33 463 (R1993) Protocol over de bezwaren van het Ierse volk ten aanzien van het Verdrag van Lissabon; Brussel, 13 juni 2012

A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Ter griffie van de Eerste en van de

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ontvangen op 1 november 2012.

De wens dat het verdrag aan de

uitdrukkelijke goedkeuring van de

Staten-Generaal wordt onderworpen

kan door of namens een van de Kamers

of door ten minste vijftien leden van de

Eerste Kamer dan wel dertig leden van

de Tweede Kamer of door

de Gevolmachtigde Ministers van

Aruba, Curaçao of Sint Maarten

te kennen worden gegeven uiterlijk op

1 december 2012.

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 oktober 2012

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste en tweede lid, en artikel 5, eerste en tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen het op 13 juni 2012 te Brussel tot stand gekomen Protocol over de bezwaren van het Ierse volk ten aanzien van het Verdrag van Lissabon (Trb. 2012, 146).

Een toelichtende nota bij dit Protocol treft u eveneens hierbij aan.

De goedkeuring wordt voor het gehele Koninkrijk gevraagd.

Aan de Gouverneurs van Aruba, Curaçao en Sint Maarten is verzocht hogergenoemde stukken op 1 november 2012 over te leggen aan de Staten van Aruba, de Staten van Curaçao en de Staten van Sint Maarten.

De Gevolmachtigde Ministers van Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn van deze overlegging in kennis gesteld.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

TOELICHTENDE NOTA

I Inleiding

De Europese Raad van 18 en 19 juni 2009 bereikte overeenstemming over de juridische garanties met betrekking tot het Verdrag van Lissabon1 die de Europese Raad van december 2008 in het vooruitzicht had gesteld aan Ierland2. Deze garanties waren voor Ierland noodzakelijk om instemming met het Verdrag van Lissabon voor een tweede maal per referendum aan het Ierse volk voor te leggen. Op 2 oktober 2009 vond dit referendum plaats, waarbij een meerderheid van de Ieren voor het nieuwe Verdrag stemde.

Het besluit van de staatshoofden en regeringsleiders in het kader van de Europese Raad bijeen bevatte de garantie voor Ierland dat het Verdrag van Lissabon niets verandert aan de bescherming van het recht op leven zoals vervat in de Ierse grondwet, de belastingwetgeving en het veiligheidsbeleid en defensie van de lidstaten, specifiek van Ierland. In de conclusies van de Europese Raad wordt nog eens bevestigd dat de garantie volledig in overeenstemming is met het Verdrag van Lissabon en geen wijziging van dat verdrag behelst.

Afgesproken werd dat wanneer het volgende toetredingsverdrag zou worden gesloten het bovengenoemd besluit in de vorm van een protocol zou worden gegoten dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) zou worden gehecht en aan de nationale parlementen ter goedkeuring zou worden aangeboden.

Vanwege de ondertekening van het EU-Toetredingsverdrag met Kroatië (eind 2011) heeft de Ierse regering op 20 juli 2011 het voorstel voor het Protocol ingediend overeenkomstig artikel 48, tweede lid, van het VEU, dat zegt dat de regering van iedere lidstaat, het Europees Parlement en de Commissie de Raad ontwerpen tot herziening van de Verdragen kunnen voorleggen.

Nederland kon destijds instemmen met de garantie aan Ierland op voorwaarde dat deze volledig in overeenstemming is met het Verdrag van Lissabon. Het door Ierland voorgestelde protocol voldoet aan deze voorwaarde.

II Artikelsgewijze toelichting

Het protocol bevat 5 artikelen, waarvan de laatste twee algemene slotbepalingen betreffen.

In artikel 1 wordt verduidelijkt dat geen enkele bepaling van het Verdrag van Lissabon, inclusief het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, afbreuk doet aan de reikwijdte of de toepasbaarheid van de bescherming van het recht op leven, de bescherming van het gezin en de bescherming van de rechten met betrekking tot onderwijs, als vervat in de Ierse grondwet. Ierland wilde deze verduidelijking om verkeerde interpretaties van het Verdrag van Lissabon over bijvoorbeeld de Ierse abortuspraktijk uit te sluiten.

Met artikel 2 wordt vastgelegd dat het Verdrag van Lissabon niets verandert aan de Ierse belastingwetgeving (of de belastingwetgeving van welke lidstaat dan ook).

In artikel 3 wordt, naast de vastlegging dat Ierland het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid van de Europese Unie steunt, bepaald dat het Verdrag van Lissabon geen gevolgen heeft voor en geen afbreuk doet aan het specifieke karakter van het veiligheids- en defensiebeleid van de lidstaten zelf en in het bijzonder het traditionele Ierse beleid van militaire neutraliteit.

III Koninkrijkspositie

Omdat het Protocol onderdeel zal uitmaken van het VEU en VWEU wordt net als bij die verdragen de goedkeuring voor het gehele Koninkrijk gevraagd. De toevoeging van het Protocol raakt Aruba, Curaçao en Sint Maarten in de zin van artikel 2, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen. Het Protocol zal derhalve gelijk met de overlegging aan de Staten-Generaal, aan de Staten van Aruba, Curaçao en Sint Maarten worden overgelegd. Het Protocol zal echter alleen voor het Europese deel van Nederland, als lidstaat van de Europese Unie, worden bekrachtigd, gelijk de oprichtingsverdragen en hun wijzigingsverdragen.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal


X Noot
1

Het op 13 december 2007 te Lissabon tot stand gekomen Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Trb. 2008, 11).

X Noot
2

Zie voor een verslag van deze Raad Kamerstukken 2008–2009, nr. 21 501-20, nr. 437.

Naar boven