33 472 Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet op het onderwijstoezicht in verband met de versterking van de kwaliteitswaarborgen voor het hoger onderwijs en wijziging van verschillende onderwijswetten in verband met de introductie onderscheidenlijk verbreding van een aanwijzingsbevoegdheid voor de minister en in verband met aanpassingen in de regelgeving betreffende het basisregister onderwijs en het persoonsgebonden nummer (Wet versterking kwaliteitswaarborgen hoger onderwijs)

Nr. 21 AMENDEMENT VAN HET LID BISSCHOP

Ontvangen 30 september 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel S, komt als volgt te luiden:

S

Artikel 9.51 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Het bestuur van de rechtspersoon die de bijzondere universiteit in stand houdt, stelt regelen vast inzake het bestuur en de inrichting van en de medezeggenschap binnen hun universiteit. Bij de vaststelling van die regelen alsmede bij wijziging daarvan worden de titels 1 en 2 van dit hoofdstuk in acht genomen voorzover de eigen aard van de bijzondere universiteit zich daartegen naar het oordeel van het bestuur niet verzet. In die regelen wordt bepaald welke faculteit of faculteiten de universiteit omvat. Het bestuur brengt die regelen alsmede wijzigingen daarvan zo spoedig mogelijk ter kennis van Onze minister. Indien dat naar het oordeel van het bestuur wenselijk is op grond van de eigen aard van de bijzondere universiteit, kan de universiteit een functionele scheiding aanbrengen tussen het toezicht en het bestuur. In dat geval zijn de artikelen 9.8 tot en met 9.9a van overeenkomstige toepassing. In de statuten wordt vermeld op welke wijze de functionele scheiding wordt gewaarborgd. Het bestuur vermeldt jaarlijks in het jaarverslag bedoeld in artikel 2.9 de redenen voor een eventuele afwijking.

2. In het derde lid vervalt «het college van»

3. In het vijfde, zesde en zevende lid vervalt telkens «college van».

II

Na artikel I, onderdeel T, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

Ta

Aan artikel 10.8 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. In afwijking van het bepaalde in artikel 10.3e richt de aanwijzing van de minister zich op de rechtspersoon die de bijzondere hogeschool in stand houdt.

III

In artikel II, onderdeel A, wordt in artikel 9.1.4a, eerste lid, «de raad van toezicht» vervangen door: de rechtspersoon die de instelling in stand houdt

Toelichting

Wanneer de minister in geval van ernstige problemen een bestuurlijke aanwijzing wil geven, dient zij zich ten aanzien van het bijzonder onderwijs te richten op de rechtspersoon en niet op een specifiek orgaan van de rechtspersoon. Deze benadering is in het funderend onderwijs inmiddels vastgelegd, maar wordt in het wetsvoorstel niet consequent doorgetrokken naar de overige onderwijssectoren. Dit amendement voorziet in een heldere en uniforme regeling voor alle onderwijssectoren.

Bisschop

Naar boven