33 368 Wijziging van de Politiewet 2012 in verband met de positie van de koprschef en van de regioburgemeester alsmede enkele andere verbeteringen

Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 september 2012

Bijgaand treft u ter informatie aan een brief van de Algemene Rekenkamer van 28 augustus jl. *. De brief heeft betrekking op het bij uw Kamer ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Politiewet 2012 in verband met de positie van de korpschef en van de regioburgemeester alsmede enkele andere verbeteringen.

De brief is ontvangen nadat de Afdeling advisering van de Raad van State over het wetsontwerp had geadviseerd. Dat is het gevolg van het feit dat de adviesaanvraag aan de Afdeling advisering onverwijld na de aanvaarding van de Politiewet 2012 door de Eerste Kamer is gedaan, om zodoende mijn toezegging aan de Eerste Kamer ten aanzien van wijziging van die wet gestand te kunnen doen.

De brief geeft mij geen aanleiding tot heroverweging van (onderdelen van) het wetsontwerp. Ik wijs uw Kamer er ter voorkoming van misverstanden wel op dat de brief ten onrechte melding maakt van een budgetrecht van uw Kamer ten aanzien van de begroting van de politie. De begroting van de politie, die in een aparte rechtspersoon is vormgegeven, is géén onderdeel van de departementale begroting, ten aanzien waarvan u uiteraard wél een budgetrecht heeft. De indicatieve concept-begroting op hoofdlijnen van de politie zal u overigens wel ter gelegenheid van de departementale begroting ter informatie worden toegezonden.

De minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

*) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven