33 417 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 14 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT 1 VAN L. S. TE P. 2 BETREFFENDE HET IN REKENING BRENGEN VAN VERVOLGINGSKOSTEN DOOR DE BELASTINGDIENST

Vastgesteld 13 december 2012

Klacht

Verzoekster is van mening dat de belastingdienst haar ten onrechte zogenoemde vervolgingskosten in rekening brengt voor het uitbrengen van een dwangbevel met betrekking tot een voorlopige aanslag in de inkomstenbelasting. Die aanslag is volgens haar door toedoen van de belastingdienst zelf op haar oude woonadres bezorgd.

Naar aanleiding van deze klacht heeft de staatssecretaris van Financiën inlichtingen verstrekt aan de commissie.

Feiten

Verzoekster is in september 2011 van woonplaats veranderd. Zij ging er daarbij vanuit dat de adreswijziging door de gemeente aan de belastingdienst zou worden doorgegeven. In maart 2012 verzocht zij om uitstel voor het indienen van haar aangifte voor de inkomstenbelasting over 2011 en deed zekerheidshalve mededeling van de adreswijziging.

In juni 2012 ontvangt zij een dwangbevel met betrekking tot de betaling van een voorlopige aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over 2011. Daarbij worden haar vervolgingskosten in rekening gebracht, bestaande uit een boete en kosten van het dwangbevel. Bij brief van 22 juni 2012 beklaagt zij zich over het ontvangen van het dwangbevel en over de vervolgingskosten en stelt dat haar adreswijziging kennelijk niet goed door de belastingdienst is verwerk, zodat de voorlopige aanslag nog op haar oude adres is bezorgd, evenals een aanmaning.

In reactie daarop laat de belastingdienst weten dat de adreswijziging in september 2011 wel juist is verwerkt maar dat het oude adres een zogenoemd verplicht toezendadres was dat zij zelf had moeten laten wijzigen. De stukken bleven daarom naar het oude adres gestuurd worden.

Verzoekster vindt deze reactie op haar klacht onbevredigend.

Overwegingen

De belastingdienst heeft in zijn reactie op de klacht van verzoekster alleen uitgelegd hoe het kon gebeuren dat ondanks de doorgekomen adreswijziging stukken toch naar het oude woonadres werden gestuurd. Daarmee heeft de dienst echter geen standpunt ingenomen over de mate waarin dit aan verzoekster zelf te wijten was, die immers terecht mocht veronderstellen dat een mutatie in de gemeentelijke basisadministratie onverkort zou worden doorgevoerd in de administratie van de belastingdienst.

Ook de staatssecretaris is van mening dat de belastingdienst nog niet heeft beslist op het bezwaar van verzoekster tegen de in rekening gebrachte vervolgingskosten. De belastingdienst zal daarom nog op dat bezwaar reageren.

Oordeel van de commissie3

Nu verzoekster alsnog een reactie zal ontvangen op haar bezwaar tegen de vervolgingskosten,

zal de onvolkomenheid in de afhandeling van haar klacht worden hersteld.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie, Neppérus

De griffier van de commissie, Van Dijk


X Noot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

X Noot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

X Noot
3

De commissie bestaat uit de leden: Neppérus (voorzitter) (VVD), Van Raak (SP), Van Toorenburg (CDA), Schouw (D66), Mulder (VVD), Dik-Faber (CU) en de plaatsvervangend leden Van Oosten (VVD), Veldhoven (D66) en Litjens (VVD).

Naar boven