33 450 Mariene Strategie voor het Nederlandse deel van de Noordzee

Nr. 74 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2020

Zoals aangekondigd in de brief van de Minister van I&W van 19 juni 2020 (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 3231) heb ik het initiatief genomen om een externe verkenner op korte termijn te laten onderzoeken welke feiten en omstandigheden geleid hebben tot onderling verdeeldheid in de visserijsector. Bij de definitieve vaststelling van het Noordzeeakkoord is grote verdeeldheid binnen de visserij gebleken. Bij de start van het permanente Noordzeeoverleg op basis van het Noordzeeakkoord na de zomer is het van groot belang dat de visserij breed wordt gerepresenteerd.

Tot mijn grote genoegen heb ik mr. TjibbeJoustra bereid gevonden om dit onderzoek uit te voeren. Dhr. Joustra was tussen 1987 en 2002 secretaris-generaal van het toenmalige Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en is uit dien hoofde zeer goed bekend met het reilen en zeilen in de visserijsector.

Ik heb hem gevraagd op korte termijn te onderzoeken welke feiten en omstandigheden tot zulke onderlinge verschillen binnen de visserij hebben geleid (denk aan totstandkoming standpunten, ontstane verdeeldheid). En te verkennen hoe bevorderd kan worden dat bij de start van het permanente Noordzeeoverleg een zo breed mogelijk samengestelde delegatie aan dat overleg gaat deelnemen (en zo mogelijk herhaling kan worden voorkomen). Ik benadruk hierbij dat definitieve Noordzeeakkoord het kader vormt waarbinnen deze verkenning zal plaatsvinden.

Het is mijn verwachting dat dhr. Joustra zijn advies zal aanleveren voor de start van het Noordzeeoverleg in september 2020. Zodra ik dat advies heb ontvangen zal ik uw Kamer hierover informeren.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven