelopgave, terwijl tegelijkertijd de ontvangstentaakstelling is gegarandeerd. Dit systeem zal recht doen aan de onderlinge verdeling van de grondvoorraad. Verwacht wordt dat het systeem in 2013 operationeel is.

4. DE NIET-BELEIDSARTIKELEN

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)

40 Apparaat

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

464 711

479 173

5 847

485 020

Uitgaven

448 098

462 560

23 387

485 947

         

Personeel kerndepartement

258 600

264 081

– 849

263 232

Materieel kerndepartement

114 761

103 365

15 079

118 444

Personeel buitendiensten

48 373

51 004

2 054

53 058

Materieel buitendiensten

19 506

19 434

1 729

21 163

Baten-lastendiensten

6 858

24 676

5 374

30 050

         

Ontvangsten

15 544

18 780

946

19 726

Ontvangsten kerndepartement

8 612

11 848

349

12 197

Ontvangsten buitendiensten

6 932

6 932

597

7 529

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

De verplichtingen lopen in beginsel synchroon met de kasmutaties bij de hieronder vermelde operationele doelstellingen. Om de verplichtingen in lijn te brengen met de uitgaven, wordt het verplichtingenbudget gecorrigeerd met € 18,2 mln.

Personeel kerndepartement

De verlaging met per saldo € 0,8 mln houdt onder andere verband met een onderuitputting op het HGIS deel van de Agrarische vertegenwoordiging Buitenland van € 1,8 mln en met de toevoeging van de loonbijstellingstranche 2012 (€ 1,1 mln) aan de personeelsbudgetten van het kerndepartement.

Materieel kerndepartement

De verhoging met € 15,1 mln houdt voornamelijk verband met de volgende mutaties:

  • De afkoop van de huren van twee voormalige EZ panden met € 8,8 mln.

  • Een bijdrage voor de uitvoering van projecten in het kader van de digitale dienstverlening met € 3,7 mln.

  • De verdeling van de prijsbijstellingstranche 2012 voor € 2,3 mln.

  • Een onderuitputting op het HGIS deel van de Agrarische vertegenwoordiging Buitenland van

  • € 2,2 mln.

  • Diverse bijstellingen die verband houden met onder andere de invulling van het begrotingsakkoord en de herallocatie van personeel en materieel voor € 2,5 mln.

Personeel buitendiensten

De verhoging met € 2,0 mln houdt voornamelijk verband met de verdeling van de technische loonbijstelling, uitvoering van werkzaamheden vervoerskamer en de uitvoering van de drinkwaterregelgeving door de Nederlandse Mededingingsautoriteit.

Materieel buitendiensten

De verhoging van € 1,7 mln houdt voornamelijk verband met de fusiekosten van de Autoriteit Consument en Markt i.o. (ACM), materiële uitgaven SodM, de prijsbijstellingstranche 2012 en een desaldering voor de uitvoeringskosten van het CPB-project «toekomst van de zorg» waarvoor VWS middelen bijdraagt.

Baten-lastendiensten

De verhoging met € 5 mln houdt verband met de harmonisatie van de ICT in verband met het komen tot een gezamenlijk ICT model en de aanzuivering van het eigen vermogen van de baten-lastendienst DICTU.

Toelichting op de ontvangsten

Ontvangsten buitendiensten

De verhoging van de middelen houdt verband met de desaldering voor de uitvoeringskosten van het CPB-project «toekomst van de zorg».

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)

41 Nominaal en Onvoorzien

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

– 8 788

8 217

– 8 217

0

Uitgaven

– 8 788

8 217

– 8 217

0

 

 

 

   

Prijsbijstelling

– 9 038

0

0

0

Loonbijstelling

11 577

– 11 577

0

Onvoorzien

250

250

– 250

0

In te vullen posten

– 3 610

3 610

0

 

 

 

   

Ontvangsten

 

 

   

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

Prijsbijstelling

De prijsbijstellingstranche 2012 van € 31,2 mln is bij Miljoenennota 2013 toegekend. Bij de 2e suppletoire begroting is de prijsbijstelling 2012 van € 31,2 mln verdeeld over de juridisch verplichte onderdelen (€ 13,5 mln). Daarnaast is het restant van de prijsbijstelling ingezet om knelpunten in de uitvoering op te lossen (€ 17,7 mln).

Loonbijstelling

De loonbijstellingstranche is bij 1e suppletoire begroting toegekend en bij Miljoenennota 2013 verdeeld over de relevante loongevoelige onderdelen.

In te vullen posten

De taakstelling van het Begrotingsakkoord 2013 is bij de Miljoenennota 2013 definitief ingevuld.

5. DE BATEN-LASTENPARAGRAFEN

Dienst ICT Uitvoering (DICTU)

Suppletoire begroting 2012 (Najaarsnota)

Exploitatieoverzicht: Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting naar de stand van de Najaarsnota

 

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+ of –) tot en met de 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

     

Opbrengst moederdepartement

110 920

 

110 920

Opbrengst overige departementen

376

 

376

Opbrengst derden

     

Rentebaten

     

Bijzondere baten

 

5 302

5 302

Totaal baten

111 296

5 302

116 598

       

Lasten

     

Apparaatskosten

     

– personele kosten

44 059

1 247

45 306

– materiële kosten

57 649

4 055

61 704

Rentelasten

1 000

 

1 000

Afschrijvingskosten

     

– materieel

3 146

 

3 146

– immaterieel

5 442

 

5 442

Overige lasten

     

– dotaties voorzieningen

     

– bijzondere lasten

     

Totaal lasten

111 296

5 302

116 598

       

Saldo van baten en lasten

0

0

0

Toelichting

De totale baten en lasten worden met € 5,3 mln naar boven bijgesteld. Het betreft de volgende onderdelen:

  • In 2012 is gebleken dat de licentiepositie van EZ voor het gebruik van diverse ICT-producten niet in overeenstemming is met de werkelijke situatie. Uit de neergelegde claims door betreffende partijen is een bedrag uitonderhandeld van € 3,8 mln welke DICTU moet betalen.

  • De Algemene Rekenkamer heeft EZ op het terrein van informatiebeveiliging een onvolkomenheid gegeven. De kosten om het algemene beveiligingsniveau van het gehele kerndepartement EZ naar een hoger plan te tillen bedragen in 2012 € 1 mln.

  • Tenslotte leidt de per 1 oktober 2012 ingevoerde BTW-verhoging van 19% naar 21% voor DICTU in 2012 tot € 0,2 mln extra kosten.

  • De bijdrage is daarnaast nog bijgesteld met € 0,3 mln in verband met de overheveling van het budget bestuursdienst naar de baten-lastendienst, de technische loonbijstelling 2012 en de verdeling van de prijsbijstelling 2012.

Kasstroomoverzicht: Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting naar de stand van de Najaarsnota

Bedragen x € 1 000
   

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

 

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+ of –) tot en met de 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2012

0

 

0

2.

Totaal operationele kasstroom

8 588

 

8 588

 

Totaal investeringen (-/-)

– 8 588

 

– 8 588

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

     

3.

Totaal investeringkasstroom

– 8 588

 

– 8 588

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

     
 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

     
 

Aflossingen op leningen (-/-)

– 8 588

 

– 8 588

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

8 588

 

8 588

4.

Totaal financieringskasstroom

0

 

0

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2012 (=1+2+3)

0

 

0

Dienst Regelingen (DR)

Suppletoire begroting 2012 (Najaarsnota)

Exploitatieoverzicht: Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting naar de stand van de Najaarsnota

 

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+ of –) tot en met de 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

     

Opbrengst moederdepartement

109 771

37 526

147 297

Opbrengst overige departementen

3 798

– 2 314

1 484

Opbrengst derden

19 882

– 5 651

14 231

Rentebaten

50

– 40

10

Bijzondere baten

0

 

0

Totaal baten

133 501

29 521

163 022

       

Lasten

     

Apparaatskosten

     

– personele kosten

65 449

24 024

89 473

– materiële kosten

55 535

4 354

59 889

Rentelasten

562

– 62

500

Afschrijvingskosten

     

– materieel

492

 

492

– immaterieel

11 463

613

12 076

Overige lasten

     

– dotaties voorzieningen

0

   

– bijzondere lasten

0

126

126

Totaal lasten

133 501

29 055

162 556

       

Saldo van baten en lasten

0

466

466

Toelichting

Baten

Opbrengst moederdepartement

De hogere opbrengst moederdepartement van € 37,5 mln houdt verband met bijstelling van het opdrachtenpakket (€ 17,7 mln), grotendeels ten behoeve van de financiering van de uitvoering van Europese regelingen en behorend bij de eerste suppletoire begrotingsmutatie.

Daarnaast is voor de uitvoering van de Subsidieregeling Natuur en Landschap (SNL) een bedrag van € 17,1 mln toegevoegd, welke behoort tot een mutatie bij de tweede suppletoire begroting. Ten tijde van de opstelling van de ontwerpbegroting waren deze bedragen om technische redenen nog niet in de ramingen opgenomen. De overige € 2 mln houdt verband met een alternatieve dekking voor het aangenomen amendement Koopmans inzake GROEN en DOEN, waarbij de bijdrage aan Dienst Regelingen in de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2012 is verlaagd met € 2 mln. Voorts is de bijdrage aangepast met € 0,7 mln voornamelijk als gevolg van de toegekende loon- en prijsbijstelling.

Opbrengst overige departementen

De mutatie, ad. – € 2,3 mln, heeft betrekking op het aanpassen van de begroting aan de prognose voor 2012. Enerzijds is dit het gevolg van het aflopen van opdrachten, zoals de stroomstoring Bommelerwaard, anderzijds is een aantal opdrachten die in de begroting onder «overige departementen» waren opgenomen, nu opgenomen onder de opbrengst moederdepartement.

Opbrengst derden

De mutatie, ad. – € 5,6 mln, heeft betrekking op het aanpassen van de begroting aan de prognose voor 2012. Dit is het gevolg van het aflopen van opdrachten, onder meer voor het Faunafonds.

Lasten

Apparaatskosten

De bijstelling van het opdrachtenpakket ligt ten grondslag aan de verhoogde personele en materiële lasten. Door de verhoging van de opdrachten waren er meer FTE benodigd alsmede materieel.

Kasstroomoverzicht: Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting naar de stand van de Najaarsnota

Bedragen x € 1 000
   

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

 

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+ of –) tot en met de 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2012

16 712

– 9 395

7 317

2.

Totaal operationele kasstroom

11 955

1 079

13 034

 

Totaal investeringen (-/-)

– 12 500

 

– 12 500

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

 

0

3.

Totaal investeringkasstroom

– 12 500

 

– 12 500

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

 

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

 

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

– 9 985

– 2 323

– 12 308

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

8 500

 

8 500

4.

Totaal financieringskasstroom

– 1 485

– 2 323

– 3 808

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2012 (=1+2+3)

14 682

– 10 639

4 043

Dienst Landelijk Gebied (DLG)

Suppletoire begroting 2012 (Najaarsnota)

Exploitatieoverzicht: Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting naar de stand van de Najaarsnota

 

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+ of –) tot en met de 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd (prognose per 31-12-2012)

Baten

     

Opbrengst moederdepartement

85 900

6 421

92 321

Opbrengst overige departementen

5 791

0

5 791

Opbrengst derden

14 205

0

14 205

Rentebaten

50

0

50

Bijzondere baten

0

0

0

Totaal baten

105 946

6 421

112 367

       

Lasten

     

Apparaatskosten

     

– personele kosten

73 232

2 300

75 532

– materiële kosten

33 094

1 121

34 215

Rentelasten

420

0

420

Afschrijvingskosten

     

– materieel

1 200

0

1 200

– immaterieel

1 000

0

1 000

Overige lasten

     

– dotaties voorzieningen

0

0

0

– bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

108 946

3 421

112 367

       

Saldo van baten en lasten

– 3 000

3 000

0

Toelichting

Baten

Opbrengst moederdepartement

Ten opzichte van de begroting is er sprake van een verhoging van de bijdrage aan DLG met € 6,4 mln. Voor de uitvoering van beheerplannen Natura 2000 is € 4,6 mln bijgedragen, voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie € 0,5 mln en voor het plattelandsontwikkelingsprogramma € 1,3 mln.

Lasten

Apparaatskosten

Voor de additionele opdrachten maakt DLG extra personele en materiële kosten. De kosten zijn naar rato van de oorspronkelijk vastgestelde begroting verdeeld over personele en materiële kosten.

Kasstroomoverzicht: Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting naar de stand van de Najaarsnota

Bedragen x € 1 000
   

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

 

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+ of –) 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2012

10 299

17 077

27 376

2.

Totaal operationele kasstroom

2 200

300

2 500

 

Totaal investeringen (-/-)

– 2 315

15

– 2 300

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

70

70

3.

Totaal investeringkasstroom

– 2 315

85

– 2 230

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

0

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

– 2 116

– 884

– 3 000

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

2 315

– 2 315

0

4.

Totaal financieringskasstroom

199

– 3 199

– 3 000

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2012 (=1+2+3)

10 383

14 263

24 646

Agentschap Nederland (AgNL)

Suppletoire begroting 2012 (Najaarsnota)

Exploitatieoverzicht: Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting naar de stand van de Najaarsnota

 

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+ of –) tot en met de 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

     

Opbrengst moederdepartement

173 084

11 652

184 736

Opbrengst overige departementen

66 415

– 1 591

64 824

Opbrengst derden

7 090

36

7 126

Rentebaten

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

Totaal baten

246 589

10 097

256 686

       

Lasten

     

Apparaatskosten

     

– personele kosten

163 160

– 5 344

157 816

– materiële kosten

80 469

15 179

95 648

Rentelasten

0

0

0

Afschrijvingskosten

     

– materieel

2 960

12

2 972

– immaterieel

0

0

0

Overige lasten

     

– dotaties voorzieningen

0

0

0

– bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

246 589

9 847

256 436

       

Saldo van baten en lasten

0

250

250

Toelichting

Baten

Opbrengst moederdepartement

De begrote bijdrage moederdepartement aan AgNL is bijgesteld als gevolg van de aanvullende opdracht die is verleend voor de Research en Development Aftrek (RDA, € 6,5 mln). Verder is de begroting als gevolg van een herschikking van de verschillende geldstromen (beleids- versus apparaatsgelden) verhoogd met € 4,6 mln. Daarnaast is voor de subsidieregeling Zonnepanelen een bedrag van € 0,5 mln aan uitvoeringskosten geraamd.

Lasten

Apparaatskosten

De afname van de personeelskosten is het gevolg van de verwachte lagere bezetting en lagere overige personeelskosten.

De materiële kosten stijgen door toename van directe uitvoeringskosten en kosten voor uitvoering van automatiseringsprojecten ter bevordering van de efficiency.

Kasstroomoverzicht: Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting naar de stand van de Najaarsnota

Bedragen x € 1 000
   

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

 

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+ of –) tot en met de 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2012

58 707

7 026

65 733

2.

Totaal operationele kasstroom

2 717

262

2 979

 

Totaal investeringen (-/-)

– 2 440

1 080

– 1 360

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringkasstroom

– 2 440

1 080

– 1 360

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

1 150

– 1 150

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

0

0

0

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

0

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

1 150

– 1 150

0

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2012 (=1+2+3)

60 134

7 218

67 352

Toelichting

De investering voor huisvesting valt in 2012 lager uit dan begroot.

De bij begroting geraamde financieringskasstroom van € 1,15 mln in verband met herhuisvesting van de divisie NL EVD Internationaal is komen te vervallen omdat deze reeds in 2011 is ontvangen.

Agentschap Telecom (AT)

Suppletoire begroting 2012 (Najaarsnota)

Exploitatieoverzicht: Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting naar de stand van de Najaarsnota

 

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+ of –) tot en met de 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

     

Opbrengst moederdepartement

12 493

1 055

13 548

Opbrengst overige departementen

86

30

116

Opbrengst derden

19 256

– 1 572

17 684

Rentebaten

20

20

40

Bijzondere baten

100

0

100

Totaal baten

31 955

– 467

31 488

       

Lasten

     

Apparaatskosten

29 553

– 219

29 334

– personele kosten

19 650

– 892

18 758

– materiële kosten

9 903

673

10 576

Rentelasten

57

0

57

Afschrijvingskosten

2 295

– 350

1 945

– materieel

2 295

– 427

1 868

– immaterieel

0

77

77

Overige lasten

50

0

50

– dotaties voorzieningen

50

0

50

– bijzondere lasten

     

Totaal lasten

31 955

– 569

31 386

       

Saldo van baten en lasten

0

102

102

Toelichting

Baten

Opbrengst moederdepartement

De mutatie op de opbrengst Moederdepartement heeft betrekking op meerwerk ten behoeve van de Multibandveiling. Door wijzigingen in de beleidsuitgangspunten, in de projectplanning en in de ministeriële regeling zijn de kosten voor de uitvoering van de opdracht toegenomen.

Opbrengst derden

De opbrengst derden neemt af doordat de vraag naar straalverbindingen kleiner is dan oorspronkelijk voorzien.

Lasten

Apparaatskosten

De personele kosten vallen lager uit, omdat de bezetting lager is dan oorspronkelijk begroot.

De materiële kosten nemen met name toe doordat voor de uitvoering van de Multibandveiling meer gebruik moet worden gemaakt van externe diensten.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten nemen af doordat er minder geïnvesteerd wordt dan voorzien en door de overdracht van activa een DICTU.

Kasstroomoverzicht: Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting naar de stand van de Najaarsnota

Bedragen x € 1 000
   

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

 

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+ of –) tot en met de 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2012

6 986

731

7 717

2.

Totaal operationele kasstroom

2 345

– 248

2 097

 

Totaal investeringen (-/-)

– 3 000

1 853

– 1 147

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

 

0

 

3.

Totaal investeringkasstroom

– 3 000

1 853

– 1 147

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

– 62

– 380

– 442

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

0

 
 

Aflossingen op leningen (-/-)

– 530

61

– 469

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

0

   

4.

Totaal financieringskasstroom

– 592

– 319

– 911

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2012 (=1+2+3)

5 739

2 017

7 756

Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA)

Suppletoire begroting 2012 (Najaarsnota)

Exploitatieoverzicht: Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting naar de stand van de Najaarsnota

Bedragen x € 1 000
 

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+ of –) tot en met de 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

     

Opbrengst moederdepartement

94 314

26 430

120 744

Opbrengst overige departementen

71 831

69

71 900

Opbrengst DGF

500

540

1 040

Bijzondere bijdrage moederdepartement

0

10 000

10 000

Opbrengst derden

62 800

– 5 250

57 550

Rentebaten

100

– 12

88

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Overige baten

3 000

800

3 800

Totaal baten

232 545

32 577

265 122

       

Lasten

     

Apparaatskosten

     

– personele kosten

149 339

18 638

167 977

– materiële kosten

66 854

12 786

79 640

Rentelasten

1 343

– 568

775

Afschrijvingskosten

 

 

 

– materieel

6 821

– 1 450

5 371

– immaterieel

7 688

– 2 966

4 722

Overige lasten

     

– dotaties voorzieningen

500

10 056

10 556

– bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

232 545

36 497

269 042

       

Saldo van baten en lasten

0

– 3 920

– 3 920

Toelichting

Baten

Opbrengst moederdepartement

In 2012 is de opbrengst moederdepartement € 26,4 mln hoger dan begroot:

  • Bij Voorjaarsnota is het opdrachtenpakket 2012 in overeenstemming gebracht met het werkpakket 2012. Hierbij is € 4,7 mln toegevoegd aan begroting NVWA ten behoeve van werkzaamheden op het gebied van dierverwaarlozing, diertransport, antibiotica, visstroperij en vangstverbond dioxinebepaling, verplichting EU regelgeving en meststoffen.

  • Bij Voorjaarsnota is een technische correctie aangebracht op het personeelsbudget NVWA van € 1,0 mln ten gevolge van het opheffen van de zogenaamde centrale bestuursdienst EL&I.

  • Bij Voorjaarsnota is € 2 mln aan het NVWA budget toegevoegd ten behoeve van de vernietiging van illegaal ingevoerd Turks stro. Deze mutatie is bij Najaarsnota voor € 1,8 mln teruggedraaid omdat deze kosten zijn gedekt uit het eigen vermogen van de NVWA.

  • Bij Najaarsnota is het budget met € 1,8 mln verhoogd ten behoeve van meerwerk voor de NVWA en voor de bestrijding van schadelijke organismen zoals Boktor en Pepper Weevil.

  • Bij Najaarsnota heeft de NVWA € 2,8 mln compensatie ontvangen voor de niet-kostendekkende tarieven voor kleine slachterijen en in het kader van de afspraken uit het roodvleesconvenant.

  • Bij Najaarsnota is € 1,8 mln toegevoegd voor de compensatie van hogere ABP premies.

  • De NVWA heeft in 2012 voor € 2,7 mln aan werkzaamheden uitgevoerd die waren gestart in 2011 (zogenaamd «onderhanden werk»).

  • In de begroting 2013 is aangeven dat de ingeboekte besparingen van de fusie vertraagd beschikbaar komen. Dit komt mede doordat vanwege de slechte markt voor kantoorgebouwen de overtollige huisvesting moeilijk kan worden afgestoten. Hierdoor was er in 2012 sprake van hoger dan begrote kosten op gebied van huisvesting, ICT en personele kosten ten gevolge van de fusie. Het hierdoor ontstane tekort van € 11,4 mln in aangevuld bij Najaarsnota.

Bijzondere bijdrage moederdepartement

In de Kamerbrief naar aanleiding van de motie Jacobi wordt het maatregelenpakket beschreven waarmee bovenstaande huisvestingskosten worden afgebouwd. Onderdeel hiervan bedraagt de afkoop van huurcontracten van overtollige huisvesting in 2013 en 2014 zodat door afstoot een structurele besparing op huisvesting kan worden gerealiseerd. Hiervoor is bij Najaarsnota € 10 mln toegevoegd aan de huisvestingsvoorziening op de balans van de NVWA.

Opbrengsten derden

Minder opbrengsten derden ad € 5,3 mln omdat er door de economische crisis minder werkaanbod is en de vernieuwing van het toezicht leidt tot een meer efficiëntere uitvoering.

Overige baten

Meer EU projecten worden uitgevoerd voor een bedrag van € 0,8 mln.

Lasten

Personele lasten

  • Als gevolg van de opheffing van de centrale bestuursdienst EL&I en ten behoeve van compensatie hogere ABP premies stijgen de loonkosten met € 2,8 mln.

    De stijging van de opbrengsten door toename van het opdrachtenpakket is gepaard gegaan met een grotere formatie. Daardoor stijgen de p-kosten.

    De plaatsingsprocedure in het fusieproces en de toepassing van het reorganisatiebesluit hebben er toe geleid dat er meer P-kosten zijn dan vooraf begroot.

    De harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden heeft geleid tot een additionele kostenpost. Het totaal van deze drie posten bedraagt € 8,6 mln.

  • De personele lasten zijn € 7,2 mln hoger door extra inhuur, noodzakelijk voor de hier boven geschetste extra opdrachten in het primaire proces. Daarnaast heeft extra inhuur plaatsgevonden voor vervanging van senior Toezichthoudend Dierenartsen die in het kader van de noodzakelijke verbetering (Vanthemsche onderzoek) aan interne begeleiding doen. Eveneens heeft nog tijdelijke inhuur plaatsgevonden voor specialistische ondersteuning bij afronding van de fusie.

Materiële kosten

De afwikkeling van de fusie vergt extra kosten doordat de verwachte effecten op gebied van ICT (nog) niet gerealiseerd konden worden en de afstoot van overtollige laboratoria en kantoren in de huidige stagnerende markt tegenvalt. De kosten bedragen € 11,4 mln. De overige materiële kosten vallen € 1,5 mln hoger uit.

Rentelasten

Door getemporiseerde investeringen zijn minder leningen afgeroepen (met eveneens een lagere rentevoet) met lagere rentelasten van € 0,6 mln tot gevolg.

Afschrijvingskosten

Door getemporiseerde investeringen zijn de afschrijvingskosten € 4,4 mln lager.

Dotaties voorzieningen

Dotatie aan voorziening leegstand gebouwen ad € 10 mln. in verband met afkoop huurverplichtingen laboratoria in 2013/2014.

Saldo van baten en lasten

Door het exploitatietekort per 31-12-2012 ad € 3,920 mln wordt na resultaatbestemming in 2013 het eigen vermogen van de NVWA teruggebracht tot nul.

Kasstroomoverzicht: Opbouw vanaf de stand ontwerpbegroting naar de stand van de Najaarsnota

Bedragen x € 1 000
   

(1)

(2)

(3)=(1)+(2)

 

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+ of –) tot en met de 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2012

3 057

35 374

38 431

2.

Totaal operationele kasstroom

11 943

– 8 538

3 405

 

Totaal investeringen (-/-)

– 11 681

0

– 11 681

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringkasstroom

– 11 681

0

– 11 681

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

Eenmalige storting door het moededepartement (+)

0

0

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

– 10 426

0

– 10 426

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

11 681

0

11 681

4.

Totaal financieringskasstroom

1 255

0

1 255

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2012 (=1+2+3)

4 574

26 836

31 410

Toelichting op de mutaties staat van baten en lasten

Rekening courant RHB

De stand rekening-courant RHB per 1-1-2012 is € 35,4 mln positiever uitgevallen dan oorspronkelijk werd verwacht. Dit verschil wordt veroorzaakt door:

  • Een hogere operationele kasstroom in 2011 ad € 36,7 mln als gevolg van:

    • Een bijdrage bij Najaarsnota 2011 aan de voorziening herplaatsingskandidaten door EL&I van € 12,5 mln en het Ministerie van VWS van € 10 mln;

    • Een hogere bijdrage bij Najaarnota 2011 van € 10,6 mln in verband met de vertraagde uitstroom van boventallig personeel (€ 5,4 mln), compensatie voor niet- kostendekkende tarieven en voor hogere kosten in verband met inhuur externen en ICT (€ 1,8 mln);

    • Een bijdrage bij Slotwet 2011 ad € 2,3 mln in verband met besparingsverlies op de fusie en hogere uitgaven in het kader van het Sociaal Flankerend Beleid;

    • Overige balansmutaties ad € 1,3 mln.

  • Een lagere investeringskasstroom in 2011 ad € 4,3 mln.

  • Een lagere financieringskasstroom in 2011 ad – € 5,6 mln.

Operationele kasstroom

Het verschil in de operationele kasstroom in 2012 ad – € 8,5 mln wordt veroorzaakt door per saldo onttrekkingen aan de voorzieningen (– 3,1 mln), overige balansmutaties: (–  € 1,5 mln) en door het verwachte resultaat 2012 (– € 3,9 mln).

Naar boven