33 348 Regels ter bescherming van de natuur (Wet natuurbescherming)

Nr. 88 AMENDEMENT VAN HET LID KLEIN

Ontvangen 16 juni 2015

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Aan artikel 3.18, tweede lid, worden, onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel e, zes dieren toegevoegd, luidende:

  • f. grauwe gans (Anser anser);

  • g. kolgans (Anser albifrons);

  • h. wild zwijn (Sus scrofa);

  • i. ree (Capreolus capreolus);

  • j. damhert (Dama dama), en

  • k. edelhert (Cervus elaphus).

Toelichting

De wildlijst met soorten waarop kan worden gejaagd – de wilde eend, de fazant, de haas, het konijn en de houtduif – is in dit amendement aangevuld met een beperkt aantal soorten, namelijk: de grauwe gans, de kolgans, het damhert, het edelhert, de ree en het wilde zwijn. De beperkte uitbreiding van de wildlijst voldoet aan de ook bij de totstandkoming van de Flora- en faunawet gehanteerde criteria voor de plaatsing van soorten op de wildlijst. Het gaat bij de toegevoegde soorten om soorten die zich lenen voor benutting, die algemeen voorkomen en die bovendien de jachtdruk kunnen verdragen. Als aanvullend criterium is gehanteerd dat de jacht de bestrijding van schade door de betrokken soort en het voor de soort noodzakelijke populatie-beheer kan ondersteunen.

Klein

Naar boven