33 426 Wijziging van de Mediawet 2008 in verband met de verspreiding van televisie- en radio programmakanalen door middel van omroepnetwerken en omroepzenders en de vaststelling van de minimale omvang van het standaardpakket televisie- en radioprogrammakanalen

Nr. 26 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID JASPER VAN DIJK TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 19

Ontvangen 14 juni 2013

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt onderdeel F als volgt gewijzigd:

1. In artikel 6.13, derde lid, vervalt in onderdeel d aan het slot het woord «en».

2. In artikel 6.13, derde lid, wordt na onderdeel d een onderdeel ingevoegd, luidende:

da. Ten hoogste twee televisieprogrammakanalen van de lokale publieke mediadienst met ander programma-aanbod dan bedoeld in onderdeel d, dat een lokale publieke media-instelling verzorgt en dat is gericht op specifieke bevolkings- en leeftijdsgroepen waaronder minderheden; en

3. In artikel 6.13, vierde lid, wordt in onderdeel d de zinsnede «één radioprogrammakanaal» vervangen door: ten hoogste vijf radioprogrammakanalen.

4. In artikel 6.14, derde lid, wordt de zinsnede «onderdelen a, b en d» vervangen door: onderdelen a, b, d en da.

5. In artikel 6.14, vierde lid, wordt de zinsnede «onderdelen a, b en c» vervangen door: onderdelen a, b, c en d.

II

In artikel I wordt onderdeel H als volgt gewijzigd:

1. In artikel 6.14b wordt de zinsnede «bedoeld in de onderdelen b, c en d» vervangen door: bedoeld in de onderdelen b, c, d en da.

2. In artikel 6.14c, tweede lid, wordt de zinsnede «derde lid, onderdelen c en d» vervangen door: derde lid, onderdelen c, d en da.

Toelichting

Het amendement regelt allereerst dat het standaardprogrammapakket waar het televisieprogrammakanalen betreft ten hoogste twee televisieprogrammakanalen van de lokale publieke mediadienst met programma-aanbod dat gericht is op specifieke bevolkings-en leeftijdsgroepen bevat. Ten tweede regelt het amendement dat het standaardprogrammapakket waar het radioprogrammakanalen betreft ten hoogste vijf radioprogrammakanalen van de lokale publieke mediadienst bevat die gericht zijn op specifieke bevolkings- en leeftijdsgroepen.

J. van Dijk

Naar boven