33 426 Wijziging van de Mediawet 2008 in verband met de verspreiding van televisie- en radio programmakanalen door middel van omroepnetwerken en omroepzenders en de vaststelling van de minimale omvang van het standaardpakket televisie- en radioprogrammakanalen

Nr. 9 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 17 april 2013

Het wetsvoorstel wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel F, wordt artikel 6.12 als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «250 000» vervangen door: 100 000.

2. Aan dit artikel wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

3. Als een pakketaanbieder een rechtspersoon is, worden voor de toepassing van dit artikel samengevoegd het aantal abonnees van die pakketaanbieder en de aantallen abonnees van de dochtermaatschappijen die de pakketaanbieder in stand houdt. Als de pakketaanbieder een rechtspersoon is en een dochtermaatschappij die door een andere pakketaanbieder in stand wordt gehouden, worden voor de toepassing van dit artikel samengevoegd het aantal abonnees van die dochtermaatschappij, het aantal abonnees van de pakketaanbieder die deze dochtermaatschappij in stand houdt, en de aantallen abonnees van de andere dochtermaatschappijen die deze pakketaanbieder in stand houdt.

B

In artikel I, onderdeel F, wordt in de artikelen 6.13, tweede lid, tweede volzin, en 6.14, tweede lid, tweede volzin, «wordt» telkens vervangen door: worden.

C

Aan artikel IV, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: De omvang van het geringere programma-aanbod, bedoeld in de eerste volzin, is gelijk aan de omvang van het programma-aanbod dat voor 5 oktober 2012 werd verspreid.

D

Na artikel V wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL Va. OVERGANGSBEPALING INZAKE DE TOEPASSING VAN PARAGRAAF 6.3.1.2 VAN DE MEDIAWET 2008

Als een natuurlijke persoon of rechtspersoon na de inwerkingtreding van deze wet een aanvang maakt met activiteiten als pakketaanbieder als bedoeld in artikel 6.9a van de Mediawet 2008 en met minder dan 250.000 abonnees een overeenkomst met betrekking tot de ontvangst van een of meer programmapakketten heeft gesloten, is in afwijking van artikel 6.12 van de Mediawet 2008 paragraaf 6.3.1.2 van die wet gedurende drie jaar na de aanvang van de activiteiten niet van toepassing. Artikel 6.12, tweede en derde lid, van de Mediawet 2008 is gedurende de drie jaar, bedoeld in de eerste volzin, van overeenkomstige toepassing. Van de aanvang van de activiteiten, bedoeld in de eerste volzin, wordt mededeling gedaan aan het Commissariaat voor de Media.

Toelichting

Onderdeel A

Zoals in antwoord op vragen van de leden van de fracties van de VVD en D66 in paragraaf 2.2 van de nota naar aanleiding van het verslag reeds is aangegeven, is het niet de bedoeling dat in strijd wordt gehandeld met het voorschrift dat de wet niet van toepassing is op pakketaanbieders met een beperkt aantal abonnees, doordat een moedermaatschappij activiteiten op het gebied van de verspreiding van programmapakketten onderbrengt bij één of meer dochtermaatschappijen. Dit onderdeel strekt ertoe dit te voorkomen; de aantallen abonnees van moedermaatschappij en dochtermaatschappij(en) worden bij elkaar opgeteld voor de vaststelling van het aantal abonnees, bedoeld in artikel 6.12, eerste lid.

In lijn met het antwoord op vragen van de leden van genoemde fracties is het aantal van 250.000 abonnees onder gelijktijdige totstandbrenging van overgangsrecht terzake teruggebracht naar 100.000 abonnees; zie verder de toelichting op onderdeel D.

Onderdeel C

De toevoeging van een volzin aan artikel IV, eerste lid, verduidelijkt dat een pakketaanbieder van de overgangsbepaling om tot 5 oktober 2017 een geringer programma-aanbod te verspreiden enkel gebruik kan maken als dat geringere programma-aanbod gelijk is aan de omvang van het programma-aanbod dat voor 5 oktober 2012 werd verspreid.

Onderdeel D

Startende aanbieders met een beperkt aantal abonnees worden in het kader van dit wetsvoorstel ontzien, nu besloten is het beperkt aantal abonnees van 250.000 terug te brengen naar 100.000. Het voorgestelde artikel Va bevat een overgangsbepaling voor pakketaanbieders die op het moment van de inwerkingtreding van het onderhavige wetsvoorstel starten met het verspreiden of doen verspreiden van programmapakketten en minder dan 250.000 abonnees hebben. In dat geval dienen zij uiterlijk drie jaar na het moment van de start van de activiteiten te voldoen aan het bepaalde in paragraaf 6.3.1.2 van de Mediawet.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Naar boven