33 400 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2013

Nr. 147 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 mei 2013

Bij de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2013 is de motie Pia Dijkstra over de digitale polis ingediend (Kamerstuk 33 400 XVI, nr. 67). In de motie wordt de regering verzocht de wet zodanig aan te passen dat de digitale polis de standaard wordt, tenzij de verzekerde hier expliciet niet mee instemt

(»digitale polis, tenzij»). Deze motie is door uw Kamer aangehouden (Handelingen II 2012/13, nr. 33, item 9, blz. 20–24).

In antwoord op de motie heb ik uw Kamer toegezegd de mogelijkheid van een «digitale polis, tenzij» optie te gaan verkennen door eerst met zorgverzekeraars hierover in gesprek te gaan. Dit gesprek heeft inmiddels plaatsgevonden. Resultaat van dit gesprek is dat zowel de leden van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) als de leden van de Vereniging van regionale zorgverzekeraars (VRZ) positief staan tegen het invoeren van een dergelijke optie.

Naast de mening van zorgverzekeraars vind ik ook het oordeel van verzekerden in deze van belang. Daarom heb ik ook de Nederlandse Patiënten Consumentenfederatie (NPCF) benaderd. De NPCF heeft aangegeven dat een «digitale polis, tenzij» optie een goed werkbare optie voor verzekerden kan zijn1. Wel geeft de NPCF twee aandachtspunten mee, namelijk:

  • 1) Invoering van deze optie mag er niet toe leiden dat de informatieverstrekking door zorgverzekeraars over (niet-) gecontracteerde zorg verslechtert. Nu geven de polisvoorwaarden een verwijzing naar waar deze informatie te vinden is en welke vergoedingsregels er gelden.

  • 2) Verzekeraars mogen geen extra kosten in rekening brengen bij verzekerden die gebruik willen maken van de mogelijkheid van een papieren verzekeringspolis.

Het verstrekken van digitale polissen is sinds 1 juli 2010 mogelijk (zie wetsvoorstel van het Ministerie van Justitie, Stb. 2010, 222). Het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering eisen dan wel dat verzekeringnemers «uitdrukkelijke toestemming» moeten geven aan het ontvangen van een digitale polis. Het invoeren van de digitale polis als standaard, tenzij de verzekerde aangeeft hier bezwaar tegen te hebben vergt aanpassing van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, wetten die niet onder mijn verantwoordelijkheid vallen. Over de wenselijkheid van deze aanpassing zal ik daarom in overleg treden met de Minister van Justitie. Van de uitkomsten van dit overleg zal ik uw Kamer op de hoogte brengen.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

NPCF ontvangt geen of weinig meldingen over het op papier dan wel digitaal verstrekken van polissen.

Naar boven