Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In het opschrift vervalt: en de verhoging van de keuringsleeftijd voor oudere rijbewijshouders.
B
In de considerans vervalt: en dat het wenselijk is de keuringsleeftijd voor oudere
rijbewijshouders te verhogen.
C
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel A komt te luiden:
A
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid wordt «artikel 131, derde lid, onderdeel a,» vervangen door:
artikel 131, tweede lid, onderdeel a,.
2. In het negende lid, aanhef wordt «een motorrijtuig, niet zijnde een bromfiets,»
vervangen door: een motorrijtuig voor het besturen waarvan een rijbewijs is vereist,
niet zijnde een bromfiets,.
2. Onderdeel C vervalt.
3. Artikel I, onderdelen D tot en met L worden verletterd tot C tot en met K.
D
De artikelen III tot en met V vervallen.
E
Artikel VI wordt vernummerd tot III en komt te luiden:
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, met
uitzondering van artikel I, onderdelen A, B en D tot en met K, die in werking treden
met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet
is geplaatst.
Toelichting
Deze nota van wijziging voorziet erin dat de in dit wetsvoorstel voorgestelde verhoging
van de keuringsleeftijd van oudere rijbewijshouders van 70 naar 75 jaar komt te vervallen.
De reden hiervoor is dat de wet van 26 januari 2012 tot wijziging van de Wegenverkeerswet
1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de implementatie van
de derde rijbewijsrichtlijn (Stb. 39), die met ingang van 19 januari 2013 in werking is getreden (Stb. 2012, 161), artikel 122 van de Wegenverkeerswet 1994 (verder: de wet) op een zodanige wijze
heeft aangepast dat de geldigheidsduur van het rijbewijs niet meer in dat artikel
wordt geregeld, maar bij algemene maatregel van bestuur. In die algemene maatregel
van bestuur – het Reglement rijbewijzen – zal ook worden geregeld dat de leeftijd
waarop een oudere bestuurder moet worden gekeurd van 70 jaar naar 75 jaar worden verhoogd.
Om die reden is met de inwerkingtreding van de hiervoor aangehaalde wet van 26 januari
2012 met ingang van 19 januari 2013 de noodzaak om bij het onderhavige wetsvoorstel
de keuringsleeftijd in artikel 122 van de wet te verhogen, komen te vervallen. Daartoe
worden in bijgevoegde nota van wijziging het opschrift en de considerans van het wetsvoorstel
aangepast en komen de artikelen I, onderdeel C, en III tot en met V te vervallen.
Verder wordt het oude artikel VI dat de inwerkingtredingbepaling bevat en dat bij
deze nota van wijziging is vernummerd tot artikel III, aangepast. Artikel I, onderdeel
C, bevatte het voorstel voor de verhoging zelf, de artikelen III en IV hielden het
overgangsrecht in en artikel V kende een regeling voor de samenloop van het voorliggende
wetsvoorstel met de bovengenoemde wet van 26 januari 2012 tot wijziging van de Wegenverkeerswet
1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de implementatie van
de derde rijbewijsrichtlijn.
In verband met het bovenstaande is artikel VI vernummerd en redactioneel aangepast.
De in het onderhavige wetsvoorstel voorgestelde aanpassingen van de keuringsleeftijd
zullen in het in voorbereiding zijnde ontwerpbesluit tot wijziging van het Reglement
rijbewijzen worden opgenomen. Het overgangsrecht dat was opgenomen in de artikelen
III en IV zal eveneens in die wijziging worden meegenomen. Dit onderwerpbesluit zal
naar verwachting in het voorjaar van 2013 op grond van artikel 2b van de Wegenverkeerswet
1994 worden voorgehangen bij beide Kamers der Staten-Generaal.
Tevens voorziet de nota van wijziging in het herstel van een onjuist opgenomen verwijzing
in de artikelen 9, vijfde lid.
De minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
De minister van Veiligheid en Justitie,
I.W. Opstelten