33 400 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) en van de begrotingsstaten van Wonen en Rijksdienst (XVIII) voor het jaar 2013

Nr. 71 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 mei 2013

Bij het debat over de begroting voor 2013 van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft uw Kamer de motie Segers/Heijnen aangenomen (Kamerstuk 33 400-VII nr. 26), inzake het verzoek aan de regering, in overleg met Bonaire, Sint-Eustatius, Saba en de Rijksvertegenwoordiger concrete doelstellingen en maatregelen te formuleren om de overvloed aan wet- en regelgeving beter te kunnen verwerken, ambtelijke druk te verminderen en inefficiëntie tegen te gaan en de Kamer hierover voor mei 2013 te informeren.

Met dit schrijven meld ik u dat beantwoording van de motie helaas niet binnen de gestelde termijn mogelijk is, vanwege het feit dat het rapport «Mogelijkheden voor de deregulering en taakverlichting Caribisch Nederland», dat de basis vormt voor de beantwoording van deze motie, niet gereed is. De eilandbesturen van Bonaire, Sint Eustatius en Saba is gegund tot 1 juni 2013 kunnen te reageren op de conceptversie van het rapport. Het rapport is naar verwachting vlak voor de zomer gereed. De beantwoording zal in het najaar 2013 plaatsvinden.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven