33 400 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) en van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2013

Nr. 132 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 mei 2013

Graag bied ik u hierbij conform het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 11 april 2013verslag van het bezoek van President Poetin aan Nederland.

Inleiding

De Russische President Poetin bracht op maandag 8 april 2013 een kort bezoek aan Nederland. Met dit bezoek werd de officiële start gemarkeerd van het Nederlands-Russische bilaterale jaar. Hij werd begeleid door Vicepremier Dvorkovich en de Ministers Lavrov (Buitenlandse Zaken), Belousov (Economische Ontwikkeling), Livanov (Onderwijs) en Skvortsova (Gezondheidszorg) en ook door enkele regionale leiders. Ten behoeve van het afsluitende CEO Round Table diner was een twintigtal topmanagers meegevlogen. Parallel aan het bezoek van de President vond de Netherlands-Russia Business Meet (NRBM) in de Beurs van Berlage plaats.

Het officiële programma begon bij museum «Hermitage aan de Amstel» waar Hare Majesteit de Koningin en de President het bilaterale jaar opende. Na korte toespraken van Vicepremier Dvorkovich en mijzelf bezochten beide staatshoofden de Peter de Grote tentoonstelling en onthulden zij een plaquette ter ere van de opening van het jaar.

Bilaterale economische relatie

Tijdens hun ontmoeting in het Scheepvaartmuseum gaven Minister-President Rutte en President Poetin aan tevreden te zijn over de bilaterale economische relatie, die ruimte biedt voor verdere groei, en bespraken zij verschillende specifieke bedrijfsbelangen. De President noemde Nederland en de EU belangrijke handelspartners, waarbij de bestaande visumregeling een belemmering vormt voor de economische relaties. De Minister-President bevestigde zijn deelname aan het St. Petersburg Internationaal Economisch Forum. Hij nodigde President Poetin uit voor de Nuclear Security Summit in maart 2014 in Den Haag.

In het delegatie-overleg, waarbij de President veel ruimte liet aan zijn bewindspersonen, werd uitvoerig bij de bilaterale economische relatie stil gestaan. Vicepremier Dvorkovich en Minister Ploumen, als co-voorzitters van de Gemengde Economische Commissie, benadrukten het belang om samenwerking te bevorderen en hindernissen weg te nemen. De Minister-President en Minister Kamp reageerden begripvol maar afhoudend op de Russische zorgen over de consequenties van het zogenaamde 3de Energiepakket en over de eisen die De Nederlandsche Bank stelt aan dekking die Nederlandse banken moeten aanhouden voor de financiering van investeringen in Rusland. De Ministers Ploumen, Bussemaker en Schippers noemden de mogelijkheden voor verdere samenwerking op het gebied van infrastructuur, gezondheidszorg en onderwijs en innovatie. Verschillende Ministers ondertekenden Memoranda ter bezegeling van de intenties tot samenwerking. Minister Ploumen ondertekende met minister Belousov memoranda over voortzetting van het Presidentsprogramma (stages voor Russische managers) en over samenwerking op het gebied van handelsbevordering en innovatie; minister Schippers met minister Skvortsova over de samenwerking op het gebied van gezondheidszorg. En ministers Bussemaker en Livanov ondertekenden een memorandum over verdere samenwerking op het gebied van onderwijs en wetenschap. Naast deze intergouvernementele afspraken werden 15 overeenkomsten tussen bedrijven en universiteiten ondertekend.

Vicepremier Dvorkovich nam samen met de Ministers Ploumen en Kamp deel aan de NRBM. De NRBM, georganiseerd door mijn ministerie, ING en KPMG, was een goed bezocht evenement met circa 600 deelnemende bedrijven, waarvan circa 30% afkomstig uit Rusland. Tijdens verschillende parallelle sessies op het gebied van innovatie, gezondheidszorg, infrastructuur/logistiek, agri-food, en energie werden mogelijkheden voor samenwerking nader onderzocht.

Ter afsluiting dineerden de President en de Minister-President met 20 Nederlandse en 17 Russische topondernemers waarbij, gemodereerd door VNO-NCW voorzitter Wientjes en diens Russische tegenhanger Shokhin, verschillende thema’s aan de orde werden gesteld. Naast bestaande samenwerking werden nieuwe mogelijkheden op het gebied van energiewinning, gezondheidszorg, voedselproductie en distributie onderzocht, en werd de noodzaak van de betrouwbaarheid van het zakenklimaat voor wederzijdse investeringen besproken.

Mensenrechten

Zowel tijdens de verschillende gesprekken alsook tijdens de persconferentie van de Minister-President en de President werd veel tijd ingeruimd voor het thema mensenrechten. Zo werden de Nederlandse zorgen over de NGO-wetgeving en recente onderzoeken opgebracht. Volgens de President week de Russische wetgeving niet af van vergelijkbare wetgeving in de VS en andere landen die Nederland als democratie aanmerkt. Volgens de President zouden NGO’s in Rusland een bedrag van US$ 1 miljard uit het buitenland hebben ontvangen. De wet verbiedt dit niet, maar NGO’s dienen wel geregistreerd te worden en bekend moet zijn hoe zij gefinancierd worden, aldus de President.

President Poetin merkte ten aanzien van Sergei Magnitsky op het te betreuren dat deze in gevangenschap een natuurlijke dood was gestorven, maar hij zou niet zijn gefolterd. Minister-President Rutte herhaalde dat het postume proces tegen Magnitsky in Nederland als ongepast werd beschouwd dat ook negatieve economische gevolgen voor Rusland en voor de bilaterale relatie kan hebben.

Ten aanzien van de door de Minister-President opgebrachte zorgen over de concept federale LGBT antipropaganda wetgeving merkte President Poetin op dat deze voorlopig alleen in een aantal regio’s was aangenomen. Hij herhaalde dat de wetgeving geen discriminatie behelst maar slechts gericht is tegen het propageren van homoseksualiteit onder minderjarigen; de rechten van seksuele minderheden werden in Rusland niet beperkt. Hij voegde daar uitdrukkelijk aan toe: «Ik als President van alle Russen ben van plan hun rechten te verbeteren. Er zijn geen belemmeringen voor hen, zij nemen deel aan de maatschappij en krijgen zelfs staatsprijzen.» Het Westen diende zich te realiseren dat Rusland verschilt qua geschiedenis, culturen en tradities. De Minister-President wees er op dat seksuele geaardheid en vrijheid van meningsuiting grondrechten zijn, rechten van menselijke waardigheid.

De Minister-President vroeg naar het Russische onderzoek naar de dood van RTL cameraman Stan Storimans in 2008. President Poetin gaf aan niet bekend te zijn met de opdracht tot een onderzoek hiernaar van zijn ambtsvoorganger, maar hij zegde toe dit te zullen laten uitzoeken.

Van Russische zijde werden zorgen uitgesproken over de recente rechtelijke uitspraak over de toelaatbaarheid van de pedofilievereniging «Martijn». Ook het feit dat een politieke partij in de Tweede Kamer vrouwen uitsluit van politieke functies wekte bij de Russische gesprekspartner bevreemding.

Tijdens mijn aparte ontmoeting met Minister Lavrov spraken wij over het NL-RF-Jaar en de mensenrechtensituatie, in het bijzonder over de Nederlandse zorgen over de (toepassing van de) Russische NGO wetgeving. Verder bespraken wij de mogelijkheden en voorwaarden voor een onderzoek naar de inzet van chemische wapens in Syrië. Ik herhaalde de Nederlandse wens de kwestie rond de Koenigscollectie nog tijdens het bilaterale jaar tot een goed einde te brengen. Ten slotte heb ik Minister Lavrov geïnformeerd over de verwachte publicatie van het rapport over het overlijden van Alexander Dolmatov.

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Naar boven