Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Brussel, 27 november 2013
De Commissie dankt de Eerste Kamer voor haar reactie op het antwoord van de Commissie
{C(2013) 2758) op het gemotiveerd advies van de Eerste Kamer over het voorstel betreffende
de periodieke technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens {COM(2012)
380 final}.
De Commissie wil benadrukken dat verkeersveiligheid door het Verdrag van Maastricht
in 1993 uitdrukkelijk in het acquis is opgenomen als een beleid dat moet worden ontwikkeld
en geharmoniseerd op Europees niveau. Sindsdien is in de Europese Unie zichtbare vooruitgang
geboekt met een aantal Juridische maatregelen op het gebied van verkeersveiligheid.
Hoewel de EU de mondiale leider is op het vlak van verkeersveiligheid, met ongeveer
half zoveel verkeersdoden als bijvoorbeeld in de VS, blijven er nog heel wat uitdagingen
voor de toekomst, onder meer op het gebied van technische voorschriften. Wat betreft
de voertuigcategorieën die moeten worden gecontroleerd en de keuringsfrequentie, is
er nog steeds een gebrek aan harmonisatie op Europees niveau, hoewel er geen objectieve
reden is waarom een aantal lidstaten nog altijd geen motorfietsen of caravans keuren.
Dit gebrek aan harmonisatie vormt een duidelijk risico voor de verkeersveiligheid,
omdat deze voertuigen net zoals andere voertuigen worden gebruikt voor grensoverschrijdend
verkeer.
Wat de verplichte keuring van gemotoriseerde tweewielers betreft, moet worden benadrukt
dat de algemene daling van het aantal dodelijke verkeersslachtoffers in de EU niet
geldt voor deze groep van weggebruikers. In 2011 vielen er op de Europese wegen 30.500
dodelijke slachtoffers. Motorrijders (4.600) en bromfietsbestuurders (1.000) maken
samen 18% van de slachtoffers uit, terwijl zij maar 2% van het wegverkeer vertegenwoordigen1. Bovendien is het aantal dodelijke slachtoffers per miljoen onder gemotoriseerde
tweewielers gemiddeld drie keer hoger in lidstaten die deze voertuigen niet controleren
dan in de lidstaten die dit soort voertuigen wel periodiek keuren.
De technische controle voor lichte aanhangwagens van 750 kg tot 3,5 ton, die al in
21 lidstaten is ingevoerd, is vooral belangrijk omdat deze kleine aanhangers en caravans
maar zelden worden gebruikt, wat leidt tot een hoger aantal technische gebreken, met
name van mechanische onderdelen (remmen en koppeling) en van de banden.
De voorgestelde verhoging van de keuringsfrequentie voor oudere wagens en voertuigen
met een hoge kilometerstand, is het gevolg van een op risicobeoordeling gebaseerde
benadering. Uit de statistieken blijkt dat het aandeel van technische gebreken exponentieel
toeneemt met de leeftijd. In vergelijking met jongere wagens zijn oudere auto’s twee
keer meer betrokken bij verkeersongevallen die te wijten zijn aan technische gebreken.
Bovendien zijn de duurzaamheidsvoorschriften van de Europese wetgeving inzake typegoedkeuring
beperkt tot 160.000 km of vijf jaar en moeten voertuigfabrikanten alleen garanderen
dat onderdelen, vooral die welke betrekking hebben op de uitstoot, tijdens deze periode
blijven functioneren.
In het algemeen moet worden gezegd dat het voorstel zo is opgesteld dat lidstaten
rekening kunnen houden met nationale omstandigheden en hun goed werkende systemen
kunnen behouden. Dat is ook het geval voor Nederland, waar verscheidene belangrijke
elementen van het voorstel zoals het toezicht op keuringscentra, de opleiding van
controleurs of de normen voor testapparatuur reeds zijn ingevoerd, zodat eventuele
extra administratieve kosten tot een minimum worden beperkt.
De Commissie hoopt dat deze verduidelijkingen de bezorgdheden wegnemen die de Eerste
Kamer heeft geuit en dat de politieke dialoog wordt voortgezet.
Vicevoorzitter Maroš Šefčovič