33 342 Besluit tot wijziging van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen ter implementatie van de herziene universeledienstrichtlijn in verband met diensten voor eindgebruikers met een fysieke beperking, alsmede wijziging van het Besluit randapparaten en radioapparaten 2007 en het Frequentiebesluit

A/ Nr.1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 20 juli 2012. De wens dat het in de maatregel geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld kan door of namens een van beide Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 17 augustus 2012.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juli 2012

Hierbij zend ik u het Besluit tot wijziging van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen ter implementatie van de herziene universeledienstrichtlijn in verband met diensten voor eindgebruikers met een fysieke beperking, alsmede wijziging van het Besluit randapparaten en radioapparaten 2007 en het Frequentiebesluit1. In artikel I van het besluit worden de diensten beschreven die zorgen voor een betaalbare gelijkwaardige toegang tot openbare telefonie en de telefoongids voor eindgebruikers met een fysieke beperking. De regeling voorziet in het bijzonder in de instelling van een bemiddelingsdienst waarmee eindgebruikers met een auditieve of spraakbeperking tegen een betaalbaar tarief kunnen bellen met andere eindgebruikers. De bemiddelingsdienst moet er voor zorgen dat deze eindgebruikers met hun tekst- en/of beeldtelefoon kunnen telefoneren met eindgebruikers van reguliere telefonie (zoals vrienden, familie, de huisarts, de taxicentrale of collega’s). Zodra het besluit in werking is getreden kan via de procedure omschreven in artikel 9.2 van de Telecommunicatiewet een aanbieder worden aangewezen, zodat deze tekst- en beeldbemiddelingsdienst zo snel mogelijk daarna in gebruik kan worden genomen.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven procedure (artikel 18.14 van de Telecommunicatiewet), en biedt uw Kamer de gelegenheid kenbaar te maken dat de in het besluit geregelde materie bij wet dient te worden geregeld. Deze procedure heeft alleen betrekking op artikel I van het besluit, nu alleen dat onderdeel gebaseerd is op artikel 9.1 van de Telecommunicatiewet. De wet bepaalt dat door of namens een der Kamers der Staten-Generaal of door ten minste een vijfde gedeelte van het grondwettelijke aantal leden van een der Kamers binnen vier weken te kennen kan worden gegeven dat het onderwerp of de inwerkingtreding van het besluit bij wet moet worden geregeld. In dat geval blijft inwerkingtreding achterwege en wordt zo spoedig mogelijk een wetsvoorstel ingediend.

De Aanwijzingen voor de regelgeving schrijven voor dat voor deze voorlegging een tijdstip moet worden gekozen waarbij ten minste drie van de vier weken buiten het reces van de kamers valt. Het reces van de Tweede Kamer loopt af op 13 september 2012, het reces van de Eerste Kamer loopt af op 11 september 2012. Het volgen van de hoofdregel in Aanwijzing 43a zou er toe leiden dat het besluit niet eerder dan 4 oktober 2012 in werking kan treden.

Aanwijzing 43a biedt de ruimte om in zeer spoedeisende gevallen van dit voorschrift af te wijken. Ik voel mij genoodzaakt in dit geval een beroep te doen op deze mogelijkheid. Ik vind het zeker gezien de recente gebeurtenissen ten aanzien van AnnieS van dringend belang dat eindgebruikers met een spraakbeperking, auditieve of visuele beperking zo snel mogelijk een beroep kunnen doen op de in het besluit geregelde diensten voor een gelijkwaardige toegang tot openbare telefonie en de telefoongids. Daarom wil ik uw Kamer verzoeken om, indien u van mening bent dat het onderwerp of de inwerkingtreding van het besluit bij wet moet worden geregeld, dit uiterlijk vier weken na ontvangst van deze brief mee te delen.

De reden voor de vertraging in de totstandkoming van dit besluit is gelegen in de reacties naar aanleiding van de internetconsultatie van het ontwerp van dit besluit van belanghebbenden op de voorgenomen inrichting van de bemiddelingsdienst. Deze reacties gaven aanleiding tot het doen van nader onderzoek naar een oplossing voor de bemiddelingsdienst die beter uitvoerbaar is en vooral ook beter aansluit bij de behoeften van eindgebruikers met een fysieke beperking. Ik betreur dat hierdoor vertraging is opgelopen die er nu toe leidt dat ik de vier weken bedoeld in artikel 18.14 van de Telecommunicatiewet in het reces moet laten plaatsvinden. Ik hoop dat uw Kamer begrip heeft voor deze afweging.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M. J. M. Verhagen


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven