33 402 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2013)

L MOTIE VAN HET LID SENT C.S.

Voorgesteld 18 december 2012

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat het kabinet voorstelt dat werknemers die op 31 december 2011 een aanspraak ingevolge een levensloopregeling hadden waarvan de waarde in het economische verkeer op die datum € 3 000 of hoger was tot en met 31 december 2021 bestedingsvrij over hun aanspraken ingevolge de levensloopregeling kunnen beschikken;

constaterende, dat voor alle deelnemers aan de levensloopregeling met een pensioendatum na 2021 dit betekent dat het op 31 december 2021 aanwezige levenslooptegoed op die datum verplicht (belast) vrijvalt;

overwegende, dat geld storten in een lijfrenteverzekering of bankspaarproduct voor de meeste mensen maar heel beperkt mogelijk is (voor zover zij geen pensioentekort hebben) en hen uiteindelijk dus niet dezelfde mogelijkheid geeft om (eventueel parttime) met vervroegd pensioen te gaan zoals dat kan bij de huidige levensloopregeling;

overwegende, dat deelnemers aan de levensloopregeling die -als ze dit had geweten – een andere keus zouden hebben gemaakt;

verzoekt het kabinet de mogelijkheid te onderzoeken om levenslooptegoeden in 2021 fiscaal geruisloos om te zetten in een derde pijler product en de Kamer daar voor 1 juli 2013 over te berichten

en gaat over tot de orde van de dag.

Sent

Reuten

De Boer

Ester

De Lange

Naar boven