Klacht
Verzoekster, een onderwijsinstelling, is van mening dat de staatssecretaris van Financiën
haar ten onrechte geen vrijstelling van overdrachtsbelasting heeft verleend op grond
van de hardheidsclausule ex artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen,
ter zake van de verkrijging van een tweetal stukken grond van een andere onderwijsinstelling.
Naar aanleiding van deze klacht heeft de staatssecretaris inlichtingen verstrekt aan
de commissie.
Feiten
Verzoekster heeft in 2007 een perceel grond in erfpacht verkregen van een andere onderwijsinstelling
en vergeefs om vrijstelling van heffing van overdrachtsbelasting verzocht. In 2010
heeft zij door ruil met een andere onderwijsinstelling een stuk grond verkregen, maar
daarbij een beroep op de vrijstelling maar achterwege gelaten. In beide gevallen heeft
zij dus overdrachtsbelasting betaald.
In februari 2012 heeft verzoekster vergeefs een beroep gedaan op de hardheidsclausule.
Overwegingen
Verzoekster wijst er op dat volgens de Wet Belastingen van rechtsverkeer verkrijgingen
door bepaalde andere onderwijsinstellingen, te weten rijksuniversiteiten, wel vrijgesteld
zijn van overdrachtsbelasting. Verder is zij van mening dat de wetgever met artikel
15, eerste lid, onderdeel k tot uiting heeft willen brengen dat hij in algemene zin
heffing van overdrachtsbelasting achterwege heeft willen laten bij bijzondere verkrijgingen
in de niet-commerciële sfeer tussen onderwijsinstellingen.
Rijksuniversiteiten genieten echter niet de vrijstelling omdat zij onderwijsinstellingen
zijn, maar omdat zij publiekrechtelijke rechtspersonen zijn als bedoeld in artikel
15, eerste lid, onderdeel c.
Een algemene vrijstellingsregeling voor onderwijsinstellingen heeft de wetgever niet
beoogd. Om voor vrijstelling van heffing van overdrachtsbelasting in aanmerking te
komen, moeten die verkrijgingen aan voorwaarden voldoen. In het geval van de verkrijgingen
van verzoekster is niet aan de voorwaarden voldaan. Zo is er geen sprake van een fusie
of van een taakoverdracht, maar uitsluitend van de verkrijging van stukken grond.
Oordeel van de commissie3
De staatssecretaris heeft terecht geen toepassing gegeven aan de hardheidsclausule,
omdat er geen sprake is van een door de wetgever niet bedoeld of onvoorzien gevolg.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie, Neppérus
De griffier van de commissie, Van Dijk