Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 augustus 2013
De vaste commissie voor Defensie heeft mij op 27 juni jl. verzocht om een reactie
over berichtgeving van het ANP van 25 juni «dat extra geluidsoverlast door trillingen
in huizen rondom de helikopterbasis Gilze-Rijen vanaf 2015 wordt meegewogen in de
hinderscore». Tevens verzocht de commissie het onderzoek van TNO en het Nationaal
Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR), waar het ANP-bericht naar verwijst, naar
de Kamer te sturen.
Het desbetreffende ANP-bericht is gebaseerd op informatie die ik op 4 februari 2013
naar de Kamer heb gestuurd. In die brief meldde ik dat drie families nabij de vliegbasis
Gilze-Rijen zijn geïnformeerd over maatregelen naar aanleiding van onderzoek door
TNO en NLR naar geluidsoverlast en trillingen van helikopters. Een afschrift van de
brieven aan de families was daarbij gevoegd. In de brief van 4 februari informeerde
ik u verder dat de uitkomsten van het onderzoek worden meegewogen in de bepaling van
de hinderscore en dat dit gevolgen heeft voor de vast te stellen geluidszone voor
de vliegbasis Gilze-Rijen.
Dit onderwerp is vervolgens door de bij wet ingestelde Commissie van Overleg en Voorlichting
Milieuhygiëne (COVM) van de vliegbasis Gilze-Rijen apart geagendeerd voor haar vergadering
van 25 juni jl. In deze commissie zitten onder meer bestuurders van de provincie en
van de omliggende gemeenten, omwonenden en vertegenwoordigers van de Koninklijke luchtmacht
waaronder de basiscommandant. De vergaderingen van de COVM zijn openbaar. Deze discussie
in de COVM is door het ANP opgepakt, wat resulteerde in genoemd bericht. Het gevraagde
rapport van TNO en NLR, getiteld Literatuurstudie «Rattle Noise» van helikopters,
stuur ik met deze brief mee1.
Zoals ik u in mijn vervolgbrief van 4 maart jl. over dit onderwerp heb toegezegd,
ontvangt u nader bericht als de reactie van de drie families op het aanbod van Defensie
om naar aanleiding van het rapport van TNO en NLR hun huizen te kopen, bekend is.
De Minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert