33 480 IXB Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2012 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2012 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB).

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Wetsartikel 3

De afwijkingsbepaling van de Comptabiliteitswet 2001 hangt samen met de invoering van de nieuwe begrotingspresentatie «Verantwoord Begroten». Over Verantwoord Begroting (VB) is uitgebreid met de Tweede Kamer overleg gevoerd (Kamerstukken II, 2011/12, 31 865, nr. 26 e.a.). Deze afwijking betreft een tijdelijke voorziening, die noodzakelijk is, omdat de departementen met instemming van de Minister van Financiën de begroting 2012 voor een deel al conform Verantwoord Begroten hebben opgesteld. In aansluiting daarop dienen ook de jaarverslagen in overeenstemming met de VB-richtlijnen opgesteld te (kunnen) worden. Op afzienbare termijn wordt een zesde wijziging van de Comptabiliteitswet 2001 bij de Tweede Kamer ingediend, waarmee een structurele aanpassing van de Comptabiliteitswet 2001 aan VB wordt doorgevoerd.

De afwijkingsbepaling is dus relevant voor alle jaarverslagen en niet alleen voor de jaarverslagen waarvoor de Minister van Financiën verantwoordelijk is.

De minister van Financiën, mede namens De minister voor Wonen en Rijksdienst, J.R.V.A. Dijsselbloem

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

Deze 2e suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2012. De begroting bestaat uit 7 beleidsartikelen en 3 niet- beleidsartikelen. De beleidsartikelen weerspiegelen bijna het gehele werkterrein van het Ministerie van Financiën; het beheer van de staatsschuld en het kasbeleid zijn opgenomen in de begroting van Nationale Schuld (IX-A).

In paragraaf 2.1 is een overzicht opgenomen van de belangrijkste mutaties (≥ € 10 mln.).

Paragraaf 2.2 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid.

Na de tabel budgettaire gevolgen van beleid wordt een toelichting op de cijfers uit de kolom «mutaties Najaarsnota» gegeven. De mutaties kunnen zowel beleidsmatig als financieel-technisch (bijvoorbeeld overboekingen en ramingsbijstellingen) van aard zijn. Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften behoeven de technische mutaties niet te worden toegelicht. Ter vergroting van de informatiewaarde is ervoor gekozen een korte toelichting bij alle programmamutaties op te nemen.

2. Het beleid

2.1. Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties

De belangrijkste mutaties (≥ € 10 mln.) zijn in onderstaande tabellen samengevat en worden daarna toegelicht. Voor een uitgebreidere toelichting wordt verwezen naar de toelichting bij het betreffende artikel.

Tabel: overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties (x € 1000)
 

Uitgaven

Artikel

Stand begroting t/m ISB ESM

12 602 513

 

Stand begroting t/m ISB EIB

11 552 095

 
     

Belangrijkste suppletoire mutaties:

   
     

1) Heffings- en invorderingsrente

– 110 000

1

2) Uitgaven ING back-up faciliteit

318 000

3

3) Schade-uitkering EKV

– 60 000

5

4) BTW-Compensatiefonds

– 418 441

6

5) Apparaatuitgaven Kerndepartement

– 10 435

8

6) Loonbijstelling

– 13 665

10

7) Overige uitgaven (saldo)

5 395

 

Stand 2e suppletoire begroting 2012

11 262 949

 

Toelichting

  • 1. De raming is neerwaarts bijgesteld met € 110 mln., als gevolg van de lage rentestanden.

  • 2. Doordat elke dollar die binnenkomt wordt gebruikt om de verplichting onder de IABF versneld af te bouwen, is de raming van de funding fee opwaarts bijgesteld (zie ook toelichting ontvangsten IABF).

  • 3. In 2012 zijn tot op heden minder schades uitgekeerd dan werd verwacht. Op basis van deze ontwikkeling worden de geraamde schade-uitkeringen neerwaarts bijgesteld.

  • 4. Deze mutatie betreft voornamelijk een ramingsbijstelling op grond van voorlopige realisatiecijfers van de Belastingdienst. De verwachting is dat gemeenten en provincies minder zullen declareren.

  • 5. De mutatie bij het apparaat van het kerndepartement wordt voornamelijk verklaard door een technische overheveling van een deel van het materiële budget naar beleidsartikel 1.

  • 6. De mutatie wordt veroorzaakt door het verdelen van de loonbijstelling over de organisatieonderdelen van het ministerie van Financiën. De loonbijstelling was tijdelijk geparkeerd op artikel 10.

Tabel: overzicht belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties (x € 1000)
 

Ontvangsten

Artikel

Stand begroting t/m ISB ESM

129 887 160

 

Stand begroting t/m ISB EIB

124 619 271

 
     

Belangrijkste suppletoire mutaties:

   
     

1) Belastingontvangsten

– 2 586 509

1

2) Heffings- en invorderingsrente

– 120 000

1

3) Ontvangsten boetes en schikkingen

17 000

1

4) Ontvangsten IJsland

290 865

2

5) Dividend staatsdeelnemingen

42 007

3

6) Winstafdracht DNB

– 670 506

3

7) Opbrengst onttrekking vermogenstitels

12 000

3

8) Dividend financiële instellingen

– 368 698

3

9) Aflossing kapitaalversterking ING

– 2 250 000

3

10) Couponbetaling kapitaalversterking ING

– 1 125 000

3

11) Ontvangsten ING back-up faciliteit

318 000

3

12) BTW- Compensatiefonds

– 418 441

6

13) Vervreemding RVOB

– 29 999

7

14) Overige ontvangsten (saldo)

– 1 974

 

Stand 2e suppletoire begroting 2012

117 728 016

 

Toelichting

  • 1. Voor een toelichting op de belastingontvangsten wordt verwezen naar de Najaarsnota.

  • 2. De raming is neerwaarts bijgesteld met € 120 mln., als gevolg van de lage rentestanden.

  • 3. De raming van de ontvangsten boetes en schikkingen is verhoogd, op basis van de hogere realisaties.

  • 4. Uit de boedel van de failliete Landsbanki heeft Nederland twee boedeluitkeringen van de vorderingen ontvangen ad € 197,3 mln. en € 93,6 mln.

  • 5. Bij de te ontvangen dividenden van de Staatsdeelnemingen doen zich meevallers voor. Deze meevallers worden voornamelijk veroorzaakt door Tennet en Schiphol.

  • 6. Mede met het oog op de risico’s die DNB loopt, is vanuit behoedzaamheidsoverwegingen besloten om vooralsnog geen rekening te houden met de mogelijkheid dat DNB over 2012 een interim-dividend uitkeert. Daarom is de raming in 2012 naar beneden bijgesteld (uitgebreide toelichting bij beleidsartikel 3).

  • 7. Deze mutatie betreft een superdividend uitkering van twee staatsdeelnemingen in afbeheer (Rechterland N.V. en Thales).

  • 8. ABN AMRO geeft aan in 2012 geen interim-dividend uit te zullen uitkeren. ABN AMRO geeft als achterliggende reden dat het gezien de marktomstandigheden, economisch klimaat, eurocrisis, onzekere vooruitzichten en invoering van Basel 3 in 2013 verstandig is om een sterke kapitaalpositie te hebben.

  • 9. De Staat en ING hebben met de Europese Commissie een akkoord bereikt over de herstructureringsmaatregelen die ING moet uitvoeren en de terugbetaling van de nog uitstaande core tier 1-securities ter waarde van EUR 3 miljard. Deze mutatie betreft de bijstelling van de raming voor het jaar 2012 (uitgebreide toelichting bij beleidsartikel 3).

  • 10. Zie toelichting nummer 9.

  • 11. De opwaartse bijstelling van de portefeuilleontvangsten is het gevolg van enerzijds vervroegde aflossingen op de hypotheken en anderzijds verliezen die lager zijn daar waarmee rekening was gehouden in de raming.

  • 12. De ontvangsten zijn gelijk aan de uitgaven omdat de terugbetaalde btw- bedragen tevens belastinginkomsten zijn. Zie ook toelichting bij de uitgaven.

  • 13. De verkoopopbrengsten onroerende zaken blijven door de slechte economische situatie achter bij de raming. Een deel van de opbrengsten wordt in 2013 gerealiseerd.

2.2 De beleidsartikelen

Artikel 1 Belastingen

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 1 Belastingen Bedragen x € 1 000

Algemene beleidsdoelstelling: Het genereren van inkomsten voor de financiering van overheidsbeleid. Solide, eenvoudige en fraudebestendige fiscale wet- en regelgeving is hiervoor de basis. Doeltreffende en doelmatige uitvoering van die wet- en regelgeving zorgen er voor dat burgers en bedrijven bereid zijn hun wettelijke verplichtingen ten aanzien van de Belastingdienst na te komen (compliance).

Stand begroting t/m ISB ESM

Stand suppletoire begroting VJN incl. ISB EIB

Mutaties (+ of –) NJN 2012

Stand NJN 2012

Verplichtingen

3 544 852

3 309 863

– 101 767

3 208 096

         

Uitgaven (1) + (2)

3 544 852

3 309 863

– 101 767

3 208 096

 

       

(1) Programma-uitgaven

766 244

506 444

– 110 000

396 444

         

Rente

       

Heffings- en invorderingsrente

760 530

500 530

– 110 000

390 530

Rentevergoeding depotstelsel

       
         

Bekostiging

       

Proceskosten

3 536

3 536

 

3 536

Overige programma-uitgaven

2 178

2 378

 

2 378

 

       

(2) Apparaatsuitgaven

2 778 608

2 803 419

8 233

2 811 652

         

Personele uitgaven

2 026 257

2 052 197

– 2 881

2 049 316

waarvan: Eigen personeel

1 904 682

1 930 592

– 5 181

1 925 411

waarvan: Inhuur externen

121 575

121 605

2 300

123 905

         

Materiële uitgaven

752 351

751 222

11 114

762 336

waarvan: ICT

165 517

165 517

1 136

166 653

waarvan: Bijdrage SSO's

195 611

195 611

7 343

202 954

         

Ontvangsten (3) + (4)

118 134 875

111 614 286

– 2 691 509

108 922 777

         

(3) Programma-ontvangsten

118 124 903

111 594 314

– 2 691 509

108 902 805

         

Belastingontvangsten

117 065 150

110 784 561

– 2 586 509

108 198 052

         

Rente

       

Heffings- en invorderingsrente

740 000

490 000

– 120 000

370 000

         

Boetes en schikkingen

       

Ontvangsten boetes en schikkingen

132 477

132 477

17 000

149 477

         

Bekostiging

       

Kosten vervolging

187 276

187 276

– 2 000

185 276

         

(4) Apparaatsontvangsten

9 972

19 972

 

19 972

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Heffings- en invorderingsrente (– € 110,0 mln.)

De raming is neerwaarts bijgesteld met € 110 mln., als gevolg van de lage rentestanden.

Apparaatuitgaven (+ € 8,0 mln.)

De mutatie in de apparaatuitgaven van de Belastingdienst betreft een saldo van ontvangen loon- en prijsbijstelling van circa € 30 mln. enkele technische mutaties en overboekingen voor in totaal circa € 13 mln. en een kasschuif ad € 35 mln.

De kasschuif bedraagt € 35 mln. en is o.a. voor noodzakelijke uitgaven – zoals investeringen in detectiesystemen t.b.v. douanecontroles – die in 2013 in plaats van in 2012 zullen worden gerealiseerd.

Ontvangsten

Belastingontvangsten ( – € 2 586,5 mln.)

In de Najaarsnota 2012 zijn de mutaties in de belastingontvangsten toegelicht. De aansluiting met de bedragen in de begrotingstoelichting (beleidsartikel 1, tabel budgettaire gevolgen van beleid) is als volgt:

Aansluittabel art. 1

Stand ontwerpbegroting (1)

Mutaties 1e suppletoire begroting (2)

Stand 1e suppletoire begroting (3)=(1+2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (4)

Stand 2e suppletoire begroting (5)=(3+4)

Totaal belastingontvangsten

139 639 687

– 6 094 331

133 545 356

– 2 807 147

130 738 209

– /- Afdracht Gemeentefonds

– 18 334 127

– 138 707

– 18 472 834

– 8 847

– 18 481 681

– /- Afdracht Provinciefonds

– 1 116 489

– 68 764

– 1 185 253

– 186 795

– 1 372 048

– /- Afdracht BTW-Compensatiefonds

– 3 123 921

54 645

– 3 069 276

418 441

– 2 650 835

– /- Afdracht BES-fonds

 

– 33 432

– 33 432

– 2 161

– 35 593

           

Belastingontvangsten IXB

117 065 150

– 6 280 589

110 784 561

– 2 586 509

108 198 052

Heffings- en invorderingsrente (– € 120,0 mln.)

De raming is neerwaarts bijgesteld met € 120 mln., als gevolg van de lage rentestanden.

Ontvangsten boetes en schikkingen (+ € 17,0 mln.)

De raming is verhoogd, op basis van de hogere realisaties.

Kosten vervolging (– € 2,0 mln.)

De raming is beperkt neerwaarts bijgesteld, op basis van de lagere realisaties.

Artikel 2 Financiële Markten

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 2 Financiële Markten Bedragen x € 1 000

Algemene doelstelling: Randvoorwaarden te creëren die een integer en stabiel systeem bevorderen en er toe bijdragen dat de activiteiten van financiële instellingen gericht zijn op het leveren van betrouwbare dienstverlening aan burgers en bedrijven met acceptabele en transparante risico's, waarbij de kosten van overmatig risicovol gedrag niet worden afgewenteld op de belastingbetaler

Stand begroting t/m ISB ESM

Stand suppletoire begroting VJN incl. ISB EIB

Mutaties (+ of –) NJN 2012

Stand NJN 2012

Verplichtingen

64 244

76 962

– 14 930 233

– 14 853 271

         

waarvan garantieverplichtingen

       

Garantieregeling bancaire leningen

   

– 14 925 379

– 14 925 379

         

Uitgaven

64 244

76 962

– 4 854

72 108

         

Subsidies 

1 594

1 499

20

1 519

Geldmuseum

780

685

 

685

CDFD

814

814

20

834

         

Bekostiging

15 950

16 070

– 4 924

11 146

Rechtspraak Financiële Markten

1 000

1 100

– 412

688

Carribean Financial Action Taskforce

32

32

 

32

Muntcirculatie

13 985

13 985

– 4 557

9 428

Afname munten in circulatie

       

IASB

380

380

 

380

Monitoring commissie code Verzekeraars

125

125

 

125

Monitoring commissie code Banken

140

160

35

195

Monitoring commissie code Corporate Governance

288

288

10

298

         

Opdrachten

2 300

1 561

50

1 611

Wijzer in geldzaken

2 300

1 561

50

1 611

         

Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s

44 400

57 832

0

57 832

Bijdrage toezicht AFM

26 384

29 716

5

29 721

Bijdrage toezicht DNB

18 016

28 116

– 5

28 111

         

Ontvangsten

242 739

263 425

291 608

555 033

 

       

Garanties

231 324

228 888

743

229 631

Feeopbrengsten gar. banc. leningen

231 324

228 888

743

229 631

         

Leningen

3 738

2 160

290 865

293 025

Terugontvangsten voorfinanciering DNB (DGS)

3 738

2 160

 

2 160

Ontvangsten IJsland

 

0

290 865

290 865

         

Bekostiging

5 184

5 184

 

5 184

Ontvangsten muntwezen

5 184

5 184

 

5 184

Toename munten in circulatie

       
         

Overig

2 493

27 193

 

27 193

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Garantieregeling bancaire leningen ( – € 14,9 mld.)

Als onderdeel van de exit-strategie wordt sinds 1 januari 2011 aan banken die onder de garantieregeling leningen hadden uitgegeven de mogelijkheid geboden gegarandeerde leningingen terug te kopen. NIBC heeft vervroegd een deel van zijn lening afgelost. Onder andere hierdoor en door aflopende garanties is de garantielening bancaire leningen afgenomen met € 14,9 miljard.

Muntcirculatie ( – € 4,6 mln.)

Er worden minder circulatiemunten aangemaakt dan begroot waardoor er ook minder muntmetaal aangekocht hoeft te worden. Ook de oplagen bijzondere munten liggen lager dan begroot, hetgeen eveneens betekent dat minder muntmetaal benodigd is.

Ontvangsten

Ontvangsten Ijsland ( + € 290,9 mln.)

Uit de boedel van de failliete Landsbanki heeft Nederland twee boedeluitkeringen van de vorderingen ontvangen van € 197,3 mln. en € 93,6 mln.

Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek- private sector

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 3 Financierings- activiteiten publiek private sector Bedragen x € 1 000

Optimaal financieel resultaat bij de realisatie van publieke doelen bij investeren in en verwerven, afstoten en beheren van de financiële en materiële activa van de Staat.

Stand begroting t/m ISB ESM

Stand suppletoire begroting VJN incl. ISB EIB

Mutaties (+ of –) NJN 2012

Stand NJN 2012

Verplichtingen

296 620

333 620

– 81 565

252 055

waarvan betalingsverplichting:

       

Meerjarenverplichting aan ING

282 000

312 000

– 68 000

244 000

         

Uitgaven

2 377 720

2 628 720

314 535

2 943 255

         

Vermogensverschaffing

       

Kapitaaluitbreiding TenneT

300 000

300 000

 

300 000

Uitkering superdividend NS

       

Tweede herkapitalisatie ABN AMRO

       

Kapitaalstorting couponbetaling MCN

       
         

Bekostiging/bijdrage

       

PPS

       
         

Bijdrage aan RWT

       

NLFI (voorheen STAK)

5 000

5 250

 

5 250

         

Lening

       

Management fee IABF

32 000

36 000

– 3 000

33 000

Funding fee IABF

2 030 000

2 270 000

321 000

2 591 000

         

Garantie

       

Regeling BF

1 100

1 100

– 500

600

Dotatie begrotingsreserve TenneT

4 800

4 800

 

4 800

         

Opdrachten

       

Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

4 820

11 570

– 2 965

8 605

         

Ontvangsten

7 891 115

9 094 004

– 4 042 683

5 051 321

         

Vermogensonttrekking

       

Opbrengst onttrekking vermogenstitels

   

12 000

12 000

Dividend staatsdeelnemingen

216 460

242 669

42 007

284 676

Winstafdracht DNB

549 000

1 420 000

– 670 506

749 494

Afdrachten Holland Casino

10 000

0

   

Afdrachten Staatsloterij

100 000

100 000

 

100 000

Opbrengst verkoop vermogenstitels

       

Dividend financiële instellingen

419 000

490 000

– 368 698

121 302

         

Bijdrage aan RWT

       

NLFI (voorheen STAK)

4 300

3 980

 

3 980

         

Leningen

       

Verwachte portefeuille ontvangsten IABF

1 839 000

2 040 000

338 000

2 378 000

Garantie fee IABF

71 000

79 000

– 6 000

73 000

Additionele fee IABF

46 000

51 000

– 3 000

48 000

Additionele garantie fee IABF

106 000

118 000

– 8 000

110 000

Verhandelbaarheidsfee IABF

 

18 000

– 3 000

15 000

Rente en aflossing div. leningen

       

Aflossing kapitaalversterkingen ING, Aegon en SNS Reaal

3 000 000

3 000 000

– 2 250 000

750 000

Couponbetaling en/of boetebetaling kapitaalversterking ING, Aegon en SNS Reaal

1 500 000

1 500 000

– 1 125 000

375 000

         

Garantie

       

Regeling BF

   

14

14

Premie-ontvangsten garantie Tennet

4 800

4 800

 

4 800

Premie-inkomsten counter indemnity

25 555

25 555

 

25 555

         

Opdrachten

       

Terug te vorderen uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

 

1 000

– 500

500

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen (– € 3,0 mln.)

De uitvoeringskosten ten behoeve van de staatsdeelnemingen vallen mee. Enerzijds wordt dat veroorzaakt door het (tijdelijk) stopzetten van de voorbereidingen ten aanzien van de (deel)privatiseringen van Tennet en de Gasunie. Anderzijds vallen ook de kosten voor de inhuur van extern advies in het kader van de kredietcrisis mee. Er zijn minder kosten gemaakt voor de procedures die naar aanleiding van de nationalisatie van Fortis/AA tegen de staat zijn aangespannen.

Uitgaven Illiquid Assets Back-up Facility (IABF) ( + € 318,0 mln.)

In 2009 hebben de Staat en ING overeenstemming bereikt over een Illiquid Assets Back-up Facility (IABF). Hiermee heeft de Staat (een deel van) het risico op de gesecuritiseerde Amerikaanse hypothekenportefeuille van ING overgenomen. Er zijn zeven kasstromen gerelateerd aan deze faciliteit. ING betaalt aan de Staat portefeuilleontvangsten en fees. De Staat betaalt aan ING een funding fee en een management fee.

Doordat elke dollar die binnenkomt wordt gebruikt om de verplichting onder de IABF versneld af te bouwen, is de raming van de funding fee opwaarts bijgesteld (zie ook toelichting ontvangsten IABF).

Regeling BF ( – € 0,5 mln.)

Onder de regeling Bijzondere Financiering staan nog een paar kredieten uit. Het is de verwachting dat de schades mee zullen vallen, of zich niet voor zullen doen.

Ontvangsten

Opbrengst onttrekking vermogenstitels (+ € 12,0 mln)

Deze ontvangstenmutatie is opgebouwd uit twee ontvangsten:

  • Rechterland N.V., een staatsdeelneming in afbeheer, zal geliquideerd worden. In dat kader heeft er een uitkering uit het eigen vermogen plaatsgevonden.

  • Thales heeft in 2011 een uitkering uit het eigen vermogen gedaan van € 100 miljoen. De Staat, als 1%-aandeelhouder, heeft hierdoor € 1 miljoen ontvangen.

Dividend Staatsdeelnemingen ( + € 42,0 mln.)

Er is meer dividend ontvangen dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door hoger dan geraamde dividenden van Tennet en Schiphol.

Winstafdracht DNB ( – € 670,5 mln.)

DNB volgt voor haar jaarrekening de grondslagen zoals vastgesteld door de Governing Council van de ECB. Deze grondslagen zijn vastgelegd in de ECB Accounting regelgeving. Op dit moment loopt in de ECB een procedure om de Accounting regelgeving uit te breiden met een bepaling voor het vormen van een algemene voorziening voor «Foreign exchange rate, interest rate, credit and gold price risks». Besluitvorming door de Governing Council van de ECB is voorzien eind november/begin december 2012. Een eventuele dotatie aan een voorziening, komt ten laste van winst. Mede met het oog op de risico’s die DNB loopt, is vanuit behoedzaamheidsoverwegingen besloten om geen rekening te houden met de mogelijkheid dat DNB over 2012 een interim-dividend uitkeert. Daarom is de raming in 2012 naar beneden bijgesteld.

Dividend financiële instellingen ( – € 368,7 mln.)

ABN AMRO heeft aangegeven in 2012 geen interim-dividend uit te keren. ABN AMRO geeft als achterliggende reden dat het gezien de marktomstandigheden, economisch klimaat, eurocrisis, onzekere vooruitzichten en invoering van Basel 3 in 2013 verstandig is om een sterke kapitaalpositie te hebben.

Ontvangsten Illiquid Assets Back-up Facility (IABF) ( + € 318,0 mln.)

In 2009 hebben de Staat en ING overeenstemming bereikt over een Illiquid Assets Back-up Facility (IABF). Hiermee heeft de Staat (een deel van) het risico op de gesecuritiseerde Amerikaanse hypothekenportefeuille van ING overgenomen. Er zijn zeven kasstromen gerelateerd aan deze faciliteit. ING betaalt aan de Staat portefeuilleontvangsten en fees. De Staat betaalt aan ING een funding fee en een management fee.

De raming van de portefeuilleontvangsten is opwaarts bijgesteld ten opzichte van de raming in de 1e suppletoire begroting voor 2012. De opwaartse bijstelling van de portefeuilleontvangsten is het gevolg van enerzijds vervroegde aflossingen op de hypotheken en anderzijds verliezen die lager zijn daar waarmee rekening was gehouden in de raming.

IABF verhandelbaarheidsfee

De verhandelbaarheidsfee betreft een vergoeding die de Staat van ING ontvangt voor het omzetten van de een deel van kasstromen naar een verhandelbare lening (KamerstukkenII, 2010–2011, 31 371, nr. 362). Naar verwachting wordt voor het eind van 2012 nog een deel van de kasstromen omgezet naar een verhandelbare lening. Die omzetting vloeit voort uit de technische overdracht van het resterende deel van de IABF van Amerikaanse ING entiteiten naar ING Bank N.V. De verhandelbaarheidsfee neemt hierdoor toe. Voor 2012 is er nagenoeg geen effect omdat de omzetting eind 2012 plaatsvindt en de omvang van de kasstromen die worden omgezet klein is. Het effect voor 2013 en latere jaren is ook beperkt en zal in de 1e suppletoire begroting voor 2013 worden verwerkt.

Aflossing kapitaalversterking ING + couponbetaling en/of boetebetaling kapitaalversterking ING ( – € 3,4 mld.)

De Staat en ING hebben met de Europese Commissie een akkoord bereikt over de herstructureringsmaatregelen die ING moet uitvoeren en de terugbetaling van de nog uitstaande core tier 1-securities ter waarde van EUR 3 miljard. ING zal deze core tier 1 securities aflossen door een betaling van in totaal € 4,5 miljard verspreid over de periode 2012–2015, in tranches van € 1,125 miljard per jaar. De betaling van de eerste tranche zal op 26 november geschieden. Voor 2012 betekent dit een neerwaartse bijstelling van € 3,4 miljard ten opzichte van de raming in de eerste suppletoire begroting 2012.

Regeling BF (+ € 14 000)

Uit de afbeheerde BF-portefeuille zijn ontvangsten voortgevloeid.

Terug te vorderen uitvoeringskosten staatsdeelnemingen ( – € 0,5 mln.)

Omdat de gebudgetteerde uitgaven in het kader van de kredietcrisis meevallen, is er minder doorbelast. Daarom is de raming naar beneden bijgesteld.

Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 4 Internationale Financiële Betrekkingen Bedragen x € 1 000

Algemene beleidsdoelstelling: Een bijdrage leveren aan een gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling

Stand begroting t/m ISB ESM

Stand suppletoire begroting VJN incl. ISB EIB

Mutaties (+ of –) NJN 2012

Stand NJN 2012

Verplichtingen

40 363 086

40 837 835

 

40 837 835

         

waarvan garantieverplichtingen:

35 740 364

35 740 364

 

35 740 364

Garantie DNB inzake BIS

113 445

113 445

 

113 445

ESM

35 445 400

35 445 400

 

35 445 400

Deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen

181 519

181 519

 

181 519

         

Uitgaven

3 078 912

2 005 400

 

2 005 400

         

Deelname aan internationale instellingen

       

Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen

158 472

158 373

 

158 373

EFSF

       

ESM

1 829 440

1 829 440

 

1 829 440

EIB

       
         

Lening

       

Lening aan Griekenland

1 091 000

4 546

 

4 546

Uitkering rente aan Griekenland

 

13 041

 

13 041

         

Ontvangsten

183 036

52 036

– 7 379

44 657

         

Deelname aan internationale instellingen

       

Ontvangsten IFI's

9 036

9 036

418

9 454

         

Lening

       

Aflossing lening Griekenland

       

Renteontvangsten lening Griekenland

169 000

43 000

– 7 797

35 203

Service fee ontvangsten lening Griekenland

5 000

0

   

Toelichting

Ontvangsten

Renteontvangsten lening Griekenland (– € 7,8 mln.)

De renteontvangsten voor 2012 zijn bij de eerste suppletoire begroting geraamd op ongeveer € 43 mln. In werkelijkheid heeft Griekenland in het eerste kwartaal van 2012 rente betaald tegen de euribor rente van het eerste kwartaal (1,426%) en een marge van 300 basispunten. Dit betekent dat de Staat in 2012 ongeveer € 35 miljoen aan rente heeft ontvangen.

Artikel 5 Exportkrediet- en investeringsverzekering

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 5 Exportkrediet- en investeringsverzekering Bedragen x € 1 000

Algemene doelstelling: Het bieden van mogelijkheden voor verzekering van betalingsrisico’s die zijn verbonden aan export en investeringen in het buitenland, in aanvulling op de markt, en het creëren en handhaven van een gelijkwaardig speelveld voor bedrijven op dit vlak.

Stand begroting t/m ISB ESM

Stand suppletoire begroting VJN incl. ISB EIB

Mutaties (+ of –) NJN 2012

Stand NJN 2012

Verplichtingen

10 616 386

10 616 386

170

10 616 556

waarvan garantieverplichtingen:

10 603 780

10 603 780

 

10 603 780

Reguliere EKV

10 000 000

10 000 000

 

10 000 000

Investeringsverzekeringen

453 780

453 780

 

453 780

MIGA

150 000

150 000

 

150 000

Omzetpolissen

       
         

Uitgaven

133 106

133 106

– 59 830

73 276

         

Exportkredietverzekering

       

Schade-uitkering EKV

120 000

120 000

– 60 000

60 000

Schade-uitkering investeringsverzekeringen

500

500

 

500

Schade-uitkering MIGA

   

 

 

Schade-uitkering Omzetpolissen

       

Uitgaven Seno-Gom

   

170

170

         

Opdrachten

       

Kostenvergoeding Atradius DSB

12 606

12 606

 

12 606

       

0

Ontvangsten

104 550

312 205

56

312 261

Premies EKV

40 000

40 000

 

40 000

Premies investeringsverzekeringen

1 250

1 250

 

1 250

Premies omzetpolissen

   

15

15

Schaderestituties EKV

62 800

62 800

 

62 800

Vrijval Seno-Gom reserve

 

207 655

 

207 655

Ontvangsten Seno-Gom

   

41

41

Overige ontvangsten

500

500

 

500

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Schade-uitkering exportkredietverzekering (– € 60,0 mln.)

In 2012 zijn tot op heden minder schades uitgekeerd dan werd verwacht. Op basis van deze ontwikkeling worden de geraamde schade-uitkeringen neerwaarts bijgesteld.

Uitgaven Seno- Gom ( + € 0,2 mln.)

In het kader van het afbeheren van de Seno-Gom portefeuille is voor € 170 000 uitgekeerd aan schade.

Ontvangsten

Premies omzetpolissen ( + € 15 000)

De tijdelijke faciliteit voor de omzetpolissen (TASK) is beëindigd per 31-12-2010. Er zijn in 2012 nog wel budgettaire gevolgen. Deze mutatie betreft de nog ontvangen premies in 2012.

Ontvangsten Seno- Gom ( + € 41 000)

In het kader van het afbeheren van de Seno-Gom portefeuille is voor € 41 000 ontvangen aan premies.

Artikel 6 BTW- Compensatiefonds

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 6 BTW- Compensatiefonds

Algemene doelstelling: Gemeenten, provincies en Wgr-plusregio's hebben de mogelijkheid een evenwichtige keuze te maken tussen in- en uitbesteding. De btw speelt hierin geen rol.

Stand begroting t/m ISB ESM

Stand suppletoire begroting VJN incl. ISB EIB

Mutaties (+ of –) NJN 2012

Stand NJN 2012

Verplichtingen

3 123 921

3 069 276

– 418 441

2 650 835

         

Uitgaven

3 123 921

3 069 276

– 418 441

2 650 835

         

Instrument: Btw-compensatieregeling

       

w.v. bijdragen aan gemeenten en kaderwetgebieden

2 775 883

2 775 883

– 462 674

2 313 209

w.v. bijdragen aan provincies

348 038

293 393

44 233

337 626

         

Ontvangsten

3 123 921

3 069 276

– 418 441

2 650 835

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Bijdrage aan gemeenten en kaderwetgebieden (– € 462,7 mln.)

De raming bijgesteld op grond van voorlopige realisatiecijfers van de Belastingdienst. De verwachting is dat gemeenten minder zullen declareren dan werd geraamd bij het opstellen van de ontwerpbegroting.

Daarnaast hebben het ministerie van Infrastructuur en Milieu en het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie een aantal kleine overboekingen naar het BCF gedaan. Deze overboekingen houden verband met uitkeringen van de betreffende ministeries naar het gemeentefonds. Omdat gemeenten voor deze uitkeringen recht hebben op btw- compensatie, wordt een deel van de uitkering overgeheveld naar het BCF.

Bijdrage aan provincies (+ € 44,2 mln.)

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft met de provincies Friesland en Groningen een convenant afgesloten over de hoofdvaarweg Lemmer- Delfzijl. In dit convenant is het beheer van de zijtakken exclusief btw afgekocht door het Rijk. Omdat de provincies de compensabele btw nog wel uit het BCF kunnen declareren heeft het ministerie van Infrastructuur en Milieu ca. € 28 mln. in het BCF gestort.

Naast deze grote overboeking van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, hebben het ministerie van Infrastructuur en Milieu en het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie ook een aantal kleinere overboekingen naar het BCF gedaan. Deze overboekingen houden verband met uitkeringen van de betreffende ministeries naar het provinciefonds. Omdat provincies voor deze uitkeringen recht hebben op btw- compensatie, wordt een deel van de uitkering overgeheveld naar BCF.

Verder is de raming bijgesteld op grond van voorlopige realisatiecijfers van de Belastingdienst. De verwachting is dat provincies iets meer zullen declareren dan werd geraamd bij het opstellen van de ontwerpbegroting.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn gelijk aan de uitgaven omdat de terugbetaalde btw- bedragen tevens belastinginkomsten zijn.

Artikel 7 Beheer materiële activa

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 7 Beheer Materiële Activa

Algemene doelstelling: Een optimaal financieel resultaat bij het verwerven, beheren, ontwikkelen en afstoten van materiële activa van/voor het Rijk ten behoeve van de realisatie van rijksbeleidsdoelstellingen.

Stand begroting t/m ISB ESM

Stand suppletoire begroting VJN incl. ISB EIB

Mutaties (+ of –) NJN 2012

Stand NJN 2012

Verplichtingen

88 111

94 454

4 247

98 701

         

Uitgaven

88 111

94 454

4 247

98 701

         

Bekostiging

       

Zakelijke lasten

53 513

55 013

903

55 916

         

Opdrachten

       

Onderhoud en beheerskosten RVOB

7 679

8 879

2 622

11 501

Beheerskosten DRZ

   

475

475

         

Leningen

       

Anticiperende aankopen en gebiedsontwikkeling

4 600

4 600

 

4 600

 

 

     

Bijdrage aan RVOB

22 319

25 962

247

26 209

         

Ontvangsten

179 859

179 086

– 24 037

155 049

         

Bekostiging

       

Zakelijke lasten

26 602

26 602

 

26 602

         

Opdrachten

       

Onderhoud en beheerskosten

       
         

Leningen

       

Anticiperende aankopen en gebiedsontwikkeling

       
         

Programma-ontvangsten Baten-lastendiensten

       

Ingebruikgevingen RVOB

98 059

97 286

5 462

102 748

Vervreemding RVOB

53 698

53 698

– 29 999

23 699

Vervreemding DRZ

1 500

1 500

500

2 000

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Zakelijke lasten ( + € 0,9 mln.)

Ter compensatie van stijgende zakelijke lasten is prijsbijstelling toegekend.

Onderhouds- en beheerskosten RVOB ( + € 2,6 mln.)

Deze mutatie bestaat voornamelijk uit een betaling voor een schaderegeling. De Staat heeft een vaststellingsovereenkomst gesloten met een derde, waarin een schadeloosstelling is afgesproken voor de niet-nakoming van een door de Staat gedane toezegging.

Beheerskosten DRZ ( + € 0,5 mln.)

Deze mutatie betreft grotendeels een technische mutatie: de beheerskosten van Domeinen Roerende Zaken worden vanaf heden apart inzichtelijk gemaakt in de begroting. Als tegenhanger is ook de raming van de beheersontvangsten opwaarts bijgesteld. Zie ook toelichting bij ontvangsten.

Bijdrage aan RVOB ( + € 0,2 mln.)

Ter compensatie van stijgende lonen en prijzen is loon- en prijsbijstelling toegekend.

Ontvangsten

Ingebruikgevingen RVOB ( + € 5,5 mln.)

Door een verhoging van het tarief van de domeinvergoeding zijn de opbrengsten van de verkoop van bodemmaterialen opwaarts bijgesteld.

Vervreemding RVOB ( – € 30,0 mln.)

De verkoopopbrengsten blijven door de slechte economische situatie achter bij de raming. Een deel van de opbrengsten wordt in 2013 gerealiseerd.

Vervreemding DRZ ( – € 0,5 mln.)

Deze mutatie betreft grotendeels een technische mutatie: de beheerskosten van Domeinen Roerende Zaken worden vanaf heden apart inzichtelijk gemaakt in de begroting. Als tegenhanger is ook de raming van de beheersontvangsten opwaarts bijgesteld.

Artikel 8 Centraal apparaat Kerndepartement

Budgettaire gevolgen van beleid – niet beleidsartikel 8 Centraal Apparaat Kerndepartement

Op dit artikel staan alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van Financiën met uitzondering van de Belastingdienst (zie artikel 1) en de baten- lastendiensten DRZ en RVOB.

Stand begroting t/m ISB ESM

Stand suppletoire begroting VJN incl. ISB EIB

Mutaties (+ of –) NJN 2012

Stand NJN 2012

Verplichtingen

188 261

217 621

– 10 435

207 186

 

       

Uitgaven

188 261

217 621

– 10 435

207 186

 

       

Personeel Kerndepartement

112 443

137 824

1 473

139 297

Eigen personeel

112 443

133 120

– 1 950

131 170

Inhuur externen

 

4 704

3 153

7 857

Overig personeel

   

270

270

 

       

Materieel Kerndepartement

75 818

79 797

– 11 908

67 889

waarvan ICT

12 639

14 486

– 2 373

12 113

waarvan bijdrage aan SSO's

44 593

45 787

– 6 378

39 409

waarvan overig materieel

18 226

19 524

– 3 157

16 367

         

Ontvangsten

27 065

34 953

1 130

36 083

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Apparaatuitgaven ( – € 10,4 mln.)

De mutatie in de apparaatuitgaven van het Kerndepartement wordt voornamelijk verklaard door een saldo van hogere uitgaven inhuur externen voor de Auditdienst Rijk en een technische overheveling bij de materiële budgetten voor de SSO P-direkt (ca. € 7 mln.) naar beleidsartikel 1 «Belastingen».

Ontvangsten

Apparaatontvangsten ( + € 1,1 mln.)

Deze mutatie wordt voornamelijk verklaard door ontvangsten in verband met de doorbelasting van de kosten van de Auditdienst Rijk.

Artikel 9 Algemeen

Dit artikel heeft geen inhoud.

Artikel 10 Nominaal en onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid – niet beleidsartikel 10 Nominaal en Onvoorzien

Vanuit dit artikel vinden overboekingen van loon- en prijsbijstelling naar de loon- en prijsgevoelige artikelen binnen IXB plaats. Dit artikel is ook bedoeld om eventuele onzekere ontwikkelingen op de begroting op te vangen.

Stand begroting t/m ISB ESM

Stand suppletoire begroting VJN incl. ISB EIB

Mutaties (+ of –) NJN 2012

Stand NJN 2012

Verplichtingen

3 386

16 693

– 12 601

4 092

         

Uitgaven

3 386

16 693

– 12 601

4 092

Onvoorzien

3 386

3 028

1 064

4 092

Loonbijstelling

0

13 665

– 13 665

0

Prijsbijstelling

0

0

 

0

         

Ontvangsten

0

0

 

0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Loonbijstelling en onvoorzien (– € 12,6 mln.)

De mutatie wordt veroorzaakt door het verdelen van de loonbijstelling over de organisatieonderdelen van het ministerie van Financiën. De loonbijstelling was tijdelijk geparkeerd op artikel 10. Aan de Belastingdienst (artikel 1) is € 12,6 mln. uitgekeerd. Het overige deel van de loonbijstelling ( € 1,1 mln.) is voor het Kerndepartement gereserveerd op dit artikel (onvoorzien).

Naar boven