Artikel I van het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Voor onderdeel A wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
aA
In artikel 8, zevende lid, wordt na «het derde lid» ingevoegd: of het vierde lid,
onderdeel a,.
B
Onderdeel A wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid vervalt.
2. Het tweede lid wordt vernummerd tot eerste lid.
Toelichting
Het betreft hier twee wijzigingen van de Wegenverkeerswet 1994 die van technische
aard zijn. De eerste aanpassing is de aanpassing van artikel 8, zevende lid, zoals
dat lid komt te luiden nadat het bij Koninklijke boodschap van 24 augustus 2011 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het verbeteren
van de aanpak van rijden onder invloed van drugs (Kamerstukken II 2010/11, 32 859, nr. 2) tot wet is verheven en in werking is getreden. Die aanpassing behelst een verwijzing
in artikel 8, zevende lid, naar het vierde lid, onderdeel a, als gevolg waarvan de
definitie van rijbewijs ook van toepassing is op het begrip «rijbewijs» dat in laatstgenoemd
artikellid wordt gehanteerd. Een voorbeeld kan de strekking van deze aanpassing verduidelijken.
Stel dat een Duitse bestuurder al 20 jaar een geldig Duits rijbewijs heeft en vervolgens
in Nederland onder invloed een auto bestuurt, dan zou hij zonder deze aanpassing onder
artikel 8, vierde lid, onderdeel a, van de wet vallen. Aan hem is immers nimmer enig
Nederlands rijbewijs afgegeven. Voor hem zou dus de grenswaarde van 0,2‰ gelden. Dit
is een onwenselijke situatie, omdat in vergelijkbare gevallen de houder van een in
door het daartoe bevoegde gezag in Nederland afgegeven rijbewijs als ervaren bestuurder
wordt aangemerkt voor wie de grenswaarde van 0,5‰ geldt.
De tweede aanpassing is nodig omdat de in artikel I, onderdeel A, van dit wetsvoorstel
voorgestelde aanpassing van artikel 9, vijfde lid, inmiddels is achterhaald door het
bij Koninklijke boodschap van 17 september 2012 aangeboden voorstel van wet tot wijziging
van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de modernisering van de wijze van tenaamstelling
van kentekenbewijzen en enkele andere wijzigingen van uiteenlopende aard (Kamerstukken
II 2012/13, 33 504, nr. B). De wijziging van artikel 9, vijfde lid, die hierin al is verwerkt, treedt in werking
met ingang van de dag na de datum van publicatie in het Staatsblad.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus