Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juni 2013
Graag doe ik u, mede namens de minister-president, verslag van de Nederlands-Duitse
topconferentie die plaatsvond op 23 mei jl. in Kleef. Met deze conferentie is tevens
uitvoering gegeven aan Kamermotie nr. 71 (Kamerstuk 33 000 V) van 24 november 2011 van het lid Ten Broeke en het voormalig lid Ormel.
In de Duitse grensplaats Kleef vond een (eerste) Nederlands-Duitse topconferentie
plaats. Van Nederlandse zijde waren aanwezig minister-president Rutte, de ministers
Bussemaker, Dijsselbloem, Kamp, Plasterk, staatssecretaris Mansveld en ondergetekende.
Van Duitse zijde waren aanwezig bondskanselier Merkel, de ministers Westerwelle (Buitenlandse
Zaken), Altmaier (Milieu, Natuurbehoud en Nucleaire Veiligheid), Schäuble (Financiën)
en de staatssecretarissen Kapferer (Economie en Technologie) en Quinnet-Thielen (Onderwijs
& Onderzoek).
Na ontvangst door burgemeester Brauer van Kleef vonden bilaterale gesprekken tussen
de aanwezige bewindslieden plaats, gevolgd door een officiële ontvangst van minister-president
Rutte. Aansluitend vond een plenair gesprek plaats, in aanwezigheid van alle aanwezige
bewindslieden en voorgezeten door de beide regeringsleiders, met als thema duurzame
economische groei. Tijdens het gesprek werd ingegaan op strategische vragen en uitdagingen
waarvoor Europa zich gesteld ziet. Onder meer werd gesproken over de vraag hoe Europa
– met daarbinnen de eurozone – in een snel veranderende wereld economische groei en
ecologische duurzaamheid met elkaar kan verenigen. Enkele sleutelbegrippen in de discussie
waren versterking van het concurrentievermogen, innovatie, een zwaardere EU-rol met
betrekking tot energievraagstukken van de 21e eeuw, gezond financieel beleid, aanpak
van de (jeugd)werkloosheid en het inzetten van (jong) talent.
Concreet spraken Nederland en Duitsland af om gezamenlijk met het bedrijfsleven en
decentrale overheden grensoverschrijdend (MKB-)ondernemerschap en aansluiting van
arbeidsmarkten tussen onze landen te vergemakkelijken. Hierbij valt te denken aan
het verminderen van administratieve lasten en wederzijdse (h)erkenning van beroepskwalificaties,
waartoe een gezamenlijke agenda tussen de ministeries van Economische Zaken werd overeengekomen.
Voorts zijn afspraken gemaakt ten aanzien van uitwisseling van informatie en samenwerking
op de terreinen van hoger onderwijs (studiemobiliteit en studie-uitval) en wetenschappelijke
samenwerking, o.m. in het kader van het EU-programma Horizon2020.
Ook zijn er afspraken gemaakt over versterking van de energiesamenwerking (onder meer
over infrastructuur en leveringszekerheid) en gezamenlijke Nederlands-Duitse inzet
in internationale milieu en klimaatdiscussies.
Het is uniek dat Nederland en Duitsland in een dergelijke samenstelling, dat wil zeggen
met regeringsleiders en verscheidene bewindslieden tegelijk, bijeen waren. Het signaal
dat daarmee werd gegeven, is dat Nederland en Duitsland de reeds uitstekende bilaterale
band verder willen intensiveren door blijvende samenwerking op tal van beleidsterreinen.
Hiermee en met de concrete afspraken die zijn gemaakt, kan de conferentie een succes
worden genoemd.
Bondskanselier Merkel sloot het plenaire gesprek af met de opmerking dat het opvallend
is dat onze landen, geconfronteerd met dezelfde vragen en uitdagingen, deels voor
dezelfde en deels voor verschillende oplossingen kiezen. Juist daarom is het van belang
om zoveel mogelijk en zo breed mogelijk met elkaar in gesprek te blijven, ervaringen
uit te wisselen en waar mogelijk samen te werken en gezamenlijk op te trekken. Tijdens
de aansluitende persconferentie legde zij de nadruk op het koesteren en onderhouden
van de hechte Nederlands-Duitse vriendschap en noemde het hoog tijd een dergelijke
bijeenkomst te hebben.
De uitreiking van een eredoctoraat aan bondskanselier Merkel door de Radboud Universiteit
Nijmegen, hoewel losstaand van de bijeenkomst in Kleef, was een waardige afsluiting
van deze dag.
De minister van Buitenlandse Zaken,
F.C.G.M. Timmermans