33 407 Invoering van een verhuurderheffing (Wet verhuurderheffing)

Nr. 16 AMENDEMENT VAN HET LID PAULUS JANSEN C.S.

Ontvangen 21 november 2012

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In de beweegreden wordt «dat het wenselijk is» vervangen door: dat het wenselijk is voor 2013.

II

In artikel 7 wordt «0,231%» vervangen door: 0,014%.

III

In artikel 9, tweede en derde lid, wordt «3 maanden» telkens vervangen door: 9 maanden.

IV

Artikel 10 vervalt.

V

Artikel 11 vervalt.

VI

In artikel 12 wordt «1 januari 2013» vervangen door: 1 januari 2013 en vervalt met ingang van 1 januari 2014.

VII

In artikel 13 wordt «Wet» vervangen door: Tijdelijke wet.

Toelichting

Het briefadvies «Doorrekening huurbeleid en effecten verhuurderheffing» van het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) van 20 november 2012 concludeert dat ruim 10% van de woningcorporaties failliet zal gaan en ongeveer een derde in de financiële problemen zal komen indien de verhuurderheffing van 2 miljard euro per jaar doorgaat. De 800 miljoen euro per jaar die via dit wetsvoorstel vanaf 2014 bij verhuurders wordt geheven is daarvan de eerste tranche. De indieners laten met dit amendement de beoogde opbrengst (50 miljoen euro) van het wetsvoorstel voor 2013 in tact. De werkingsduur van het wetsvoorstel wordt beperkt tot 2013. Daarmee wordt tijd gewonnen voor het ontwikkelen en afwegen van alternatieven voor de verhuurderheffing, die geen of minder schade toebrengen aan de corporatiesector en de bouwmarkt.

Mocht de discussie over de alternatieven niet leiden tot voldoende draagvlak, dan kan de beoogde opbrengst van de eerste tranche verhuurderheffing (vanaf 2014) alsnog wettelijk geregeld worden in het wetsvoorstel tweede tranche dat naar verwachting in het voorjaar van 2013 aan de Tweede Kamer aangeboden zal worden.

Bij de aanname van dit amendement wordt in het opschrift van het wetsvoorstel na «Invoering van een» ingevoegd «tijdelijke» en wordt «Wet» vervangen door: Tijdelijke wet.

P. Jansen Voortman Klein

Naar boven