33 400 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (XII) voor het jaar 2013

Nr. 79 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2016

Hierbij informeer ik u, mede namens de Minister-President, dat binnenkort een Europese aanbesteding start ter vervanging van het huidige regeringsvliegtuig, de PH-KBX. Dit toestel, een Fokker-70, is aan het einde van zijn economische levenscyclus gekomen. Doorvliegen met dit toestel is niet langer kosteneffectief door het steeds minder beschikbaar zijn van Fokker-70’s. KLM Cityhopper, die de KBX vliegt en onderhoudt, zit bijvoorbeeld middenin de uitfasering van haar eigen vloot van Fokker 70 toestellen. De KLM heeft overeenkomstig de contractvoorwaarden het contract met de Staat der Nederlanden opgezegd per 1 juni 2017 in verband met deze uitfasering.

Het nieuwe regeringstoestel zal een gelijkwaardige passagierscapaciteit als het huidige toestel krijgen. Daarnaast zal het toestel de overzeese Koninkrijksdelen zonder tussenstop kunnen bereiken. Er zal een gepast en functioneel interieur komen.

Bij de aanschaf van een vervangend regeringsvliegtuig richt ik me op een zo kostenefficiënt mogelijke oplossing. Daarbij heeft het kabinet een sterke voorkeur voor een gebruikt («pre-owned») toestel.

Ik heb daarnaast de mogelijkheid onderzocht om een gebruikt («pre-owned») vliegtuig op een veiling in India aan te schaffen. Deze optie is echter niet doorgegaan vanwege de specifieke risico's die zich bij deze casus voordeden en die ten nadele zouden zijn voor de Nederlandse Staat.

Algemene achtergrond regeringsvliegtuig

Nederland beschikt sinds decennia over een regeringsvliegtuig dat wordt ingezet voor vluchten van Ministers, Staatssecretarissen en het Koninklijk Huis. Het huidige toestel, de KBX, is sinds 1996 in gebruik. Naar aanleiding van de aankomende uitfasering van dit toestel door KLM Cityhopper heeft het kabinet opnieuw nut en noodzaak van een regeringsvliegtuig tegen het licht gehouden en geoordeeld dat de overwegingen voor een eigen regeringsvliegtuig onverminderd van kracht zijn. Een belangrijke overweging is de flexibele inzetbaarheid: indien de omstandigheden daarom vragen kan het vliegtuig binnen 2 uur paraat staan zodat leden van de regering zich in een crisissituatie snel kunnen verplaatsen. Gezien de aard van de passagiers vormt veiligheid een andere belangrijke overweging. Om het personeel aan boord voldoende te kunnen screenen, dient deze de Nederlandse nationaliteit te hebben.

Inzet van het regeringsvliegtuig vindt plaats ten behoeve van leden van het kabinet en de leden van het Koninklijk Huis ter uitoefening van hun functie. Analyse van het gebruik (2015) laat zien dat het vliegtuig voornamelijk wordt gebruikt door de Minister-President en de Ministers en Staatssecretarissen (88%1) en voor een kleiner gedeelte door leden van het Koninklijk Huis (12%). In 2015 werd zo’n 540 uur gevlogen met het regeringsvliegtuig. Het huidige toestel is echter niet ontworpen voor lange afstanden. Om die reden wordt regelmatig gebruik gemaakt van andere opties zoals lijnvluchten.

Uit een analyse van de wijze waarop enkele andere EU-landen het vliegverkeer van het kabinet en waar van toepassing van leden van het Koninklijk Huis of de President organiseren, komt naar voren dat de meeste van de onderzochte landen hiervoor de beschikking hebben over een pool van drie of meer vliegtuigen. Type toestellen variëren van kleinere passagierstoestellen (Challenger, Gulfstream IV en Falcon) tot grote en zeer grote toestellen (Airbus A310, A330 en A340).

Inkoopstrategie en tijdpad

Voor de inkoopstrategie voor dit toestel wordt de markt gevraagd om kant en klare oplevering. Dat wil zeggen dat de aanschaf van het vliegtuig en de (aanpassing van) het interieur in één keer aanbesteed wordt. Op deze manier wordt de markt gevraagd een geschikt vliegtuig aan te bieden, dit (in geval van pre-owned) technisch op orde te brengen en het interieur op orde te brengen. De keuze voor deze werkwijze is ingegeven door het inperken van (interface)risico’s voor de Staat.

De huidige planning voor de Europese aanbesteding gaat ervan uit dat voor het einde van het jaar een keuze gemaakt kan worden. Op basis hiervan is de inschatting dat een vervangend vliegtuig eind 2017 in gebruik genomen kan worden.

Het kabinet verwacht voor de kosten van een vervangend toestel een range van € 50–€ 90 miljoen euro (inclusief belastingen). Zoals aangegeven wordt gezocht naar de meest kostenefficiënte oplossing, bij voorkeur een gebruikt («pre-owned») toestel. Dekking van de kosten van de aanschaf van het vliegtuig wordt gevonden binnen de departementale begrotingen en zal op de reguliere begrotingsmomenten aan de Kamer worden gepresenteerd.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Dit is inclusief Staatsbezoeken

Naar boven