33 426 Wijziging van de Mediawet 2008 in verband met de verspreiding van televisie- en radioprogrammakanalen door middel van omroepnetwerken en omroepzenders en de vaststelling van de minimale omvang van het standaardpakket televisie- en radioprogrammakanalen

Nr. 31 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID KLEIN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 18

Ontvangen 20 juni 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt onderdeel F als volgt gewijzigd:

1. In artikel 6.13, tweede lid, wordt de zinsnede «ten minste dertig» vervangen door: ten minste achtendertig.

2. Artikel 6.13, derde lid, onderdeel b komt te luiden:

  • b. alle televisieprogrammakanalen van de regionale publieke mediadienst met programma-aanbod als bedoeld in artikel 2.70;.

3. Artikel 6.13, derde lid, onderdeel c, vervalt.

4. In artikel 6.13, vijfde lid, onderdeel a, wordt de zinsnede «ten minste dertig» vervangen door: ten minste achtendertig.

5. In artikel 6.14, derde lid, wordt in de eerste volzin de zinsnede «onderdelen a, b en d» vervangen door: a en d.

6. Aan artikel 6.14, derde lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het standaardprogrammapakket omvat tevens één televisieprogrammakanaal van de regionale publieke mediadienst met programma-aanbod als bedoeld in artikel 2.70, dat bestemd is voor de provincie of het deel van de provincie waarbinnen de abonnees woonachtig zijn.

II

In artikel I, onderdeel H, wordt artikel 6.14c als volgt gewijzigd:

1. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 1a. Het standaardprogrammapakket, bedoeld in het eerste lid, omvat tevens één televisieprogrammakanaal van de regionale publieke mediadienst met programma-aanbod als bedoeld in artikel 2.70, dat bestemd is voor de provincie of het deel van de provincie waarbinnen de abonnees woonachtig zijn.

2. In het tweede lid wordt de zinsnede «derde lid, onderdelen c en d» vervangen door: derde lid, onderdelen b, c en d.

Toelichting

Dit amendement regelt dat alle televisieprogrammakanalen van de regionale publieke mediadienst in het digitale standaardprogrammapakket worden opgenomen zodat iedereen, overal in Nederland, toegang heeft tot de regionale publieke omroepen.

De enige reden die in de wetsbehandeling gegeven wordt, waarom niet alle regionale publiek gefinancierde zenders in het digitale basispakket opgenomen worden, is dat op een digitaal pakket van 30 zenders het aandeel regionale zenders dan onevenredig groot zou zijn.

De indiener heeft begrip voor dit standpunt. Daarom stelt hij voor om het minimum aantal programmakanalen niet te verhogen naar 30 kanalen maar naar 38 kanalen, zoals weergegeven in onderstaande tabel.

 

Wetsvoorstel digitaal pakket 30 kanalen

Na amendement digitaal pakket 38 kanalen

NPO

3 kanalen

3 kanalen

Regionale TV

1 kanaal woonplaats

1 kanaal woonplaats

Regionale TV

4 kanalen gemiddeld aangrenzende regio’s

12 regionale zenders

Lokale TV

1 kanaal

1 kanaal

België

3 kanalen

3 kanalen

Overige kanalen

18 kanalen

18 kanalen

Klein

Naar boven