33 400 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2013

Nr. 47 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 december 2012

Heden is in het sectoroverleg Defensie met de centrales van overheidspersoneel gesproken over de gevolgen van de invoering van de Wet uniformering loonbegrip per 1 januari 2013. Met deze brief informeer ik u over de achtergrond en de uitkomst van dit overleg.

De Wet uniformering loonbegrip voert een uniform loonbegrip in voor de heffing van de loonbelasting, de premies voor volksverzekeringen, de premies voor werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet. De heffing wordt daardoor eenvoudiger en de administratieve lasten voor werkgevers nemen daardoor af.

De invoering van de wet heeft effecten op het inkomen van alle werknemers. Voor militairen is echter sprake van een onevenredig effect vanwege het voor hen geldende zorgstelsel. Zij profiteren daardoor niet van de afschaffing van de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet, maar worden wel geraakt door de algemene verhoging van de loon- en inkomstenbelasting. Als gevolg daarvan is er sprake van een inkomenseffect voor militairen van – 2,8 procent tot – 4,7 procent.

In het sectoroverleg is gesproken over het voorstel van Defensie om dit effect voor het jaar 2013 te compenseren en daarmee binnen de bandbreedte te brengen van maximaal – 1,5 procent, die geldt voor het effect op het inkomen van alle werknemers. Het gaat hier echter om een zeer ingewikkelde maatregel die niet eerder in het systeem kan worden verwerkt. Dit betekent dat militair personeel in de maanden januari tot en met maart 2013 eerst op een andere wijze gedeeltelijk worden gecompenseerd. Daardoor zullen sommige werknemers tijdelijk een effect van maximaal 2,3 procent ervaren. De centrales hebben dit voorstel afgewezen en het is voor hen aanleiding geweest het sectoroverleg Defensie op te schorten.

Opschorting van het overleg acht ik niet in het belang van het defensiepersoneel. Ik heb daarom besloten het voorstel tot compensatie toch uit te voeren. Ook is het belangrijk dat de reorganisatie verder kan gaan, zodat er voor het personeel zo spoedig mogelijk duidelijkheid bestaat over de toekomst. Om die reden heb ik besloten de Advies- en Arbitrage Commissie in te schakelen.

De minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven