33 400 B Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2013

Nr. 18 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 mei 2013

Hierbij bied ik u mede namens de Staatssecretaris van Financiën op grond van artikel 20 van de Financiële-verhoudingswet (Fvw) het jaarlijkse Onderhoudsrapport Specifieke Uitkeringen (OSU) aan. Het doel van dit onderhoudsrapport is om inzicht te bieden in het stelsel van specifieke uitkeringen en het onderhoud van dit stelsel. Opgenomen is een lijst met gegevens van de huidige specifieke uitkeringen en een duiding van de ontwikkelingen daarvan. Specifieke uitkeringen zijn «bijdragen uit ‘s Rijks kas die door of vanwege een Minister die het aangaat onder voorwaarden ten behoeve van een bepaald openbaar belang aan provincies of gemeenten wordt verstrekt».1 Het betreft dus geoormerkt geld dat alleen voor een bepaald doel mag worden gebruikt.

In de Voortgangsrapportage SiSa van 21 december 20122 heb ik tevens aangekondigd u bij de toezending van dit Onderhoudsrapport Specifieke Uitkeringen te informeren over de verdere voortgang van de verbetermaatregelen die in gang zijn gezet ten aanzien van de werking en toepassing van Single information Single audit (SiSa). SiSa houdt eenmalige informatieverstrekking met eenmalige accountantscontrole van de verantwoordingsinformatie in. Vóór 2006 moesten medeoverheden over iedere specifieke uitkering een aparte verantwoording met daarbij een controleverklaring van de accountant inleveren. Sinds SiSa wordt de verantwoordingsinformatie opgenomen in één bijlage, de zogeheten SiSa-bijlage, die een onderdeel vormt van de reguliere jaarrekening van de medeoverheid en die daarmee ook valt onder de werking van de controleverklaring die de accountant afgeeft bij die jaarrekening.

1. Ontwikkeling specifieke uitkeringen

Aantal specifieke uitkeringen afgenomen

In de bijlage bij deze brief is een gedetailleerd overzicht opgenomen van de huidige specifieke uitkeringen3. In lijn met het beleid van de afgelopen jaren is het aantal specifieke uitkeringen verder afgenomen. Het OSU 2012 liet zien dat het Rijk 55 specifieke uitkeringen verstrekte in dat jaar. In 2013 zet de dalende trend zich door. Momenteel bevat het OSU 45 uitkeringen. Dat is een vermindering van 18% ten opzichte 2012. Tabel 1 toont de ontwikkeling van het aantal specifieke uitkeringen gedurende de afgelopen jaren.

Tabel 1: Aantal specifieke uitkeringen naar Ministerie en jaar (terugkijkend)

Ministerie

2007

2008

2009

2010

2011 (oud)

2011 (nieuw)

2012

2013

Verschil t.o.v. 2012

WWI

12

11

6

4

   

I&A

3

2

 

– 2

BZK

12

6

6

3

3

4

3

3

EZ

10

8

9

12

10

8

– 1

LNV

4

4

4

5

5

 

EL&I

15

9

 

FIN

1

1

   

J&G

6

5

4

3

   

VWS

18

9

7

5

5

8

5

5

 

JUS

10

4

5

4

3

   

V&J

3

3

2

– 1

OCW

21

14

14

6

4

4

3

2

– 1

SZW

22

10

9

7

7

7

6

5

– 1

V&W

10

8

12

11

7

   

VROM

26

19

27

25

24

   

I&M

31

24

20

– 4

Totaal

134

101

109

88

75

75

55

45

– 10

De komende jaren zal de trend van vermindering zich naar verwachting verder doorzetten. Tabel 2 geeft deze verwachting in cijfers weer.

Tabel 2: Prognose aantal specifieke uitkeringen

Ministerie

2013

2014

2015

2016

BZK

3

3

1

1

EZ

8

5

4

4

VWS

5

5

4

4

V&J

2

2

2

2

OCW

2

2

2

2

SZW

5

5

4

4

I&M

20

18

16

13

Totaal

45

40

33

30

De financiële omvang van de specifieke uitkeringen

Tabel 3 laat zien dat het totale bedrag dat op dit moment begroot is voor specifieke uitkeringen aan medeoverheden 12,7 miljard euro bedraagt. Dat betekent een stijging van 348 miljoen euro ten opzichte van 2012. De kwantitatieve afname van het aantal specifieke uitkeringen gaat dus niet gepaard met een afname in euro’s. Dat betekent dat het gemiddelde bedrag per specifieke uitkering hoger komt te liggen (stijging van 26%).

Tabel 3: Bedrag specifieke uitkeringen naar Ministerie en jaar (x € mln.)

Ministerie

2006

2007

2008

2009

2010

2011 (oud)

2011 (nieuw)

2012

2013

Verschil t.o.v. 2012

WWI

1.352

1.347

311

11

   

I&A

4

0

   

BZK

440

857

103

96

105

133

11

14

3

– 11

EZ (EL&I)

96

146

118

90

101

124

845

68

47

– 21

LNV

23

429

430

511

526

721

   

FIN

74

57

55

   

J&G

1.272

1.322

1.356

1.504

   

VWS

1.405

1.342

85

111

145

45

399

1.621

1.588

– 33

V&J (JUS)

21

139

35

1

11

10

1.289

131

128

– 3

OCW

1.914

1.661

1.622

928

212

301

301

363

388

25

SZW

8.734

8.261

7.855

8.130

8.938

8.237

8.237

7.839

8.570

731

V&W

1.508

2.080

1.951

2.130

2.429

2.092

   

VROM

914

1.166

282

602

391

204

   

I&M

2.296

2.288

1.948

– 340

Totaal

15.130

16.137

15.161

15.269

14.526

13.383

13.383

12.324

12.672

348

2. Verbetermaatregelen SiSa

Inbedding SiSa in gemeenten

In april 2013 heeft Ernst&Young het door mij in de brief van 21 december 2012 aangekondigde onderzoek afgerond naar de wijze waarop de verantwoording van specifieke uitkeringen binnen gemeenten is georganiseerd. Het onderzoek heeft een modelwerkwijze opgeleverd voor gemeenten voor het verbeteren van het verantwoordingsproces. Hierover zal ik actief gaan communiceren met de gemeenten. In februari zijn de voorlopige bevindingen van dit onderzoek reeds gepresenteerd in een van de workshops tijdens de zogeheten «SiSa-dagen». Op deze manier konden de onderzoekers de voorlopige bevindingen toetsen op draagvlak en haalbaarheid én was het mogelijk om deze eerste bevindingen ook al effect te laten sorteren bij de invulling van de verantwoordingen 2012 waar gemeenten op dat moment mee bezig waren. Op basis van de conclusies en aanbevelingen uit het onderzoek bepaal ik nog voor de zomer welke vervolgacties in gang worden gezet.

Uniformering rijksregelgeving

De afgelopen periode is een start gemaakt met het stroomlijnen en aanscherpen op rijksniveau van het beleid en de regelgeving ten aanzien van specifieke uitkeringen. Momenteel wordt een analyse gemaakt van de verschillen in regelgeving tussen departementen. Op basis van deze analyse zal in overleg met departementen worden toegewerkt naar een kader om betere uniformering van de rijksregelgeving te bewerkstelligen. De uniformering richt zich naast terugvorderinggronden ook op de omschrijving en toepassing van belangrijke begrippen en bepalingen. Zoals ook meegedeeld in mijn brief van 21 december 2012 zal voor de zomer van 2013 duidelijk moeten zijn tot welke concrete aanpassingen zullen moeten worden doorgevoerd in de SiSa-regelgeving.

Praktijkbrochure en workshops

De Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants is actief bezig met de concrete vraagstukken die zich voordoen rond de jaarlijkse controle van de SiSa-bijlagen. Daartoe is o.a. het ontwerp voor een nieuwe praktijkbrochure in procedure gebracht en vindt geregeld onderlinge afstemming plaats tussen de controlerende accountants.

Single review 2012

Single review is de jaarlijkse deelwaarneming door de Auditdienst Rijk (ADR) op de dossiers van de controlerende accountants bij de medeoverheden. De ADR heeft bij brief van 30 november 2012 op basis van single review 2012 aangegeven dat de SiSa-bijlagen van de medeoverheden over 2011 door de departementen gebruikt kunnen worden bij de vaststelling van hun specifieke uitkeringen. De Algemene Rekenkamer (AR) onderschrijft de conclusie van de ADR, dat er naar verwachting geen belangrijke resterende tekortkomingen zijn in de controle op de SiSa-bijlagen 2011, en dat met inachtneming van enkele concreet aangeduide bevindingen de SiSa-bijlagen 2011 gebruikt kunnen worden door de departementen voor de vaststelling van de specifieke uitkeringen.

Single review 2013

De aangekondigde nieuwe aanpak van single review 2013 (over het verantwoordingsjaar 2012) is inmiddels verder uitgewerkt. Deze aanpak heeft tot doel om de kwaliteitsborging bij de accountantskantoren te stimuleren en eventuele herstelacties gerichter te kunnen uitvoeren. De drie grootste accountantskantoren zullen hun interne kwaliteitsborgingsystemen transparanter maken en meer toespitsen op SiSa. Met de kleinere bij SiSa betrokken kantoren zijn maatwerkafspraken gemaakt. De nieuwe aanpak maakt het mogelijk om per kantoor conclusies te trekken over de kwaliteit van de controle. De ADR zal haar review-bevindingen en het rapport in september afronden. Het doel is vervolgens om het gehele single review proces 2013, inclusief de beoordeling door de Algemene Rekenkamer, uiterlijk 1 december 2013 af te ronden om tijdige vaststelling van de specifieke uitkeringen door de departementen mogelijk te maken.

Overzicht specifieke uitkeringen bij de rijksbegroting

In het geheel van de maatregelen tot verbetering van het SiSa-proces past ook dat het Rijk tijdig duidelijkheid verschaft over specifieke uitkeringen. Bij de jaarlijkse begrotingsvoorbereiding is in principe bekend welke uitkeringen in het begrotingsjaar worden verstrekt, welke bedragen daarmee meerjarig zijn gemoeid en welke regelingen van toepassing zijn. Deze informatie kan dan ook op dat moment – dus als onderdeel van het begrotingsproces – zoveel mogelijk expliciet worden gemaakt. Dat helpt de ontvangers van de specifieke uitkeringen om tijdig bij het begin van het begrotingsjaar hun interne processen in te richten op de gevraagde informatie en verhoogt daarmee de kwaliteit van de SiSa-verantwoording over het betreffende jaar. Daarom zullen de rijksbegrotingvoorschriften (RBV) zodanig worden aangepast dat de Ministeries bij de begrotingsvoorbereiding bovenstaande informatie aanleveren bij het Ministerie van BZK. Deze informatie zal vervolgens in een aparte Bijlage specifieke uitkeringen bij de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden gevoegd.

Analyse specifieke uitkeringen en toekomstperspectief

Zoals eerder aangekondigd in de Voortgangsrapportage d.d. 21 december 2012, ben ik voornemens om te komen tot een vereenvoudiging van het huidige stelsel van uitkeringen aan medeoverheden. Naast de algemene uitkering en specifieke uitkeringen zijn er de afgelopen jaren vele tussenvormen en varianten ontstaan, zoals decentralisatie-uitkeringen, integratie-uitkeringen, verzameluitkeringen en brede-doeluitkeringen. Door mijn Ministerie worden de mogelijkheden tot vereenvoudiging momenteel onderzocht, in samenspraak met verstrekkende Ministeries. De doelstellingen uit het regeerakkoord van deregulering en vermindering van bestuurlijke en ambtelijke drukte zijn hierbij leidend. Uitgangspunten zijn voorts, ook voor nieuwe uitkeringen: beperking van de interbestuurlijke lasten en heldere financiële verhoudingen, waar het de onderlinge verantwoordelijkheidsverdeling betreft en de bijbehorende wijze van verantwoording en informatievoorziening.

Concreet leidt dit voor de korte termijn, nog voor de zomer, tot een scherper kader voor het instellen van specifieke uitkeringen en de inrichting hiervan. Dit moet een krachtiger regie op het huidige verantwoordingsproces ondersteunen en een permanente, jaarlijkse evaluatie van bestaande uitkeringen faciliteren. Voorts richt ik mij voor de (middel)lange termijn op het toekomstperspectief voor specifieke uitkeringen, de hierbij behorende verantwoording en de positionering binnen de bestuurlijke en financiële verhouding als geheel. Dit bevat voorstellen voor de aangekondigde vereenvoudiging van het uitkeringenstelsel. Over deze voorstellen zal ik u in september informeren.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties a.i., S.A. Blok


X Noot
1

Artikel 15a lid 1 Financiële verhoudingwet.

X Noot
2

Kamerstuk 33 400 B, nr. 5 herdruk

X Noot
3

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven