33 330 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van een tweede categorie huishoudinkomens)

Nr. 51 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN PAULUS JANSEN EN VOORTMAN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 22

Ontvangen 13 februari 2013

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, eerste punt, wordt in artikel 252a, eerste lid, aanhef, na «vormt» ingevoegd: en waarin geen huurders of overige leden van een huishouden woonachtig zijn die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder h, van de Algemene Ouderdomswet, hebben bereikt, verzekerde als bedoeld in artikel 118a lid 1 van de Zorgverzekeringswet zijn, of een aanspraak op zorg als bedoeld in artikel 6 lid 1 van de Algemene wet bijzonder ziektekosten hebben die slechts tot gelding kan worden gebracht bij het doen van een eigen bijdrage als bedoeld in lid 4 van dat artikel,.

II

Artikel II, onderdeel A, eerste punt, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef van de eerste volzin wordt «het huishoudinkomen over het peiljaar van de op het tijdstip van de in het voorstel tot verhoging van de huurprijs genoemde ingangsdatum in de woonruimte wonende huurder en overige bewoners,» vervangen door een dubbele punt.

2. In onderdeel a wordt na «a.» ingevoegd «het huishoudinkomen over het peiljaar van de op het tijdstip van de in het voorstel tot verhoging van de huurprijs genoemde ingangsdatum in de woonruimte wonende huurder en overige bewoners» en wordt aan het slot «, of» vervangen door een puntkomma.

3. In onderdeel b wordt na «b.» ingevoegd «dat huishoudinkomen» en wordt aan het slot toegevoegd: of.

4. Na onderdeel b wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • c. huurders of overige leden van een huishouden in die woonruimte woonachtig zijn die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Algemene Ouderdomswet, hebben bereikt, verzekerde als bedoeld in artikel 118a, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet zijn, of een aanspraak op zorg als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Algemene wet bijzonder ziektekosten hebben die slechts tot gelding kan worden gebracht bij het doen van een eigen bijdrage als bedoeld in het vierde lid van dat artikel,.

5. Aan de tweede volzin wordt de volgende zinsnede toegevoegd:, en is ten aanzien van onderdeel c niet hoger dan het inflatiepercentage.

Toelichting

Via dit amendement wordt bewerkstelligd dat huurders worden uitgezonderd van huurverhogingen boven de inflatie (dus ook van de 1,5% basishuurverhoging), wanneer zij of overige bewoners van de huurwoning de AOW-leeftijd hebben bereikt of chronisch ziek zijn..De huur mag wel stijgen met de inflatie.

Dit amendement regelt een uitzondering op de huurverhogingen bovenop inflatie voor chronisch zieke mensen en mensen in de AOW leeftijd. Deze twee groepen krijgen geen extra huurverhoging. De huur mag wel stijgen met de inflatie. Deze twee groepen mensen zijn duidelijk afgebakend en bekend bij het rijk. De AOW-ontvangers zijn bekend omdat zij AOW ontvangen. Chronisch zieken zijn bekend omdat via de belastingdienst wordt berekend wat de eigen bijdrage is die zij moeten betalen. Het gaat bij deze groep om personen die compensatie voor het eigen risico op basis van de Zorgverzekeringswet ontvangen, en om personen die voor het ontvangen van AWBZ-zorg een eigen bijdrage moeten doen. AOW’ers en chronisch zieke mensen zitten door het kabinetsbeleid vaker dan gemiddeld in een lastige financiële situatie.

Mensen die chronisch ziek zijn, worden geconfronteerd met een verhoogd eigen risico, het betrekken van het eigen vermogen bij de zorgtoeslag en bij zorg vanuit Wmo en/of AWBZ en een uitgekleed basispakket.

AOW’ers zien zich geconfronteerd met het korten van pensioenen, het afschaffen van de AOW partnertoeslag en de invoering van de Wet uniformering loonbegrip (WUL) wat ten koste gaat van hun inkomen. Bovendien hebben AOW’ers geen mogelijkheid om inkomen nog te vergroten en geen tijd zich op inkomensdaling voor te bereiden.

Paulus Jansen Voortman

Naar boven