33 431 EU-voorstel: wetgevingsvoorstellen voor harmonisatie en uitbreiding van periodieke (technische) controles op rijwaardigheid en veiligheid van motorvoertuigen en aanhangers (waaronder APK-keuringen)

Nr.1 BRIEF VAN DE FUNGEREND VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR EUROPESE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 oktober 2012

Op 13 juli 2012 heeft de Europese Commissie drie wetgevingsvoorstellen voor harmonisatie en uitbreiding van periodieke (technische) controles op rijwaardigheid en veiligheid van motorvoertuigen en aanhangers (waaronder APK-keuringen)

Het betreft de volgende voorstellen:

  • 1. Het voorstel voor periodieke controles op rijwaardigheid van motorvoertuigen en aanhangers en intrekking van richtlijn 2009/40/EG (COM (2012) 380),

  • 2. Het voorstel voor aanpassing van de richtlijn over de kentekenbewijzen voor voertuigen (COM (2012) 381) en

  • 3. het voorstel voor een Verordening aangaande technische inspecties betreffende de wegveiligheid langs de kant van de weg van commerciële voertuigen binnen de EU (COM (2012) 382.

De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu heeft deze voorstellen getoetst op subsidiariteit. Door deze commissie is bijgaande conceptbrief opgesteld.

Conform de procedureafspraak bij het Reglement van Orde leg ik namens de vaste commissie voor Europese zaken deze brief nu graag ter instemming aan de Kamer voor.

Voorgesteld wordt, deze brief aan de Europese Commissie te sturen, en tevens aan de overige Europese instellingen en de Nederlandse regering.

De fungerend voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, Knops

CONCEPT

Aan de Voorzitter van de Europese Commissie

B-1049 Brussel

België

Den Haag, ... oktober 2012

Onderwerp:

Gemotiveerd advies (subsidiariteit) over het voorstel voor Periodieke controles op rijwaardigheid van motorvoertuigen en aanhangers en intrekking van richtlijn 2009/40/EG (COM (2012) 380), het voorstel voor aanpassing van de richtlijn over de kentekenbewijzen voor voertuigen (COM (2012) 381), en het voorstel voor een Verordening aangaande technische inspecties betreffende de wegveiligheid langs de kant van de weg van commerciële voertuigen binnen de EU (COM (2012) 382).

De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft, overeenkomstig de daarvoor vastgestelde procedure, de bovengenoemde voorstellen getoetst aan het beginsel van subsidiariteit. Daarmee is toepassing gegeven aan artikel 5 EU-Verdrag en Protocol 2 bij het Verdrag van Lissabon betreffende de toepassing van het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel.

Met deze brief stel ik u in kennis van het oordeel van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Identieke brieven zijn gezonden aan het Europees Parlement, de Raad en de Nederlandse regering.

De Kamer is van oordeel dat de noodzaak om de Europese Commissie de bevoegdheid te geven om de verplichte periodieke controles (APK) naar nieuwe voertuigcategorieën uit te breiden, om de frequentie van deze controles te verhogen en om het minimum aantal technische controles van vrachtwagens langs de weg te bepalen, onvoldoende is onderbouwd, zoals vereist wordt in artikel 5 EU-Verdrag en Protocol 2 bij het Verdrag van Lissabon betreffende de toepassing van het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel. De Europese Commissie heeft onvoldoende aangetoond hoe de mogelijke voordelen van een dergelijk bevoegdheid voor de Commissie opwegen tegen de inperking van de bevoegdheden van de lidstaten op dit terrein en tegen de omvangrijke kosten en administratieve lasten die hieruit voortvloeien, onder andere voor overheden en voor de gebruikers van deze voertuigen. Daarnaast intervenieert het voorstel in goed werkende systemen van de lidstaten.

De Tweede Kamer is voorts van oordeel dat het onnodig en ongewenst is om de Europese Commissie de bevoegdheid te geven om de APK-plicht uit te breiden naar nieuwe voertuigcategorieën, zoals caravans, motorfietsen, brommers en aanhangwagens. De desbetreffende voertuigcategorieën kennen in de verschillende lidstaten een zeer verschillend gebruik voor uiteenlopende doeleinden, zoals recreatie, woon-/werkverkeer en seizoensgebonden verkeer (dit in tegenstelling tot de voertuigen die momenteel al onder de huidige APK-richtlijn vallen, zoals auto’s, vrachtauto’s en zware trailers). Vanwege deze nationale verschillen ligt het veel meer in de rede om de APK voor deze categorieën nationaal te regelen in plaats van te harmoniseren op Europees niveau, zodat er beter rekening kan worden gehouden met nationale omstandigheden. Dit geldt in het bijzonder voor de twee- en driewielers. Ook is het niet nodig om de Europese Commissie deze bevoegdheid te geven op basis van het argument van grensoverschrijdend verkeer. Brommers, scooters en aanhangwagens worden zelden gebruikt voor grensoverschrijdend verkeer, zodat wat voornoemde voertuigcategorieën betreft, de APK-bevoegdheid beter op nationaal niveau kan blijven.

De Tweede Kamer is voorts van oordeel dat het onnodig en ongewenst is om de Europese Commissie de bevoegdheid te geven om eigenstandig de APK-frequentie te wijzigen. Het huidige Nederlandse APK-systeem houdt al rekening met de leeftijd en het gebruik van voertuigen en voldoet daarmee aan de eisen in het kader van verkeersveiligheid. Het op Europees niveau vastleggen van de APK-frequentie intervenieert in dergelijke goed werkende systemen van de lidstaten en zorgt er bovendien voor dat er minder rekening kan worden gehouden met nationale omstandigheden.

Tot slot is de Tweede Kamer van oordeel dat het onnodig en ongewenst is om de Europese Commissie de bevoegdheid te geven om het verplichte minimum aantal technische controles van vrachtwagens langs de weg te bepalen. Nederland kent al een 100% handhaving van de APK-verplichting voor deze voertuigcategorie door gebruik te maken van registercontroles. Bij overschrijding van de APK-datum wordt automatisch een boete verstuurd aan de houder van het kentekenbewijs (Wet Mulder). Het op Europees niveau vastleggen van een verplicht aantal wegkantcontroles intervenieert in goed werkende systemen en voegt niets toe aan de handhaving, zoals een lidstaat die zelf kan organiseren. De lidstaat kan daarbij het beste rekening houden met nationale omstandigheden.

Daarom komt de Tweede Kamer der Staten-Generaal tot het oordeel dat de voorstellen COM (2012) 380, COM (2012) 381 en COM (2012) 382 op bovengenoemde punten strijdig zijn met het beginsel van subsidiariteit.

Hoogachtend,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Anouchka van Miltenburg

Naar boven