33 400 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën

Z BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 maart 2013

Op 12 februari jl. ben ik bij uw Kamer uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek. Ik heb tijdens dat gesprek toegezegd u een schriftelijke reactie te doen toekomen ten aanzien van de motie van uw lid Strik (Eerste Kamer, vergaderjaar 2012–2013, 33 400, P). U treft hierbij mijn reactie aan.

In de bedoelde motie wordt de regering verzocht om het samenhangende energieverduurzamingsbeleid inzichtelijk te maken.

Daartoe wordt een overzicht van het budgettaire beslag van energierelevante subsidies en belastingmaatregelen weergegeven.

Het beleid gericht op de verduurzaming van energieproductie en gebruik benadert het kabinet langs drie wegen. Nieuwe opties voor hernieuwbare energie en energiebesparing dienen op een zo efficiënt mogelijke wijze te worden uitgerold. Daarnaast dragen we bij aan de ontwikkeling van die opties die thans nog te duur zijn om zelfstandig door de markt te worden opgepakt. En ten slotte dient vervuiling te worden ontmoedigd.

Dit beleid krijgt vorm door de inzet van subsidies en fiscale maatregelen, zowel op het vlak van meer hernieuwbare energie als op het vlak van energiebesparing.

Het stimuleren van hernieuwbare energie staat in het teken van de doelstelling die het kabinet zich voor 2020 oplegt, namelijk een aandeel van 16% hernieuwbare energie. Om dat doel te realiseren nemen de uitgaven voor de SDE+-regeling toe van 100 miljoen euro in 2013 naar 875 miljoen aan het eind van de kabinetsperiode.

Deze uitgaven worden gedekt uit een nieuwe opslag voor duurzame energie. Het wetsvoorstel dienaangaande is op 18 december jl. door uw Kamer aanvaard1. Dit vraagt zowel van burgers en bedrijven een bijdrage om het doel voor 2020 te kunnen realiseren. Dat leidt tot inkomenseffecten, die voor een gemiddeld huishouden oplopen van circa € 9 in 2013 naar € 80 in 2017.

Daarnaast is in 2013 als uitvloeisel van het Begrotingsakkoord een subsidieregeling voor de aanschaf van zonnepanelen van kracht. Voor deze stimuleringsmaatregel is in 2013 € 30 miljoen beschikbaar.

Ten aanzien van het afdekken van risico’s bij diepe geothermie is een garantstelling van kracht waarvoor jaarlijks € 10 miljoen beschikbaar is.

Voorts zet het kabinet in op het topsectorenbeleid teneinde innovatie verder te bevorderen. Energie is binnen dat beleid aangewezen als een van de topsectoren. Vorig jaar is het innovatiecontract Energie gesloten tussen Rijksoverheid en de betrokken maatschappelijke groeperingen, dat ziet op zowel het bevorderen van het aandeel hernieuwbare energie als energiebesparing.

Naast subsidies op het vlak van hernieuwbare energie en het topsectorenbeleid zijn ook fiscale maatregelen van kracht die aan het gebruik van energie kunnen worden gerelateerd. Van sommige fiscale maatregelen gaat ook een effect op het gebruiksgedrag uit. De energiebelasting alsmede de accijnzen op motorbrandstoffen en de recentelijk ingevoerde kolenbelasting voor kolencentrales zijn daar voorbeelden van.

Daarnaast worden belastinguitgaven ingezet, enerzijds om te negatieve lasteneffecten voor specifieke groepen gebruikers te verminderen (glastuinbouwsector, kerkgebouwen, non-profitinstellingen, en grote energie-intensieve bedrijven), anderzijds om gewenst gedrag te bevorderen. Zo worden door middel van de Energie-investeringsaftrek, de Milieu-investeringsaftrek en de Vervroegde afschrijving op milieu-investeringen bedrijfsinvesteringen in energiezuinige of hernieuwbare maatregelen bevorderd. Ook wordt onder andere via de motorrijtuigenbelasting op auto’s de keuze voor energiezuinige en schone auto’s bevorderd.

In bijgaande tabel worden de relevante uitgaven via subsidies alsmede de relevante belastinginkomsten en belastinguitgaven op het gebied van het bevorderen van energieverduurzaming voor deze kabinetsperiode vermeld.

Tabel: Subsidie-uitgaven, belastinginkomsten en belastinguitgaven gerelateerd aan het energieverbruik (bedragen in miljoen euro)
 

2013

2014

2015

2016

2017

Subsidies

         

Uitgaven duurzame energie

900

1.118

1.272

1.470

1.786

wv voor SDE+ (gedekt uit de opslag voor duurzame energie)

100

200

320

490

875

           

Energie-innovatie duurzame energie

32

20

8

2

2

Topsector Energie

24

23

40

21

40

Duurzame warmte voor bestaande woningen

4

5

5

6

 

Garantstelling diepe geothermie

10

       

Subsidieregeling zonnepanelen

30

Elektrisch rijden

4

2

1

   

CO2-afvang en opslag (CCS)

49

49

22

9

9

Green Deals

25

30

5

5

20

           

Belastinginkomsten gerelateerd aan energieverbruik1, 2

         

Energiebelasting

4.495

4.562

4.631

4.700

4.771

Accijns op benzine

4.100

4.162

4.224

4.287

4.352

Accijns op diesel/LPG

4.047

4.108

4.169

4.232

4.295

Brandstoffenheffing kolencentrales

105

115

117

118

120

           

Belastinginkomsten gerelateerd aan het autobezit1, 2

         

Motorrijtuigenbelasting (MRB)

3.624

3.680

3.735

3.790

3.845

Belasting op personenauto’s en motorrijwielen (BPM)

1.810

1.835

1.865

1.895

1.920

Belasting op zware motorrijtuigen

157

160

162

164

167

           

Belastinguitgaven ter compensatie van hoge lasten voor specifieke sectoren1

         

Energiebelasting: Verlaagd tarief glastuinbouw

134

135

136

137

138

Energiebelasting: Teruggaafregeling kerkgebouwen

8

8

8

9

9

Energiebelasting: Teruggaafregeling non-profit

26

28

29

30

31

Energiebelasting: Vrijstelling grootverbruik

8

6

6

6

6

Accijns: vrijstelling accijns luchtvaartuigen

1.012

1.033

1.053

1.073

1.093

Accijns: vrijstelling accijns communautaire wateren

851

869

885

902

919

MRB: vrijstelling motorrijtuigen van 25 jaar en ouder

222

241

241

242

243

MRB: vrijstelling voor taxi’s, ambulances, reinigingsdiensten

57

59

61

62

63

BPM: teruggaaf taxi’s, ambulances

76

79

83

86

89

           

Belastinguitgaven groene beleggingen

         

Vrijstelling Box III inkomstenbelasting

74

75

77

78

90

Heffingskorting

42

43

43

44

45

           

Belastinguitgaven ter bevordering van energiebesparing en hernieuwbare energie1

         

EIA

151

161

161

161

161

MIA

101

111

111

111

111

VAMIL

24

40

40

40

40

           

Belastinguitgaven ter bevordering van de aanschaf van schone en zuinige auto's1

         

Nihiltarief Motorrijtuigenbelasting voor zeer zuinige auto's

250

6

11

stimulans euro-6 dieselpersonenauto's

9

X Noot
1

Bron: Miljoenennota 2013

X Noot
2

voor de jaren 2014–2017 is uitgegaan van een inflatiecorrectie van 1,5% per jaar.

De minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Kamerstuk 33 115 Eerste Kamer, vergaderjaar 2012–2013, nummer 12, item 22.

Naar boven