33 427 Wijziging van enige wetten in verband met de handhaving van voorschriften in de Engelse taal

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 3 juli 2013

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel VI wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VIA

In de Wet Dieren wordt na artikel 8.45 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8.46 Voorschriften in Engelse taal

Ingeval bij of krachtens deze wet wordt verwezen naar door de Voedsel- en Landbouworganisatie en de Wereldgezondheidsorganisatie tot stand gebrachte voedselstandaarden, codes voor goede praktijken of richtsnoeren, kan overtreding daarvan ook worden bestraft met een geldboete indien deze voedselstandaarden, codes voor goede praktijken of richtsnoeren in de Engelse taal zijn gesteld en bekend gemaakt.

B

Na artikel VII wort een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VIIA

In hoofdstuk IV van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen wordt na artikel 45 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 45a

Ingeval bij of krachtens deze wet wordt verwezen naar in het kader van de Internationale Maritieme Organisatie van de Verenigde Naties tot stand gekomen besluiten die betrekking hebben op het vervoer van gevaarlijke stoffen met zeeschepen, kan overtreding van deze besluiten ook als strafbaar feit worden aangemerkt indien deze besluiten in de Engelse taal zijn gesteld en bekend gemaakt.

Toelichting

Deze nota van wijziging voorziet in een aanvulling op het wetsvoorstel binnen de specifieke terreinen waarin een wettelijke basis wordt geschapen voor sanctionering van voorschriften, gesteld in de Engelse taal. Het betreft een tweetal specifieke voorschriften op het terrein van de het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu welke in het navolgende worden toegelicht.

Onderdeel A (Artikel 8.46 Wet Dieren)

Het voorstel tot wijziging van de Wet dieren houdt verband met in het Engels gestelde voorschriften van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties en de Wereldgezondheidsorganisatie. Als al eerder aangegeven in de memorie van toelichting op artikel VI van het wetsvoorstel hebben de FAO en de WHO in het kader van het «Joint FAO/WHO Food Standards Programme» de Codex Alimentarius opgericht. De Codex Alimentarius is een intergouvernementele organisatie die tot doel heeft de volksgezondheid op internationaal niveau te beschermen en de eerlijkheid in de handel van voedselproducten te bevorderen. Om dit te realiseren worden door de Codex Alimentarius op internationaal niveau voedselstandaarden (food standards), codes voor goede praktijken (codes of practice) en richtsnoeren (guidelines) uitgevaardigd. Deze worden onder meer in de Engelse taal gesteld en bekendgemaakt.

Door de Codex Alimentarius zijn niet alleen normen vastgesteld met betrekking tot kaas maar ook met betrekking tot zuigelingenvoeding. Daarover worden regels gesteld in de uitvoeringsregelgeving van de Wet dieren. Naar de normen over zuigelingenvoeding van de Codex Alimentarius wordt verwezen in de Europese richtlijn over de export van zuigelingenvoeding naar derde landen (richtlijn 92/52/EG van de Raad van 18 juni 1992 inzake volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding die voor de uitvoer naar derde landen is bestemd). Bij de implementatie van deze richtlijn in het Besluit dierlijke producten en de Regeling dierlijke producten is om de bovenstaande redenen de verwijzing naar deze normen overgenomen. Artikel 2.26 van genoemde regeling bepaalt dat het verboden is zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding uit Nederland uit te voeren naar een staat die geen lid van de Europese Unie is en geen partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, tenzij is voldaan aan de Codex Alimentarius. Bij overtreding van deze bepaling kan op grond van artikel 13 van de Landbouwkwaliteitswet, in samenhang met artikel 10.2, tweede lid van de Wet dieren en artikel 2.9 van het Besluit dierlijke producten, een geldboete worden opgelegd.

Onderdeel B (Artikel 45a Wet vervoer gevaarlijke stoffen)

Internationale regelgeving voor het vervoer van gevaarlijke stoffen per zeeschip komt grotendeels tot stand in het kader van de Internationale Maritieme Organisatie van de Verenigde Naties (IMO). Deze internationale regelgeving en de implementatie daarvan in Nederland zien hoofdzakelijk op het vervoer over zee. Op grond van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (hierna: Wvgs) en daarop gebaseerde regelgeving zoals het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen en de Regeling vervoer gevaarlijke stoffen met zeeschepen (hierna: Rvgz) geldt deze IMO-regelgeving ook voor Nederlandse en buitenlandse zeeschepen die via Nederlandse binnenwateren van en naar een haven varen. Overtreding van deze voorschriften is via de artikelen 4 en 5 van de Wvgs en de WED strafbaar gesteld.

Door middel van het gebruik van dynamische verwijzingen in de Rvgz is een aantal IMO-Codes die op grond van het SOLAS-verdrag en het MARPOL-verdrag tot stand zijn gekomen, voor Nederland geïmplementeerd. Het betreft momenteel de IMSBC-Code die operationele voorschriften bevat voor het vervoer van vaste gevaarlijke lading in bulk, de IMDG-Code die operationele voorschriften bevat voor het vervoer van gevaarlijke stoffen in verpakte vorm, de IBC-Code en de BCH-Code die beide zien op de bouw en uitrusting van schepen die gevaarlijke chemicaliën in bulk vervoeren en de IGC-Code en GC-Code die beide zien op de bouw en uitrusting van schepen die gassen in bulk vervoeren. Voor de inwerkingtreding van de hierboven genoemde internationale voorschriften in Nederland wordt aangesloten bij het moment dat de Codes of wijzigingen van die Codes internationaal in werking treden. Door middel van een bekendmaking in het Tractatenblad of de Staatscourant en terinzagelegging van de authentieke tekst en een Nederlandse vertaling worden deze Codes en wijzigingen bekendgemaakt.

Aan de in de memorie van toelichting omschreven cumulatieve criteria wordt bij de voorgestelde wijziging van de Wvgs voldaan. Daarbij werd ten aanzien van de zeevaartsector reeds aangegeven dat deze zeer internationaal georiënteerd is en dat de communicatie veelal in het Engels verloopt, mede vanwege de internationale bemanning van zeeschepen. De hierboven genoemde Codes zijn zowel omvangrijk als zeer technisch van aard zodat de kans op discrepanties bij vertalingen aanwezig is. Het gebruik van de authentieke tekst van de internationale voorschriften kan bijdragen aan het voorkomen van ongevallen bij het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Bij de redactie van het voorgestelde artikel 45a is aansluiting gezocht bij de reeds in het wetsvoorstel opgenomen artikelen tot wijziging van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen en de Scheepvaartverkeerswet nu het daar ook internationale voorschriften van de IMO betreft.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven