33 348 Regels ter bescherming van de natuur (Wet natuurbescherming)

Nr. 164 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID THIEME TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 29

Ontvangen 30 juni 2015

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel 3.21 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de puntkomma aan het slot van onderdeel a vervangen door «, dan wel», vervallen de onderdelen b en c.

2. Het tweede lid vervalt.

II

Na artikel 3.21 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3.21a

  • 1. Voor zover en voor zolang het jachtrecht ten tijde van de eigendomsovergang van de grond, het vestigen dan wel tenietgaan van een beperkt recht of het aangaan dan wel beëindigen van een pachtovereenkomst op die grond, op de in artikel 3.21, eerste lid, onder d, bepaalde wijze is verhuurd, vervalt deze huurovereenkomst, in afwijking van artikel 226, eerste, tweede en derde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, van rechtswege.

  • 2. Indien het jachtrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet toekomt aan een erfpachter, vruchtgebruiker of pachter, kan ten tijde van eigendomsovergang van de grond de nieuwe eigenaar van de grond zich het genot van de jacht voorbehouden indien hij die erfpachter, vruchtgebruiker of pachter een redelijke afkoopsom verstrekt.

  • 3. Indien op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet een erfpachter, vruchtgebruiker of pachter het jachtrecht bij schriftelijke overeenkomst heeft verhuurd, kan ten tijde van eigendomsovergang van de grond de nieuwe eigenaar zich het genot van de jacht voorbehouden indien hij ook de huurder een redelijke afkoopsom verstrekt.

Toelichting

Dit amendement regelt dat de nieuwe eigenaar van grond niet tegen zijn zin jacht op zijn grond dient toe te staan. Bij eigendomsovergang van grond krijgt de nieuwe eigenaar de beschikking over het jachtrecht. De nieuwe eigenaar compenseert de voormalig houder van het jachtrecht daarvoor met een redelijke vergoeding. Indien de jacht is verhuurd, breekt de koop de jachthuur. Voorts regelt het amendement dat jacht geen onderdeel uitmaakt van de erfpacht, vruchtgebruik of pacht.

Het wetsvoorstel regelt dat het jachtrecht toekomt aan de eigenaar van de grond, tenzij 1) de erfpachter, vruchtgebruiker of pachter van die grond gerechtigd is tot het jachtrecht of 2) het jachtrecht op die grond is verhuurd. Indien hiervan sprake is, blijft de erfpachter, vruchtgebruiker of pachter, of de huurder van het jachtrecht, het jachtrecht behouden na eigendomsoverdracht. Zodoende kan de situatie ontstaan dat de nieuwe eigenaar van een stuk grond is gehouden om jacht op zijn grond toe te staan. Indiener is van mening dat het wetsvoorstel het eigendomsrecht teveel beperkt.

Thieme

Naar boven