33 344 Voorstel van wet van de leden Dijkstra en Schouw tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet gelijke behandeling met betrekking tot ambtenaren van de burgerlijke stand die onderscheid maken als bedoeld in de Algemene wet gelijke behandeling

G BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 oktober 2014

Tijdens de plenaire behandeling in Uw Kamer van het initiatiefwetsvoorstel van de leden Dijkstra en Schouw tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet gelijke behandeling met betrekking tot ambtenaren van de burgerlijke stand die onderscheid maken als bedoeld in de Algemene wet gelijke behandeling (33 344) op 27 mei 2014 (Handelingen I 2013/14, item nr. 12, blz. 18), heb ik toegezegd dat ik de gemeenten zal informeren over het feit dat het overbodig is om een «buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) voor één dag», vóór zijn benoeming te vragen of hij alle huwelijken wil sluiten.

Hierbij zend ik u een afschrift van de brief die ik heden heb verzonden aan alle gemeenten in Nederland. Met deze brief doe ik de genoemde toezegging gestand.

Een eensluidende brief heb ik gezonden naar de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan het College van Burgemeesters en Wethouders van alle gemeenten

Den Haag, 29 oktober 2014

Betreft: Gewetensbezwaarde trouwambtenaren

Geacht College,

Op 1 november 2014 treedt de Wet van 4 juli 2014 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet gelijke behandeling met betrekking tot ambtenaren van de burgerlijke stand die onderscheid maken als bedoeld in de Algemene wet gelijke behandeling (Stb. 2014, 260) in werking. De wijziging was een initiatief van de Tweede Kamerleden Dijkstra en Schouw. Door middel van deze wet wordt onder meer in het Burgerlijk Wetboek (BW) vastgelegd dat een persoon niet benoembaar is als (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand als hij in de uitoefening van zijn ambt onderscheid maakt in de zin van de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb).

Tijdens de plenaire behandeling van het initiatiefwetsvoorstel in de Eerste Kamer op 27 mei 2014, is uitvoerig ingegaan op de zogenoemde «buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) voor één dag». Ik heb tijdens het plenaire debat in de Eerste Kamer mijn standpunt aangaande de babs voor één dag toegelicht en toegezegd dat ik alle gemeenten hiervan nader op de hoogte zal stellen. Met deze brief kom ik die toezegging na.

Op grond van het gewijzigde artikel 16, tweede lid, Boek 1 BW is als ambtenaar of buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand slechts (her)benoembaar de persoon die in de uitoefening van zijn ambt geen onderscheid maakt als bedoeld in artikel 1 van de Algemene wet gelijke behandeling, tenzij het onderscheid is gebaseerd op een wettelijk voorschrift.

Een babs voor één dag wordt benoemd voor één dag en in de praktijk zelfs voor één specifiek huwelijk. Gelet op het eenmalige karakter van de benoeming zal hij of zij nooit in de gelegenheid worden gesteld om onderscheid te maken bij de uitoefening van het ambt. Dit leidt ertoe dat de betrokkene per definitie voldoet aan de benoembaarheideis en dat het overbodig is om van hem of haar een expliciete verklaring te vragen dat hij of zij aan deze benoembaarheidseis voldoet.

Het is aan elk gemeentebestuur om erop toe te zien dat er op een zorgvuldige wijze gebruik wordt gemaakt van de benoemingen tot babs voor één dag.

Ik vertrouw erop dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven