33 348 Regels ter bescherming van de natuur (Wet natuurbescherming)

Nr. 42 AMENDEMENT VAN HET LID GEURTS

Ontvangen 11 juni 2015

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel 1.1, derde lid, wordt «1.8a, derde lid, en 1.10» vervangen door: 1.10 en 1.12.

II

Artikel 1.8a vervalt.

III

Artikel 1.12 komt te luiden:

Artikel 1.12

Elk bestuursorgaan houdt bij het treffen van maatregelen op grond van deze wet rekening met de vereisten op economisch, sociaal en cultureel gebied, en met de regionale en lokale bijzonderheden, onverminderd de artikelen 2.8, 3.3, vierde lid, en 3.8, vijfde lid.

Toelichting

Dit amendement schrapt de doelbepaling van artikel 1.8a en herstelt het artikel 1.12 dat vervallen is verklaard bij nota van wijziging van 18 juni 2014. De Afdeling advisering van de Raad van State stelt dat de voorgestelde doelbepaling van artikel 1.8a geen toegevoegde waarde heeft en geen enkele functie vervult in het wetsvoorstel en daarnaast verwarring kan scheppen. De doelbepaling past volgens de Afdeling niet bij de wet als grondslag voor overheidshandelen en draagt ook niet bij aan de rechtszekerheid van burgers. De Afdeling heeft daarom geadviseerd om artikel 1.8a, eerste en tweede lid te schrappen.

De indiener beoogt verwarring te voorkomen over de mogelijke zelfstandige betekenis van deze doelbepaling. Ook is een overweging dat in het wetsvoorstel de intrinsieke waarde van het dier al tot uitdrukking komt in de zorgplicht (voorgesteld artikel 1.9), in de bepaling dat een ieder die een in het wild levend dier doodt of vangt voorkomt dat het dier onnodig lijdt (voorgesteld artikel 3.22, eerste lid) en in de beschermingsregimes voor in het wild levende dieren en planten (voorgestelde paragrafen 3.1, 3.2 en 3.3). Ook het in de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de Wet dieren opgenomen verbod op dierenmishandeling, waaraan de intrinsieke waarde van het dier ten grondslag ligt, is onverkort van toepassing op in het wild levende dieren.

Geurts

Naar boven