33 417 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 46 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT 1 VAN E. VAN O. TE 2 D.B. BETREFFENDE DE BESLAGLEGGING VAN EEN AUTO DIE OP ZIJN NAAM STOND

Vastgesteld 12 september 2013

Klacht

Verzoeker beklaagt zich over de gevolgen van de beslaglegging door de Belastingdienst van een auto die op zijn naam stond. Hij is van mening dat zijn beroepschrift tegen de beslaglegging ten onrechte is afgewezen.

Naar aanleiding van deze klacht heeft de Staatssecretaris van Financiën inlichtingen verstrekt aan de commissie.

Feiten

Verzoeker heeft op 30 juni 2012 een auto van een kennis gekocht en het kenteken terstond op zijn naam laten zetten. Echter, de belastingdeurwaarder had reeds op 22 mei 2012 de auto in beslag genomen ten laste van de vorige eigenaar, maar deze niet meteen afgevoerd. Toen de deurwaarder vervolgens op 5 juli 2012 tot verkoop wilde overgaan, was de auto niet aanwezig. Op 28 november 2012 werd het voertuig alsnog aangetroffen en meteen afgevoerd. Het beroepschrift tegen de inbeslagneming dat verzoeker nog diezelfde dag indiende, werd niet ontvankelijk verklaard omdat het niet binnen 7 dagen na de beslaglegging werd ontvangen. Het verzoek werd wel ambtshalve beoordeeld en gemotiveerd afgewezen. Na de afwijzing van het verzoekschrift, medio januari 2013, is het voertuig openbaar verkocht.

Overwegingen

Verzoeker zegt niet van de beslaglegging op de hoogte gesteld te zijn gesteld. De staatsecretaris antwoordt dat een verkrijger te goeder trouw in beginsel wordt ontzien, maar dat daar in dit geval twijfel over bestaat. Verzoeker zou een goede vriend zijn van de vorige eigenaar en kon desgevraagd geen betalingsbewijs overleggen van de aankoop van de auto. Verzoeker stelt voor een kentekenblokkade in te voeren als er een beslag op een voertuig wordt gelegd. De Staatssecretaris repliceert dat hem vanuit de praktijk geen problemen bekend zijn vanwege het ontbreken van zo’n blokkade en dat de invoering ervan een verzwaring voor het uitvoeringsapparaat zou betekenen.

Oordeel van de commissie3

Het standpunt van de Staatssecretaris kan worden gevolgd.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie, Neppérus

De griffier van de commissie, Roovers


X Noot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

X Noot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

X Noot
3

De commissie bestaat uit de leden: Neppérus (voorzitter) (VVD), Van Raak (SP), Van Toorenburg (CDA), Schouw (D66), Mulder (VVD), Dik-Faber (CU), Jacobi (PvdA), Helder (PVV) en de plaatsvervangend leden Van Oosten (VVD), Berndsen-Jansen (D66), Litjens (VVD) en Kuzu (PvdA).

Naar boven