Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 januari 2013
Hierbij bied ik u inzake voormeld wetsvoorstel mede namens de minister van Veiligheid
en Justitie en de staatssecretaris van Financiën de nota naar aanleiding van het verslag
en een nota van wijziging aan (Kamerstuk 33 330, nrs. 8 en 9).
Op grond van het regeerakkoord is ten aanzien van huishoudinkomens van de huurder
tot en met € 33.000 een huurverhogingsvoorstel mogelijk van inflatie plus maximaal
1,5%. Dit wordt het basishuurverhogingspercentage genoemd. Dientengevolge worden de
huurverhogingspercentages 5% en 1% verhoogd naar respectievelijk 6,5% en 2,5%. De
nota van wijziging strekt hiertoe.
Het regeerakkoord bevat een samenhangend pakket van maatregelen voor de woningmarkt.
In de verschillende overleggen die ik reeds met uw Kamer gehad heb, heeft u verscheidene
vragen gesteld over dit pakket. In de komende periode zal ik op deze vragen inhoudelijk
antwoord geven. Gezien het krappe proces neem ik u graag mee in de stappen die ik
de komende tijd ga zetten.
Zoals aan u door mij toegezegd tijdens de begrotingsbehandeling 2013 (Tweede Kamer)
stuur ik u voor eind februari een brief met de nadere uitwerking met betrekking tot
de verhuurderheffing en de relatie tot het woningwaarderingsstelsel zoals opgenomen
in het regeerakkoord. Ten behoeve van deze brief vindt overleg plaats met externe
partijen en sociale partners, ook zullen de voorstellen nog worden doorgerekend.
Daarnaast stuur ik de Eerste Kamer voor 1 februari 2013 een reactie op de motie Essers
die bij de behandeling van het belastingplan is aangenomen, u ontvangt hiervan een
afschrift. In februari ontvangt de Eerste Kamer van mij de brief aangaande de novelle
op de Herzieningswet Toegelaten Instellingen.
Teneinde een huurverhoging per 1 juli 2013 mogelijk te maken is het noodzakelijk dat
voormelde wetsvoorstellen 33 330 en 33 129 voor 1 maart in werking treden. Ik hoop daarom dat u bereid bent om op korte termijn
over te gaan tot behandeling van het nu voorliggende wetsvoorstel.
De minister voor Wonen en Rijksdienst,
S.A. Blok