Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 maart 2020
Met deze brief wordt uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van het bestuurlijk
overleg van 6 maart 2020. Gelijktijdig met deze brief worden de staten van Zeeland,
de gemeenteraad van Vlissingen en het waterschap Scheldestromen op gelijke wijze per
brief geïnformeerd.
Dit overleg heb ik met bestuurders uit Zeeland gevoerd over de verkenning van een
ruimhartig compensatiepakket voor Vlissingen en Zeeland in het kader van het voorgenomen
besluit van het kabinet om de marinierskazerne niet in Vlissingen te bouwen.
Met dit bestuurlijk overleg starten betrokken overheden vanuit gelijkwaardigheid en
vanuit hun eigen rollen een gezamenlijk proces met de nadrukkelijke inzet om te komen
tot gezamenlijke besluitvorming, waarbij redelijkheid en billijkheid als uitgangspunt
gelden voor alle partijen. Doel is om te komen tot een compensatiepakket dat voor
alle partijen acceptabel is. De uiteindelijke beslissing over de vraag of men instemt
met het voorgestelde pakket aan maatregelen blijft een beslissing van deze autonome
bestuursorganen.
Dit bestuurlijke proces en de daaropvolgende bestuurlijke besluitvorming dienen bij
te dragen aan het herstel van vertrouwen vanuit Zeeland in het kabinet.
In het bestuurlijk overleg vandaag zijn afspraken gemaakt over een gezamenlijke opdracht
aan de speciaal adviseur inclusief een tijdpad. Deze is als bijlage bij deze brief
toegevoegd1. Bernard Wientjes is bereid gevonden om de rol van speciaal adviseur op zich te nemen.
Met deze brief geef ik tevens invulling aan de toezegging van de Staatssecretaris
van Defensie, gedaan in het debat met uw Kamer van 20 februari jl. (Handelingen II
2019/20, nr. 57, debat over de voorgenomen verhuizing van de marinierskazerne in Doorn),
dat er na het voorjaarsreces een brief wordt gestuurd naar de Staten van Zeeland en
de Tweede Kamer.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops