33 400 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2013

Nr. 79 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 mei 2013

Hierbij bied ik u aan het jaarverslag van de Inspectie Militaire Gezondheidszorg (IMG) over het jaar 20121. De IMG ziet als onafhankelijk toezichthoudend orgaan binnen het Ministerie van Defensie toe op de kwaliteit van de militaire gezondheidszorg. De IMG werkt waar mogelijk samen met de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), conform de afspraken in het samenwerkingsconvenant. Ik hecht waarde aan de bevindingen en de aanbevelingen van de IMG. Deze betrek ik waar nodig bij de ontwikkeling van het defensiebeleid. Een aantal onderwerpen heeft mijn bijzondere aandacht.

Kwaliteit gezondheidszorg in Nederland

Zoals de IMG in zijn jaarverslag 2011 al vermeldde, voldoet de infrastructuur van een aantal gezondheidscentra niet aan de daarvoor geldende normen. Nieuw- of verbouw van enkele gezondheidscentra is opgenomen in het herbeleggingsplan vastgoed fase 2a. Daarnaast is de telefonische spoedlijn van de gezondheidscentra nog steeds niet overal uniform ingericht. De definitieve oplossing hiervoor, een defensiebreed alarmnummer, wordt naar verwachting in 2014 verwezenlijkt. Tot die tijd werk ik aan een tussentijdse oplossing die voldoet aan de door de IGZ en IMG gehanteerde normen.

De IMG constateert dat de Centrale Klachtencommissie Militaire Gezondheidszorg nog niet naar behoren functioneert. Ik acht een goed functionerende klachtencommissie een belangrijk instrument om de kwaliteit van de militaire gezondheidszorg te waarborgen. Daarom heb ik de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK) opdracht gegeven een onderzoek te verrichten naar de werkwijze en afhandeling van de klachten. Op basis van zijn bevindingen zal ik de noodzakelijke maatregelen treffen om de Centrale Klachtencommissie weer naar behoren te laten functioneren.

Kwaliteit gezondheidszorg buiten Nederland

De inzet van een Advanced Resuscitation Team (ART) bij de anti-piraterijmissies in de Hoorn van Afrika is noodzakelijk in verband met de grootte van het operatiegebied en de eisen aan de beschikbaarheid van acute traumatologische en chirurgische zorg binnen de vastgestelde tijdslimieten. Ik deel de mening van de IMG dat het ART niet kan worden gezien als vervangende chirurgische capaciteit. De regelgeving met betrekking tot de te leveren zorg, de voorbereiding, de werkwijze, de verantwoordelijkheidstoedeling en de aanwezige voorzieningen is inmiddels beschreven. In april 2013 is het personeel van de twee ART’s die zijn ingedeeld op Hr. Ms. Van Speijk hierin ook metterdaad getraind.

De operationele geneesmiddelenvoorziening is voorlopig verzekerd doordat de IMG en de IGZ een tijdelijke voorziening hebben getroffen. Dit neemt niet weg dat een structurele regeling noodzakelijk is die voldoet aan de wettelijke eisen. Dit wordt verwezenlijkt in de reorganisatie van de militaire gezondheidszorg.

Reorganisatie Gezondheidszorg

Ik deel met de IMG de waardering voor de zorgverleners. Met enthousiasme verrichten zij de werkzaamheden in een periode waarin het effect van de reorganisatie van de militaire gezondheidszorg voor het personeel steeds meer voelbaar wordt. Door de overname van alle taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de gezondheidscentra van de Operationele Commando’s door het Eerstelijns Gezondheidszorg Bedrijf en de Defensie Tandheelkundige Dienst, wordt de zorg in één Defensie Gezondheidszorg Organisatie (DGO) ondergebracht. Processen kunnen hierdoor worden gestandaardiseerd en onder eenhoofdige leiding gebracht en de volledige eerstelijns gezondheidszorg wordt onder één certificeerbaar kwaliteitssysteem gebracht. Ik ben het met de IMG eens dat een snelle overgang gewenst is. Zoals u weet is het mijn streven de reorganisaties zo spoedig mogelijk te voltooien.

Ten slotte

De aanbevelingen van de IMG in dit jaarverslag laat ik vastleggen in actiepunten. Verder zal het periodieke overleg tussen de IMG en de Commandant DGO over de toezichtbevindingen en aanbevelingen worden voortgezet.

De minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven